Onderwijs

‘Een bezuiniging van nul procent is onmogelijk ‘

,,Het college van bestuur moet zeventig graden bijsturen, anders wordt de Financiële Kaderstelling volgende week kapot geamendeerd.” Die conclusie trok een lid van de universiteitsraad begin deze week, na de zoveelste vergadering over de hoofdlijnen van het financieel beleid van de TU in de jaren 1996-’99.

Het lijkt erop dat het college precies dat gedaan heeft: de bezuinigingen zijn vertraagd, maar de principes zijn gehandhaafd. Die concessie was het sluitstuk van twee maanden van overleg die eindigden met een beetje crisissfeer.

Die crisissfeer rond de ‘FK’, zoals het beleidsdocument in de wandeling wordt aangeduid, was vreemd, want in de universiteitsraad was zeker steun te vinden voor wat het cvb op hoofdlijnen wil. De u-raad was echter not amused over de concrete aanpak, het tempo, het taalgebruik, het gebruik van de ‘kaasschaaf’ zonder concrete bestedingsplannen, het mistig blijven van de technologie-speerpunten en het vooralsnog negeren van aangedragen alternatieven. En dat leidde tot dreigen met ‘kapot-amenderen’ en tot extra ’topoverleg’ tussen het college en de fractievoorzitters in de raad.

De Kaderstelling die het cvb volgende week door de universiteitsraad moet zien te halen is bepaald ambitieus te noemen. Het college wil per jaar op alle faculteiten en diensten 4,75 procent bezuinigen. Opbrengst 21 miljoen gulden per jaar. Dat bedrag wil het topbestuur vervolgens elk jaar inzetten om de universiteit te ‘herstructureren’, de ‘overhead’ te beperken, de sociale fondsen voor het uitvoeren van reorganisaties te versterken, managementinformatie- en -controlsystemen op te bouwen, en een flexibeler personeels- en beloningsbeleid in te voeren.

Merendeels is deze financiële koers van het college van bestuur de voortzetting van de weg die met het opstellen van de Strategienota (1994) en het schrijven van het Instellingsplan (dit voorjaar) is ingeslagen. De kritiek die losbarstte tijdens de ‘klankbordronde’ van de afgelopen maand werd dan ook deels veroorzaakt door het feit dat het in woorden opgeschreven beleid nu echt pijn gaat doen op de faculteiten waaruit de u-raadsleden afkomstig zijn. Omgekeerd vond het cvb dat het nu moest doorbijten om alle verbale pretenties waar te maken.


Oldenburg: ,,Vergaderkamers met mooie plafonds…”
Handhaven

Het college heeft er, ook na zijn tegemoetkoming aan de u-raad dan ook bewust van afgezien de FK bij te stellen. ,,Wij willen de duidelijkheid van het plan handhaven, maar we staan open voor suggesties om de pijn in het eerste jaar te verlichten,” zei cvb-voorzitter De Voogd al half mei. Aan die lijn heeft hij vastgehouden. Toen al waren er geluiden te vernemen dat de FK grote politieke risico’s liep, maar De Voogd schreef dat op het conto van het feit dat er al zoveel bij de TU in bewegingwas gebracht: vijfjarige curricula, afrekenen op huisvestingskosten (verhuurmodel), toewijzing van gelden op basis van output (allocatiemodel).

Dat het college pas zo laat met een concrete concessie over de brug is gekomen wordt in kringen van de u-raad op het conto geschreven van het nieuwe collegelid Veenendaal, in wier portefeuille de geldzaken zich bevinden. Zij zou met name sterk hebben aangedrongen op handhaving van de oorspronkelijke voorstellen.

