Twee keer per jaar organiseert Gertjan de Werk van de sectie technology, dynamica en duurzame ontwikkeling een week waarin het maar om een ding draait: duurzaamheid. Een groep van 25 studenten van zoveel mogelijk verschillende faculteiten brengt met elkaar een week door op een boot.
Half acht. Ergens naast een industrieterrein tussen Utrecht en Amsterdam ligt een stalen boot. Een opmerkelijk fel licht schijnt door de beslagen ruiten, en reflecteert op het donkere water van het Amsterdam-Rijnkanaal. Buiten schijnt de maan door de bomen, binnen kloppen 25 verwachtingsvolle harten. Het is bootweek. Twee keer per jaar organiseert Gertjan de Werk van de afdeling technology, dynamica en duurzame ontwikkeling van de faculteit Techniek, Bestuur en Management een week waarin het maar om een ding draait: duurzaamheid. Een groep van 25 studenten van zo veel mogelijk verschillende faculteiten brengt met elkaar een week door op een boot. Op hun reis door het Hollandse landschap bezoeken ze verschillende locaties waar zich ontwikkelingen voordoen op het gebied van duurzaamheid. Onderweg vinden lezingen en workshops plaats en wordt gediscussieerd, gegeten, weinig geslapen, veel gelachen en gepraat.
De Werk: “De bootweek wordt gehouden sinds 2001 op initiatief van de Commissie Duurzame Ontwikkeling. Die was van mening dat duurzaamheid in het onderwijs geïntegreerd moest worden. Ik was zelf een van de eerste deelnemers. Wat ik zag gebeuren op die boot was geweldig. De energie die daar vrijkwam en het besef dat er echt iets moet gebeuren en dat wij dat kunnen doen.”
Duurzaamheid is de toekomst, realiseerde De Werk. “Na afloop wilde ik dat gevoel vasthouden, iets bijdragen. Nu organiseer ik al zes jaar lang, twee keer per jaar, een bootweek en doe ik onderzoek naar duurzame ontwikkeling.”
Het is een goed voorbeeld van het mogelijke effect van de bootweek. Veel van de sprekers aan boord zijn zelf ex-deelnemers en vertellen over hun duurzame avonturen en initiatieven. Geïnspireerd door elkaar en de sprekers, de voorbeelden die laten zien hoe het ook kan, en dat het kan, raken studenten steeds enthousiaster om met elkaar na te denken over een duurzame toekomst. Er is aan boord geen moment rust, want er is geen tijd te verliezen als het gaat om het redden van de wereld. Het programma begint om half acht ‘s ochtends en eindigt meestal pas na half twaalf
’s avonds. Tussen de activiteiten door is er af en toe een koffiepauze. Deze wordt gretig benut om informeel met elkaar van gedachten te wisselen, vragen te stellen en verder te discussiëren.
Zo leren de studenten dat de afvalverwerkingsfabriek van Amsterdam de duurzaamste ter wereld is. En dat Delft koploper is in de ontwikkeling van duurzame drijvende steden. Dat palmolie, sojabonen en suikerbieten niet bepaald duurzaam zijn vanwege de productie, ontbossing en het aantal bestrijdingsmiddelen. En wat is duurzaamheid eigenlijk? De Werk: “Ik wil via de bootweek studenten laten zien dat duurzame ontwikkeling heel complex is en dat er veel te doen is, maar dat het tegelijk een enorme uitdaging is die we met zijn allen moeten aanpakken. Op de boot krijgen de studenten de kans hun kennis te delen en realiseren zich dat ze zo tot echte oplossingen kunnen komen.”
Moe van een hele week excursies, discussies en het oplossen van wereldproblemen, drinken de deelnemers een biertje en wachten op de laatste spreker: rector Fokkema. Bij binnenkomst poneert hij meteen de hamvraag: “Is de TU Delft het aan de maatschappij verplicht zijn studenten te onderwijzen in duurzaamheid?” Er klinkt een bijna unaniem ‘ja’. “Dat is fijn. Daar zijn we het dan over eens.” Dan is het tijd om te feesten en trekt de groep richting hartje Utrecht. Er wordt gedanst tot diep in de nacht. De volgende ochtend staat de groep met brakke zeebenen op de kade van Amsterdam om ieder zijn eigen weg te gaan. Maar niet voor er e-mailadressen, telefoonnummers en facebook-gegevens zijn uitgewisseld. Want de bootweek is voorbij, maar de uitdaging is pas net begonnen. En daar hebben ze elkaar hard bij nodig.
Comments are closed.