Onderwijs

Domper na vreugde over uitstel

Het Tweede Kamerdebat over de langstudeerregeling heeft donderdag/vandaag weinig opgeleverd. Staatssecretaris Zijlstra deed in de eerste termijn geen verdere concessies aan de oppositie.


Domper


Het grootste bezwaar van het parlement – een overgangsrecht voor huidige studenten – had Zijlstra gisteravond al weggenomen door te besluiten om de boete een jaar uit te stellen. Daarmee was de angel uit het debat.




De oppositie sprak haar waardering uit voor het uitstel, maar kreeg op haar andere kritiekpunten nul op het rekest. Zijlstra is nog steeds niet van plan om aan de wet een hardheidsclausule toe te voegen, zoals de ChristenUnie vroeg. Studenten die ziek worden of zwanger, hebben pech als ze om die reden langer over hun studie doet. Ook met deeltijdstudenten heeft hij geen medelijden. Wie langzamer studeert dan de nominale duur van voltijdstudies moet straks gewoon drieduizend euro boete betalen.




Zijlstra wil de wet, ondanks het uitstel, onverminderd snel invoeren. Als het even kan treedt die per 1 september in werking: alleen krijgen langstudeerders het eerste jaar een boete van nul euro. Een jaar later gaat hun collegegeld met drieduizend euro omhoog.




Het laatste woord is overigens nog niet gezegd over de wet. De kamer kwam vandaag slechts toe aan één termijn vragen en antwoorden. Wanneer het debat wordt hervat is nog niet bekend.


,Zwanger


Fractievoorzitter Rouvoet van de ChristenUnie had er in een amendement op aangedrongen dat de langstudeerwet – net als de wet op de studiefinanciering – een regeling moet bevatten voor individuele studenten in bijzondere situaties.




Zijlstra wil daar niet aan. Alleen studenten met een structurele handicap vormen een uitzondering op zijn regels en krijgen een extra uitloopjaar. Op de vraag van Rouvoet of dit kan betekenen dat – bijvoorbeeld – zwangere studenten hun langstudeerboete bij de ene instelling vergoed krijgen uit het profileringsfonds en bij de andere niet, antwoordde hij bevestigend.




Verwijzend naar artikel 23 van de Grondwet, dat de autonomie van instellingen waarborgt, noemde hij dat een beslissing die een hogeschool of universiteit het best zelf kan nemen. “De ene zwangere student is de andere niet, en dat kan het best door de instelling zelf worden ingeschat.” Ook wees hij erop dat studenten tegen zo’n beslissing in beroep kunnen gaan.