Het was ir. D. Hoogwater van TH Akkoord die maandag in de financiële commissie van de u-raad diezelfde Veenendaal nog eens voorhield: ,,Het lijkt nu wel zo dat wij te hoop lopen tegen die korting van 4,75 procent en dat we terugkomen op de strategienota, maar dat is een foute uitleg.” Vervolgens kritiseerde Hoogwater de sterk centralistische tendens van Veenendaals beleid. Ook andere sprekers gaven aan dat er best te praten viel over een straf beleid. DB-raadslid Oldenburg: ,,Een bezuiniging van nul procent is onmogelijk.” En buiten-universitair lid Linssen: ,,Er moeten middelen vrijgemaakt worden, we moeten iets doen.”


Hoogwater: ,,Een foute uitleg…”
Tactische missers

Maar waarom hebben cvb en u-raad elkaar dan zolang niet goed begrepen? Voor een deel is dat veroorzaakt door tactische missers aan de kant van het college. De FK blies aanvankelijk wel erg hoog van de toren, en schoot alleen al door zijn taalgebruik bij de andere partijen in het verkeerde keelgat. De TU moest ‘gerevitaliseerd’ en ‘geherstructureerd’ worden en de faculteiten moesten aangezet worden ’tot nadenken over de toekomst’. Daar kwam zoveel kritiek op (in de trant van: denkt het college dat wij niks presteren en alleen maar stilzitten?) dat het cvb zijn woorden moest inslikken. ,,Het is zeker niet zo dat alles bij de TU slecht zou zijn. Het college is trots op de TU.”

Bovendien bevatte de eerste versie van de FK een aantal beleidsvoornemens waar de universiteitsraad zich nog niet over had uitgesproken. Het invoeren van gezamenlijke propaedeuse-opleidingen, het clusteren van faculteiten of het hergroeperen van vakgroepen bijvoorbeeld. En terwijl de zwaaropgetuigde cvb-adviesraad voor het technologiebeleid maand na maand niets van zich liet horen, bevatte de FK toch al een aantal suggestieve opmerkingen daarover. Het college moest erkennen dat de FK alleen maar afgesproken beleid mocht behelzen en beloven dat zijn adviesraad echt zou gaan opschieten.

En ten slotte was de kaasschaaf ook wel onhandig gepresenteerd: twee procent van de 4,75 was sowieso al op de universiteit afgekomen, simpelweg door het uitvoeren van oude afspraken tussen college en raad en het doorrekenen van nieuwe bezuinigingen van minister Ritzen. Echt nieuw en hard is dus de overblijvende 2,75 procent. Nog steeds pijnlijk, maar het oogt vriendelijker.

Als het bij deze kwesties van ‘optiek en akoestiek’ was gebleven, dan was het nog meegevallen. Erger was het in de ogen van de critici dat het college tegenover het ‘afromen’ en ‘oppotten’ geen concreet beleid kon stellen. Met alleen maar beleids-‘richtingen’ wilde de universiteitsraad geen genoegen nemen.


Veenendaal: ,,Trots op de TU”
Nieuwe kritiek

Het college beloofde tijdens de overlegrondes ervoor te zullen zorgen dat de beheerseenheden zeer snel vanuit de nieuw gevormde centrale fondsen weer gelden zouden kunnen aantrekken. Dat lokte weer nieuwe kritiek uit. Om twee redenen: de universiteitsraad bewaakt als een bok op de haverkist zijn begrotingsrecht en voteert alleen maar geld als hij heel precies weet waarom en waarvoor. Die informatie ontbreekt vooralsnog, dus waarom zo’n haast met het afromen?

Ten tweede maakte het cvb met zijn belofte het element van ‘geld rondpompen’ in de FK duidelijk. Eerst afromen en dan weer terugsluizen – is dat echt efficiënt? De fractie van Demokratisch Beleid had uitgerekend dat het aandeel van de centrale budgetten in de TU-begroting zou gaan stijgen van 10,2 naar 17,4 procent. Raadslid Overdijk sprak van een mentaliteit van ‘subsidiologie’, zijn collega Hoogwater vergeleek de TU met de Europese Unie, ,,waar men zo langzamerhand heeft ontdekt hoe dat nu juist niet moet”. En waar het college van bestuur zo sterk tamboereerde op de noodzaak van het verminderen van ‘de overhead’, daar zagen de u-raadsleden evenzovele aanzetten of risico’s van bureaucratievorming op centraal niveau.

