Met ingeschakelde sensors kan een drone perfect stil hangen in het lab. Maar hij begint te wiebelen als een insect voor een bloem met alleen camera’s voor oriëntatie. Een demo van de onderzoekers van het TU Delft MAV-lab (micro air vehicles), samen met Franse collega’s (Aix Marseille Universite, CNRS), toont de verwantschap tussen insecten en kleine drones.
Anders dan drones hebben insecten hebben geen orgaan dat versnellingen waarneemt, dus de vraag was hoe zij zich oriënteren. Dat gaat door een combinatie van visuele waarneming van beweging en een mentaal model van de eigen beweging, schrijven de onderzoekers deze week in Nature.
Dr. Guido de Croon, hoogleraar bio-inspired micro air vehicles bij de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, zegt daarover: “Het hebben van een bewegingsmodel betekent dat een robot of dier kan voorspellen hoe het zal bewegen wanneer het acties onderneemt. Zo kunnen ook drones bijvoorbeeld voorspellen wat er gebeurt als ze hun twee rechter propellers sneller laten draaien dan hun linker propellers. Aangezien de houding van een drone bepaalt in welke richting hij versnelt, en deze richting kan worden opgepikt door veranderingen in de optische stroming, stelt de combinatie ervan een drone in staat om zijn houding te bepalen.”
De vinding kan toegepast worden in het terugbrengen van het aantal sensors bij de miniaturisering van insect-achtige drones.
De onderzoekers produceerden deze korte video van 2 minuten:
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
j.w.wassink@tudelft.nl
Comments are closed.