Onderwijs

Drie topinstituten met TU-inbreng goedgekeurd

In de race om de nieuwe technologische topinstituten die op initiatief van minister Wijers van Economische Zaken tot stand moeten komen, is Delft goed uit de bus gerold.

Bij drie van de vier goedgekeurde plannen zijn TU-vakgroepen betrokken.

Wijers maakte deze week de vier kandidaten voor de status van leading technology institute bekend. Het gaat om de instituten metalen, telematica, polymeren en voeding waarvoor de minister jaarlijks 55 miljoen gulden aan subsidie uittrekt. Afgevallen zijn duurzame technologie en logistiek en transport. Bij die laatste was Delft in sterke mate betrokken, maar een commissie van wijze mannen vond het voorstel te versnipperd en onvoldoende rijp.

De zogeheten TTI’s (technologisch top instituut) voldoen nog niet aan alle eisen. Vooral de (financiële) inbreng van de industrie vindt Wijers nog te weinig en soms zijn bevoegdheden onvoldoende geregeld. Op 1 april wil de minister de TTI’s in kannen en kruiken hebben.

Zo moeten chemiegiganten DSM en Shell meer meebetalen aan het polymeren-instituut, dat weliswaar wordt geleid vanuit de TU Eindhoven maar ook Groningen, Twente en Delft als deelnemers heeft. Het Delftse polymerenonderzoek, dat twee weken geleden nog door een reorganisatie werd bedreigd, krijgt er volgens dit voorstel juist een extra leerstoel bij. Prof.dr.ir. A. Posthuma de Boer is blij met dit vooruitzicht en meldt dat inmiddels intensief overleg gaande is tussen faculteit en college van bestuur.

Het telematica-instituut heeft Twente als penvoerder maar ook hier is de Delftse inbreng fors. ,,Ik denk dat we voldoende kunnen meedraaien in de kern van het onderzoek”, aldus dr.ir. A. Verbraeck van de sectie systeemkunde van TB (Technische Bestuurskunde). Behalve TB zijn Elektrotechniek, Technische Wiskunde en Informatica, en Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen betrokken.

Bij het metalen-initiatief is al een partneragreement afgesloten tussen TNO en de vier betrokken universiteiten in Groningen, Twente, Delft en Eindhoven. Dit instituut, waarin vrijwel de gehele metaaltechnologie is samengebracht, is het verst gevorderd. Delft levert zeven van de elf deelnemende groepen, te weten warmtebehandeling van metalen van prof. van der Zwaag, stollingstechnologie van Katgerman, laminaten van Vogelesang, corrosietechnologie van De Wit en lastechnologie van Den Ouden. De fundamentele aspecten komen voor rekening van Mittemeijer (fysische en chemische materiaalkunde) en Van der Giesen (laboratorium voor technische mechanica en vezeltechniek). (HOP/F.S./H.O.)

In de race om de nieuwe technologische topinstituten die op initiatief van minister Wijers van Economische Zaken tot stand moeten komen, is Delft goed uit de bus gerold. Bij drie van de vier goedgekeurde plannen zijn TU-vakgroepen betrokken.

Wijers maakte deze week de vier kandidaten voor de status van leading technology institute bekend. Het gaat om de instituten metalen, telematica, polymeren en voeding waarvoor de minister jaarlijks 55 miljoen gulden aan subsidie uittrekt. Afgevallen zijn duurzame technologie en logistiek en transport. Bij die laatste was Delft in sterke mate betrokken, maar een commissie van wijze mannen vond het voorstel te versnipperd en onvoldoende rijp.

De zogeheten TTI’s (technologisch top instituut) voldoen nog niet aan alle eisen. Vooral de (financiële) inbreng van de industrie vindt Wijers nog te weinig en soms zijn bevoegdheden onvoldoende geregeld. Op 1 april wil de minister de TTI’s in kannen en kruiken hebben.

Zo moeten chemiegiganten DSM en Shell meer meebetalen aan het polymeren-instituut, dat weliswaar wordt geleid vanuit de TU Eindhoven maar ook Groningen, Twente en Delft als deelnemers heeft. Het Delftse polymerenonderzoek, dat twee weken geleden nog door een reorganisatie werd bedreigd, krijgt er volgens dit voorstel juist een extra leerstoel bij. Prof.dr.ir. A. Posthuma de Boer is blij met dit vooruitzicht en meldt dat inmiddels intensief overleg gaande is tussen faculteit en college van bestuur.

Het telematica-instituut heeft Twente als penvoerder maar ook hier is de Delftse inbreng fors. ,,Ik denk dat we voldoende kunnen meedraaien in de kern van het onderzoek”, aldus dr.ir. A. Verbraeck van de sectie systeemkunde van TB (Technische Bestuurskunde). Behalve TB zijn Elektrotechniek, Technische Wiskunde en Informatica, en Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen betrokken.

Bij het metalen-initiatief is al een partneragreement afgesloten tussen TNO en de vier betrokken universiteiten in Groningen, Twente, Delft en Eindhoven. Dit instituut, waarin vrijwel de gehele metaaltechnologie is samengebracht, is het verst gevorderd. Delft levert zeven van de elf deelnemende groepen, te weten warmtebehandeling van metalen van prof. van der Zwaag, stollingstechnologie van Katgerman, laminaten van Vogelesang, corrosietechnologie van De Wit en lastechnologie van Den Ouden. De fundamentele aspecten komen voor rekening van Mittemeijer (fysische en chemische materiaalkunde) en Van der Giesen (laboratorium voor technische mechanica en vezeltechniek). (HOP/F.S./H.O.)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.