Prof.dr.ir. K. van der Werff, voorzitter van de raadscommissie voor onderwijs en onderzoek, zei: ,,Ik heb met verbazing gezien dat de projecten die betaald worden uit de korting op het budget van de faculteiten voor een groot deel gaan naar het vermeerderen van de overheadskosten – denk aan accreditering van de opleidingen, het systeem van course evaluation en het opzetten van een nieuwe organisatie voor binnenhalen van externe projecten.” En DB-er Oldenburg zei maandag: ,,Het hele stuk genereert een gigantisch circuit van overleg, met vergaderkamers met mooie plafonds en een gigantische bureaucratie.”
Onderwijs

En als de overhead inderdaad kan verminderen, zo klinkt steeds weer door in de vraagstelling van de universiteitsraad, wie garandeert ons dat de faculteiten dat niet afwentelen op de primaire processen van onderwijs en onderzoek? Aag-lid Luime zei afgelopen maandag: ,,Als een faculteit minder geld krijgt, dan wordt er gekort op het onderwijs. Dat zien we als we rondlopen op de faculteiten. Dan komen er minder vakken, minder leerstoelen, geen nieuwe computerzalen, dan gaan de prijzen van de dictaten omhoog, verdwijnen er aio-plaatsen en moeten we betalen voor het Internetgebruik.” Collegelid Veenendaal stelt daar weinig overtuigend tegenover ,,dat het cvb ervoor zal zorgen dat de primaire processen niet belemmerd zullen worden”.

Vorige week nog hoopte het college zijn oorspronkelijke FK te redden door een notitie naar de raad te sturen met een achttiental ideeën over investeringen in onderwijskwaliteit – te betalen uit die nieuwe centraal gevormde fondsen. Maar het was al te laat: de u-raad vond het best een interessante opsomming, maar te weinig voldragen. Nu de echt scherpe bezuinigingen een jaar worden uitgesteld, hebben cvb en raadook een jaar extra om op dat nieuwe beleid te studeren. Dinsdag vatte cvb-voorzitter De Voogd zijn koerswijziging als volgt samen: ,,De besparingen en de bestedingen zullen worden gesynchroniseerd. We zullen niet gaan potten.” Dat heeft de universiteitsraad dus binnen.

Maar de overige kritiekpunten van dezelfde raad blijven daarmee vooralsnog onbeantwoord.


De Voogd: ,,We gaan niet potten”

,,,

,,Het college van bestuur moet zeventig graden bijsturen, anders wordt de Financiële Kaderstelling volgende week kapot geamendeerd.” Die conclusie trok een lid van de universiteitsraad begin deze week, na de zoveelste vergadering over de hoofdlijnen van het financieel beleid van de TU in de jaren 1996-’99. Het lijkt erop dat het college precies dat gedaan heeft: de bezuinigingen zijn vertraagd, maar de principes zijn gehandhaafd. Die concessie was het sluitstuk van twee maanden van overleg die eindigden met een beetje crisissfeer.

Die crisissfeer rond de ‘FK’, zoals het beleidsdocument in de wandeling wordt aangeduid, was vreemd, want in de universiteitsraad was zeker steun te vinden voor wat het cvb op hoofdlijnen wil. De u-raad was echter not amused over de concrete aanpak, het tempo, het taalgebruik, het gebruik van de ‘kaasschaaf’ zonder concrete bestedingsplannen, het mistig blijven van de technologie-speerpunten en het vooralsnog negeren van aangedragen alternatieven. En dat leidde tot dreigen met ‘kapot-amenderen’ en tot extra ’topoverleg’ tussen het college en de fractievoorzitters in de raad.