Nou, dat is hem dan: welgeteld 168 pagina’s zorgvuldig beargumenteerde tekst, compleet met vraagstelling, resultaten, conclusie, en een lange, lange reeks referenties. Een proefschrift. Verslag van een kleine vijf jaar onderzoek naar maatschappelijke verantwoordelijkheid in de wetenschap. Ik zou dolblij moeten zijn: hoe vaak heb ik niet naar dit moment uitgekeken? Na jaren van peinzen, piekeren en ploeteren, van schrijven, schrappen en herschrijven, was daar eindelijk het verlossende woord: het is goed zo. Stuur maar op naar de leescommissie. Je kunt weer verder met je leven.
Toch smaakt de overwinning minder zoet dan verwacht, want gedurende het promotietraject heeft er een vrijwel onmerkbare maar onomkeerbare transformatie plaatsgevonden. De wilde ideeën van weleer zijn langzaam verwelkt, verdord, verworden tot belegen concepten. Om aan de strenge wetenschappelijke normen van zorgvuldigheid, betrouwbaarheid en reproduceerbaarheid te voldoen, is elke vorm van frivoliteit, en alles wat riekt naar speculatie of giswerk, uitgebannen. Wat overbleef, is precies wat ik bij aanvang hoopte dat mijn proefschrift niet zou worden: droge, ontoegankelijke kost. De paar originele ideeën die de toets der kritiek hebben doorstaan, gaan verscholen achter lange passages met verregaande precisering, specificering en contextualisering. Dat is de keerzijde van deze proeve van bekwaamheid: naarmate het schrijfproces vordert, krijgt datgene wat je in een proefschrift moet zeggen de overhand, waarbij het allengs moeilijker wordt om vast te houden aan wat je eigenlijk wil zeggen.
Voor zover ik weet, ervaren vrijwel alle collega-promovendi diezelfde teleurstelling: ik ken er geen een die zijn of haar proefschrift met plezier terugleest. De meesten zouden de hele uitgave het liefst ritueel verbranden. Niet dat dat veel zou uitmaken, want op een enkele overijverige promotor na is er vrijwel niemand zo gek het hele boekwerk door te worstelen. Een vluchtige blik in de inleiding, even kijken of je naam in het dankwoord staat, en dat is het dan wel zo’n beetje. Dat besef maakt het voor de promovendus overigens niet makkelijker: je hele ziel en zaligheid in een boekwerk stoppen waarvan je weet dat het door hooguit een handjevol mensen vluchtig doorgebladerd wordt.
Na de zomer volgt een laatste kastijding door mijn hooggeleerde opponenten, waarbij het hele bouwwerk nog een keer tot de grond toe wordt afgebroken, een laatste les in bescheidenheid. De beloning: toetreding tot de orde der academici. Wie weet, misschien begrijp ik het nut van de hele lijdensweg beter als ik straks aan de andere kant van die streep sta. In ieder geval kijk ik er nu al ontzettend naar uit om het mijn toekomstige aio’s verschrikkelijk moeilijk te gaan maken, want we gaan die doctorstitel natuurlijk niet cadeau geven – quod erat demonstrandum.

Daan Schuurbiers reflecteert op het universitaire leven vanaf zijn nieuwe werkplek aan de Universiteit Utrecht.
 

Domper

Het grootste bezwaar van het parlement – een overgangsrecht voor huidige studenten – had Zijlstra gisteravond al weggenomen door te besluiten om de boete een jaar uit te stellen. Daarmee was de angel uit het debat.

De oppositie sprak haar waardering uit voor het uitstel, maar kreeg op haar andere kritiekpunten nul op het rekest. Zijlstra is nog steeds niet van plan om aan de wet een hardheidsclausule toe te voegen, zoals de ChristenUnie vroeg. Studenten die ziek worden of zwanger, hebben pech als ze om die reden langer over hun studie doet. Ook met deeltijdstudenten heeft hij geen medelijden. Wie langzamer studeert dan de nominale duur van voltijdstudies moet straks gewoon drieduizend euro boete betalen.

Zijlstra wil de wet, ondanks het uitstel, onverminderd snel invoeren. Als het even kan treedt die per 1 september in werking: alleen krijgen langstudeerders het eerste jaar een boete van nul euro. Een jaar later gaat hun collegegeld met drieduizend euro omhoog.

Het laatste woord is overigens nog niet gezegd over de wet. De kamer kwam vandaag slechts toe aan één termijn vragen en antwoorden. Wanneer het debat wordt hervat is nog niet bekend.

Zwanger

Fractievoorzitter Rouvoet van de ChristenUnie had er in een amendement op aangedrongen dat de langstudeerwet – net als de wet op de studiefinanciering – een regeling moet bevatten voor individuele studenten in bijzondere situaties.

Zijlstra wil daar niet aan. Alleen studenten met een structurele handicap vormen een uitzondering op zijn regels en krijgen een extra uitloopjaar. Op de vraag van Rouvoet of dit kan betekenen dat – bijvoorbeeld – zwangere studenten hun langstudeerboete bij de ene instelling vergoed krijgen uit het profileringsfonds en bij de andere niet, antwoordde hij bevestigend.

Verwijzend naar artikel 23 van de Grondwet, dat de autonomie van instellingen waarborgt, noemde hij dat een beslissing die een hogeschool of universiteit het best zelf kan nemen. “De ene zwangere student is de andere niet, en dat kan het best door de instelling zelf worden ingeschat.” Ook wees hij erop dat studenten tegen zo’n beslissing in beroep kunnen gaan.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.