Onderwijs

Een beetje nuance alstublieft

De een verafschuwt biobrandstoffen, de ander ziet ze als middel tegen klimaatverandering. Nuance is ver te zoeken. De Global Biorenewable Research Society wil dat veranderen. Prof.dr.ir. Luuk van der Wielen (TNW) is voorzitter van deze nieuwe adviesclub.

 “Er bestaat veel onduidelijkheid over biobrandstoffen”, zegt hoogleraar bioscheidingstechnologie Luuk Van der Wielen “Onderzoekers lijken elkaar vaak tegen te spreken. Journalisten gaan met elk rapport aan de haal. Soms zijn de verwachtingen daardoor heel hoog en soms worden de brandstoffen de grond ingeboord. De discussie is niet zo genuanceerd.”

Samen met collega’s in binnen- en buitenland is Van der Wielen een adviesgroep begonnen, de ‘Global Biorenewable Research Society’ (GBR). Het is een soort International Panel on Climate Change, maar dan gericht op biobrandstoffen en andere hernieuwbare materialen zoals bioplastics.

Het gezelschap wil overheden gevraagd en ongevraagd gaan adviseren.
Dertien instituten doen mee, waaronder het Nederlandse Kluyver Centre en B-Basic, en het Amerikaanse Energy Biosciences Institute, het Imperial College en de Universiteit van Cambridge.

Van der Wielen is benoemd als tijdelijk voorzitter of, zoals hij het zelf formuleert: “aanjager van het project”.

“Bij de productie van biobrandstoffen, moet je met allerlei mogelijke bijeffecten rekening houden”, vertelt Van der Wielen. “Als energiegewassen bijvoorbeeld op reeds bestaand landbouwgebied geteeld worden, kan dat alsnog ten koste gaan van regenwoud. Want misschien moesten andere gewassen hiervoor wijken naar bosgebied.”

De Delftenaar denkt dat het GBR de expertise heeft om al dit soort effecten aan elkaar te linken. “Het is goed als er een club komt die bij ieder afzonderlijk geval onderzoekt of biobrandstof duurzaam geproduceerd kan worden of niet.”

Het GBR zal overheden ook adviseren over tweede generatie biobrandstoffen, die naar verwachting gewonnen zullen worden uit reststromen, zoals houtsnippers. Dat is duurzamer omdat je dan geen voedingsgewassen gebruikt.

“Daar zouden overheden op moeten sturen. Hoewel de situatie per land erg verschilt, is het duidelijk dat landen die nu te sterk inzetten op de eerste generatie biobrandstoffen, gemaakt van (voedsel)gewassen zoals maïs en koolzaad, minder duurzaam bezig zijn en zelfs een achterstand riskeren in technologieontwikkeling.”

Waar het GBR haar geld vandaan gaat halen, is nog niet helemaal duidelijk. Nu wordt het gefinancierd door de deelnemende instituten. Sponsoring door bedrijven sluit Van der Wielen op termijn niet uit. “Maar”, zegt hij resoluut, “dit wordt zeker geen lobbyorganisatie voor bedrijven.”

‘Joanna Daudt (54) is fractievoorzitter en voert de lijst van Democratisch Beleid (DB) aan. Ze werkt al 22 jaar als onderwijskundige voor de TU. Ze is bij de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica betrokken bij de kwaliteitszorg van het onderwijs en bij e-learning. DB opereert volgens Daudt onafhankelijk van vakbondsregimes. “Het is leuker om met mensen te praten die van alle kanten naar een probleem kijken.”

Stelling: Het college zet te veel in op internationalisering: van medewerkers kan niet worden verwacht dat zij hun werk (deels) in het Engels doen.
“Ik ben het niet met deze stelling eens, het wordt hier steeds Europeser. Je wilt ook studenten van buiten, maar er moet een goede verhouding zijn. Ik heb er moeite mee als het aantal buitenlandse medewerkers en studenten meer dan vijftig procent wordt, want de TU is wel een Nederlands instituut betaald door de Nederlandse belastingbetaler. Veel buitenlandse medewerkers spreken geen Nederlands: die kunnen nooit bij bachelors onderwijs geven.”

Stelling: Belangrijke onderwerpen als de reorganisatie en de r&o-regeling (beoordelingsregeling) zijn afgerond. De rol van de or is voorlopig uitgespeeld.
“Dat denk ik niet. We moeten nog een robbertje vechten over hoe je de OOD evalueert. In het kader van de OOD is dertig procent van de medewerkers van personeelszaken gereduceerd. Dat merk je heel goed. Ik vind het van een ongelooflijke minachting voor je medewerkers getuigen dat je mensen niet vraagt hoe tevreden ze over dienstverlening zijn. Angsthazerij.”

“Er bestaat veel onduidelijkheid over biobrandstoffen”, zegt hoogleraar bioscheidingstechnologie Luuk Van der Wielen. “Onderzoekers lijken elkaar vaak tegen te spreken. Journalisten gaan met elk rapport aan de haal. Soms zijn de verwachtingen daardoor heel hoog en soms worden de brandstoffen de grond in geboord. De discussie is niet zo genuanceerd.”

Samen met collega’s in binnen- en buitenland is Van der Wielen een adviesgroep begonnen, de Global Biorenewable Research Society (GBR). Het is een soort International Panel on Climate Change, maar dan gericht op biobrandstoffen en andere hernieuwbare materialen zoals bioplastics.

Het gezelschap wil overheden gevraagd en ongevraagd gaan adviseren.
Dertien instituten doen mee, waaronder het Nederlandse Kluyver Centre en B-Basic, en het Amerikaanse Energy Biosciences Institute, het Imperial College en de Universiteit van Cambridge.

Van der Wielen is benoemd als tijdelijk voorzitter of, zoals hij het zelf formuleert, aanjager van het project.

“Bij de productie van biobrandstoffen, moet je met allerlei mogelijke bijeffecten rekening houden”, vertelt Van der Wielen. “Als energiegewassen bijvoorbeeld op reeds bestaand landbouwgebied geteeld worden, kan dat alsnog ten koste gaan van regenwoud. Want misschien moesten andere gewassen hiervoor wijken naar bosgebied.”

De Delftenaar denkt dat het GBR de expertise heeft om al dit soort effecten aan elkaar te linken. “Het is goed als er een club komt die bij ieder afzonderlijk geval onderzoekt of biobrandstof duurzaam geproduceerd kan worden of niet.”

Het GBR zal overheden ook adviseren over tweede generatie biobrandstoffen, die naar verwachting gewonnen zullen worden uit reststromen, zoals houtsnippers. Dat is duurzamer omdat je dan geen voedingsgewassen gebruikt.

“Daar zouden overheden op moeten sturen. Hoewel de situatie per land erg verschilt, is het duidelijk dat landen die nu te sterk inzetten op de eerste generatie biobrandstoffen, gemaakt van (voedsel)gewassen zoals maïs en koolzaad, minder duurzaam bezig zijn en zelfs een achterstand riskeren in technologieontwikkeling.”

Waar het GBR haar geld vandaan gaat halen, is nog niet helemaal duidelijk. Nu wordt het gefinancierd door de deelnemende instituten. Sponsoring door bedrijven sluit Van der Wielen op termijn niet uit. “Maar”, zegt hij resoluut, “dit wordt zeker geen lobbyorganisatie voor bedrijven.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.