De Kaderstelling die het cvb volgende week door de universiteitsraad moet zien te halen is bepaald ambitieus te noemen. Het college wil per jaar op alle faculteiten en diensten 4,75 procent bezuinigen. Opbrengst 21 miljoen gulden per jaar. Dat bedrag wil het topbestuur vervolgens elk jaar inzetten om de universiteit te ‘herstructureren’, de ‘overhead’ te beperken, de sociale fondsen voor het uitvoeren van reorganisaties te versterken, managementinformatie- en -controlsystemen op te bouwen, en een flexibeler personeels- en beloningsbeleid in te voeren.

Merendeels is deze financiële koers van het college van bestuur de voortzetting van de weg die met het opstellen van de Strategienota (1994) en het schrijven van het Instellingsplan (dit voorjaar) is ingeslagen. De kritiek die losbarstte tijdens de ‘klankbordronde’ van de afgelopen maand werd dan ook deels veroorzaakt door het feit dat het in woorden opgeschreven beleid nu echt pijn gaat doen op de faculteiten waaruit de u-raadsleden afkomstig zijn. Omgekeerd vond het cvb dat het nu moest doorbijten om alle verbale pretenties waar te maken.


Oldenburg: ,,Vergaderkamers met mooie plafonds…”
Handhaven

Het college heeft er, ook na zijn tegemoetkoming aan de u-raad dan ook bewust van afgezien de FK bij te stellen. ,,Wij willen de duidelijkheid van het plan handhaven, maar we staan open voor suggesties om de pijn in het eerste jaar te verlichten,” zei cvb-voorzitter De Voogd al half mei. Aan die lijn heeft hij vastgehouden. Toen al waren er geluiden te vernemen dat de FK grote politieke risico’s liep, maar De Voogd schreef dat op het conto van het feit dat er al zoveel bij de TU in bewegingwas gebracht: vijfjarige curricula, afrekenen op huisvestingskosten (verhuurmodel), toewijzing van gelden op basis van output (allocatiemodel).

Dat het college pas zo laat met een concrete concessie over de brug is gekomen wordt in kringen van de u-raad op het conto geschreven van het nieuwe collegelid Veenendaal, in wier portefeuille de geldzaken zich bevinden. Zij zou met name sterk hebben aangedrongen op handhaving van de oorspronkelijke voorstellen.

Het was ir. D. Hoogwater van TH Akkoord die maandag in de financiële commissie van de u-raad diezelfde Veenendaal nog eens voorhield: ,,Het lijkt nu wel zo dat wij te hoop lopen tegen die korting van 4,75 procent en dat we terugkomen op de strategienota, maar dat is een foute uitleg.” Vervolgens kritiseerde Hoogwater de sterk centralistische tendens van Veenendaals beleid. Ook andere sprekers gaven aan dat er best te praten viel over een straf beleid. DB-raadslid Oldenburg: ,,Een bezuiniging van nul procent is onmogelijk.” En buiten-universitair lid Linssen: ,,Er moeten middelen vrijgemaakt worden, we moeten iets doen.”


Hoogwater: ,,Een foute uitleg…”
Tactische missers

Maar waarom hebben cvb en u-raad elkaar dan zolang niet goed begrepen? Voor een deel is dat veroorzaakt door tactische missers aan de kant van het college. De FK blies aanvankelijk wel erg hoog van de toren, en schoot alleen al door zijn taalgebruik bij de andere partijen in het verkeerde keelgat. De TU moest ‘gerevitaliseerd’ en ‘geherstructureerd’ worden en de faculteiten moesten aangezet worden ’tot nadenken over de toekomst’. Daar kwam zoveel kritiek op (in de trant van: denkt het college dat wij niks presteren en alleen maar stilzitten?) dat het cvb zijn woorden moest inslikken. ,,Het is zeker niet zo dat alles bij de TU slecht zou zijn. Het college is trots op de TU.”

Bovendien bevatte de eerste versie van de FK een aantal beleidsvoornemens waar de universiteitsraad zich nog niet over had uitgesproken. Het invoeren van gezamenlijke propaedeuse-opleidingen, het clusteren van faculteiten of het hergroeperen van vakgroepen bijvoorbeeld. En terwijl de zwaaropgetuigde cvb-adviesraad voor het technologiebeleid maand na maand niets van zich liet horen, bevatte de FK toch al een aantal suggestieve opmerkingen daarover. Het college moest erkennen dat de FK alleen maar afgesproken beleid mocht behelzen en beloven dat zijn adviesraad echt zou gaan opschieten.

En ten slotte was de kaasschaaf ook wel onhandig gepresenteerd: twee procent van de 4,75 was sowieso al op de universiteit afgekomen, simpelweg door het uitvoeren van oude afspraken tussen college en raad en het doorrekenen van nieuwe bezuinigingen van minister Ritzen. Echt nieuw en hard is dus de overblijvende 2,75 procent. Nog steeds pijnlijk, maar het oogt vriendelijker.

Als het bij deze kwesties van ‘optiek en akoestiek’ was gebleven, dan was het nog meegevallen. Erger was het in de ogen van de critici dat het college tegenover het ‘afromen’ en ‘oppotten’ geen concreet beleid kon stellen. Met alleen maar beleids-‘richtingen’ wilde de universiteitsraad geen genoegen nemen.


Veenendaal: ,,Trots op de TU”
Nieuwe kritiek

Het college beloofde tijdens de overlegrondes ervoor te zullen zorgen dat de beheerseenheden zeer snel vanuit de nieuw gevormde centrale fondsen weer gelden zouden kunnen aantrekken. Dat lokte weer nieuwe kritiek uit. Om twee redenen: de universiteitsraad bewaakt als een bok op de haverkist zijn begrotingsrecht en voteert alleen maar geld als hij heel precies weet waarom en waarvoor. Die informatie ontbreekt vooralsnog, dus waarom zo’n haast met het afromen?

Ten tweede maakte het cvb met zijn belofte het element van ‘geld rondpompen’ in de FK duidelijk. Eerst afromen en dan weer terugsluizen – is dat echt efficiënt? De fractie van Demokratisch Beleid had uitgerekend dat het aandeel van de centrale budgetten in de TU-begroting zou gaan stijgen van 10,2 naar 17,4 procent. Raadslid Overdijk sprak van een mentaliteit van ‘subsidiologie’, zijn collega Hoogwater vergeleek de TU met de Europese Unie, ,,waar men zo langzamerhand heeft ontdekt hoe dat nu juist niet moet”. En waar het college van bestuur zo sterk tamboereerde op de noodzaak van het verminderen van ‘de overhead’, daar zagen de u-raadsleden evenzovele aanzetten of risico’s van bureaucratievorming op centraal niveau.

Prof.dr.ir. K. van der Werff, voorzitter van de raadscommissie voor onderwijs en onderzoek, zei: ,,Ik heb met verbazing gezien dat de projecten die betaald worden uit de korting op het budget van de faculteiten voor een groot deel gaan naar het vermeerderen van de overheadskosten – denk aan accreditering van de opleidingen, het systeem van course evaluation en het opzetten van een nieuwe organisatie voor binnenhalen van externe projecten.” En DB-er Oldenburg zei maandag: ,,Het hele stuk genereert een gigantisch circuit van overleg, met vergaderkamers met mooie plafonds en een gigantische bureaucratie.”
Onderwijs

En als de overhead inderdaad kan verminderen, zo klinkt steeds weer door in de vraagstelling van de universiteitsraad, wie garandeert ons dat de faculteiten dat niet afwentelen op de primaire processen van onderwijs en onderzoek? Aag-lid Luime zei afgelopen maandag: ,,Als een faculteit minder geld krijgt, dan wordt er gekort op het onderwijs. Dat zien we als we rondlopen op de faculteiten. Dan komen er minder vakken, minder leerstoelen, geen nieuwe computerzalen, dan gaan de prijzen van de dictaten omhoog, verdwijnen er aio-plaatsen en moeten we betalen voor het Internetgebruik.” Collegelid Veenendaal stelt daar weinig overtuigend tegenover ,,dat het cvb ervoor zal zorgen dat de primaire processen niet belemmerd zullen worden”.

Vorige week nog hoopte het college zijn oorspronkelijke FK te redden door een notitie naar de raad te sturen met een achttiental ideeën over investeringen in onderwijskwaliteit – te betalen uit die nieuwe centraal gevormde fondsen. Maar het was al te laat: de u-raad vond het best een interessante opsomming, maar te weinig voldragen. Nu de echt scherpe bezuinigingen een jaar worden uitgesteld, hebben cvb en raadook een jaar extra om op dat nieuwe beleid te studeren. Dinsdag vatte cvb-voorzitter De Voogd zijn koerswijziging als volgt samen: ,,De besparingen en de bestedingen zullen worden gesynchroniseerd. We zullen niet gaan potten.” Dat heeft de universiteitsraad dus binnen.

Maar de overige kritiekpunten van dezelfde raad blijven daarmee vooralsnog onbeantwoord.


De Voogd: ,,We gaan niet potten”

,,Het college van bestuur moet zeventig graden bijsturen, anders wordt de Financiële Kaderstelling volgende week kapot geamendeerd.” Die conclusie trok een lid van de universiteitsraad begin deze week, na de zoveelste vergadering over de hoofdlijnen van het financieel beleid van de TU in de jaren 1996-’99. Het lijkt erop dat het college precies dat gedaan heeft: de bezuinigingen zijn vertraagd, maar de principes zijn gehandhaafd. Die concessie was het sluitstuk van twee maanden van overleg die eindigden met een beetje crisissfeer.

Die crisissfeer rond de ‘FK’, zoals het beleidsdocument in de wandeling wordt aangeduid, was vreemd, want in de universiteitsraad was zeker steun te vinden voor wat het cvb op hoofdlijnen wil. De u-raad was echter not amused over de concrete aanpak, het tempo, het taalgebruik, het gebruik van de ‘kaasschaaf’ zonder concrete bestedingsplannen, het mistig blijven van de technologie-speerpunten en het vooralsnog negeren van aangedragen alternatieven. En dat leidde tot dreigen met ‘kapot-amenderen’ en tot extra ’topoverleg’ tussen het college en de fractievoorzitters in de raad.

De Kaderstelling die het cvb volgende week door de universiteitsraad moet zien te halen is bepaald ambitieus te noemen. Het college wil per jaar op alle faculteiten en diensten 4,75 procent bezuinigen. Opbrengst 21 miljoen gulden per jaar. Dat bedrag wil het topbestuur vervolgens elk jaar inzetten om de universiteit te ‘herstructureren’, de ‘overhead’ te beperken, de sociale fondsen voor het uitvoeren van reorganisaties te versterken, managementinformatie- en -controlsystemen op te bouwen, en een flexibeler personeels- en beloningsbeleid in te voeren.

Merendeels is deze financiële koers van het college van bestuur de voortzetting van de weg die met het opstellen van de Strategienota (1994) en het schrijven van het Instellingsplan (dit voorjaar) is ingeslagen. De kritiek die losbarstte tijdens de ‘klankbordronde’ van de afgelopen maand werd dan ook deels veroorzaakt door het feit dat het in woorden opgeschreven beleid nu echt pijn gaat doen op de faculteiten waaruit de u-raadsleden afkomstig zijn. Omgekeerd vond het cvb dat het nu moest doorbijten om alle verbale pretenties waar te maken.


Oldenburg: ,,Vergaderkamers met mooie plafonds…”
Handhaven

Het college heeft er, ook na zijn tegemoetkoming aan de u-raad dan ook bewust van afgezien de FK bij te stellen. ,,Wij willen de duidelijkheid van het plan handhaven, maar we staan open voor suggesties om de pijn in het eerste jaar te verlichten,” zei cvb-voorzitter De Voogd al half mei. Aan die lijn heeft hij vastgehouden. Toen al waren er geluiden te vernemen dat de FK grote politieke risico’s liep, maar De Voogd schreef dat op het conto van het feit dat er al zoveel bij de TU in bewegingwas gebracht: vijfjarige curricula, afrekenen op huisvestingskosten (verhuurmodel), toewijzing van gelden op basis van output (allocatiemodel).

Dat het college pas zo laat met een concrete concessie over de brug is gekomen wordt in kringen van de u-raad op het conto geschreven van het nieuwe collegelid Veenendaal, in wier portefeuille de geldzaken zich bevinden. Zij zou met name sterk hebben aangedrongen op handhaving van de oorspronkelijke voorstellen.

Het was ir. D. Hoogwater van TH Akkoord die maandag in de financiële commissie van de u-raad diezelfde Veenendaal nog eens voorhield: ,,Het lijkt nu wel zo dat wij te hoop lopen tegen die korting van 4,75 procent en dat we terugkomen op de strategienota, maar dat is een foute uitleg.” Vervolgens kritiseerde Hoogwater de sterk centralistische tendens van Veenendaals beleid. Ook andere sprekers gaven aan dat er best te praten viel over een straf beleid. DB-raadslid Oldenburg: ,,Een bezuiniging van nul procent is onmogelijk.” En buiten-universitair lid Linssen: ,,Er moeten middelen vrijgemaakt worden, we moeten iets doen.”


Hoogwater: ,,Een foute uitleg…”
Tactische missers

Maar waarom hebben cvb en u-raad elkaar dan zolang niet goed begrepen? Voor een deel is dat veroorzaakt door tactische missers aan de kant van het college. De FK blies aanvankelijk wel erg hoog van de toren, en schoot alleen al door zijn taalgebruik bij de andere partijen in het verkeerde keelgat. De TU moest ‘gerevitaliseerd’ en ‘geherstructureerd’ worden en de faculteiten moesten aangezet worden ’tot nadenken over de toekomst’. Daar kwam zoveel kritiek op (in de trant van: denkt het college dat wij niks presteren en alleen maar stilzitten?) dat het cvb zijn woorden moest inslikken. ,,Het is zeker niet zo dat alles bij de TU slecht zou zijn. Het college is trots op de TU.”

Bovendien bevatte de eerste versie van de FK een aantal beleidsvoornemens waar de universiteitsraad zich nog niet over had uitgesproken. Het invoeren van gezamenlijke propaedeuse-opleidingen, het clusteren van faculteiten of het hergroeperen van vakgroepen bijvoorbeeld. En terwijl de zwaaropgetuigde cvb-adviesraad voor het technologiebeleid maand na maand niets van zich liet horen, bevatte de FK toch al een aantal suggestieve opmerkingen daarover. Het college moest erkennen dat de FK alleen maar afgesproken beleid mocht behelzen en beloven dat zijn adviesraad echt zou gaan opschieten.

En ten slotte was de kaasschaaf ook wel onhandig gepresenteerd: twee procent van de 4,75 was sowieso al op de universiteit afgekomen, simpelweg door het uitvoeren van oude afspraken tussen college en raad en het doorrekenen van nieuwe bezuinigingen van minister Ritzen. Echt nieuw en hard is dus de overblijvende 2,75 procent. Nog steeds pijnlijk, maar het oogt vriendelijker.

Als het bij deze kwesties van ‘optiek en akoestiek’ was gebleven, dan was het nog meegevallen. Erger was het in de ogen van de critici dat het college tegenover het ‘afromen’ en ‘oppotten’ geen concreet beleid kon stellen. Met alleen maar beleids-‘richtingen’ wilde de universiteitsraad geen genoegen nemen.


Veenendaal: ,,Trots op de TU”
Nieuwe kritiek

Het college beloofde tijdens de overlegrondes ervoor te zullen zorgen dat de beheerseenheden zeer snel vanuit de nieuw gevormde centrale fondsen weer gelden zouden kunnen aantrekken. Dat lokte weer nieuwe kritiek uit. Om twee redenen: de universiteitsraad bewaakt als een bok op de haverkist zijn begrotingsrecht en voteert alleen maar geld als hij heel precies weet waarom en waarvoor. Die informatie ontbreekt vooralsnog, dus waarom zo’n haast met het afromen?

Ten tweede maakte het cvb met zijn belofte het element van ‘geld rondpompen’ in de FK duidelijk. Eerst afromen en dan weer terugsluizen – is dat echt efficiënt? De fractie van Demokratisch Beleid had uitgerekend dat het aandeel van de centrale budgetten in de TU-begroting zou gaan stijgen van 10,2 naar 17,4 procent. Raadslid Overdijk sprak van een mentaliteit van ‘subsidiologie’, zijn collega Hoogwater vergeleek de TU met de Europese Unie, ,,waar men zo langzamerhand heeft ontdekt hoe dat nu juist niet moet”. En waar het college van bestuur zo sterk tamboereerde op de noodzaak van het verminderen van ‘de overhead’, daar zagen de u-raadsleden evenzovele aanzetten of risico’s van bureaucratievorming op centraal niveau.

Prof.dr.ir. K. van der Werff, voorzitter van de raadscommissie voor onderwijs en onderzoek, zei: ,,Ik heb met verbazing gezien dat de projecten die betaald worden uit de korting op het budget van de faculteiten voor een groot deel gaan naar het vermeerderen van de overheadskosten – denk aan accreditering van de opleidingen, het systeem van course evaluation en het opzetten van een nieuwe organisatie voor binnenhalen van externe projecten.” En DB-er Oldenburg zei maandag: ,,Het hele stuk genereert een gigantisch circuit van overleg, met vergaderkamers met mooie plafonds en een gigantische bureaucratie.”
Onderwijs

En als de overhead inderdaad kan verminderen, zo klinkt steeds weer door in de vraagstelling van de universiteitsraad, wie garandeert ons dat de faculteiten dat niet afwentelen op de primaire processen van onderwijs en onderzoek? Aag-lid Luime zei afgelopen maandag: ,,Als een faculteit minder geld krijgt, dan wordt er gekort op het onderwijs. Dat zien we als we rondlopen op de faculteiten. Dan komen er minder vakken, minder leerstoelen, geen nieuwe computerzalen, dan gaan de prijzen van de dictaten omhoog, verdwijnen er aio-plaatsen en moeten we betalen voor het Internetgebruik.” Collegelid Veenendaal stelt daar weinig overtuigend tegenover ,,dat het cvb ervoor zal zorgen dat de primaire processen niet belemmerd zullen worden”.

Vorige week nog hoopte het college zijn oorspronkelijke FK te redden door een notitie naar de raad te sturen met een achttiental ideeën over investeringen in onderwijskwaliteit – te betalen uit die nieuwe centraal gevormde fondsen. Maar het was al te laat: de u-raad vond het best een interessante opsomming, maar te weinig voldragen. Nu de echt scherpe bezuinigingen een jaar worden uitgesteld, hebben cvb en raadook een jaar extra om op dat nieuwe beleid te studeren. Dinsdag vatte cvb-voorzitter De Voogd zijn koerswijziging als volgt samen: ,,De besparingen en de bestedingen zullen worden gesynchroniseerd. We zullen niet gaan potten.” Dat heeft de universiteitsraad dus binnen.

Maar de overige kritiekpunten van dezelfde raad blijven daarmee vooralsnog onbeantwoord.


De Voogd: ,,We gaan niet potten”