Opinie

‘Doe eerst die dijken maar, anders zijn we straks niet eens meer in staat om te doen aan ontwikkelingswerk’

Pensioenleeftijd, Europa, marktwerking in de zorg; VVD en PvdA hebben genoeg hoofdpijndossiers te bespreken voordat ze een coalitie kunnen smeden. Maar de Haagse politici hebben meer structurele problemen op te lossen, problemen waar Delftse wetenschappers aan werken binnen de Delft Research Initiatives (DRI’s).

Zij voorzien Rutte en Samsom graag van ongevraagd advies.


Onzalig idee

Nederland is trots op haar dijken; experts van over de hele wereld komen er al decennia lang speciaal voor naar hier. Maar dertig procent is onveilig en de overheid laat het bewust zo. Tijd voor een nieuwe filosofie.


Dat betoogt prof.dr.ir. Han Vrijling, hoogleraar waterveiligheid en waterbouwkundige constructies en voorzitter van het Delft Infrastructures and Mobility Initiative. “De beveiliging tegen overstromingen is niet goed geregeld. Eén derde van de dijken voldoet niet. Eens in de zes jaar zouden dijken worden gecontroleerd. Dat is omgezet naar eens in de twaalf jaar. Zo hoor je misschien minder vaak dat het niet goed is, maar het probleem is er niet mee opgelost. En dat terwijl de oplossing van een verrassende eenvoud is. Natuurlijk is het in een stedelijke omgeving moeilijk dijken te verhogen. Daarom doen wij, met een beurs van technologiestichting STW, onderzoek naar functionele dijken. Dat zijn dijken waar bijvoorbeeld een parkeergarage in zit, of waar een wandelweg overheen loopt. Of dijken geïntegreerd in lucht- en zeehavens. Dat is technisch te realiseren, maar bestuurlijk lastig. Verschillende wetten, zoals bouwregelgeving en infrastructuurwetten, komen samen. Waarom de politiek de dijken niet aanpakt? Dat heeft te maken met geld en politieke wil. We geven 0,7 procent van ons binnenlands product uit aan ontwikkelingssamenwerking. Prima. Het onderhoud van de dijken kost veel minder, namelijk 0,1 procent. Ik denk: doe eerst die dijken maar, anders zijn we straks niet eens meer in staat om aan ontwikkelingswerk te doen. Maar de regering heeft gekozen voor meerlaagse veiligheid. Dat concept is mijn grootste angst. De eerste laag zijn de dijken, maar daarna zegt de overheid tegen haar burgers: “Waarom woont u zo onveilig? Zorg maar dat u in een waterbestendig huis woont.” Dat is de tweede laag. De derde laag is vluchten. Maar denk je in dat half Nederland onder een meter water verdwijnt. De economische schade zal gigantisch zijn, want alles valt stil. Een onzalig idee.”


Tikkende tijdbom

Nederland loopt achter met duurzame energieopwekking. Complexe regelgeving, trage overlegstructuren en de Groningse gasbel maken het moeilijk een echte omslag te maken naar een duurzame gebouwde omgeving. Toch is dat precies wat er moet gebeuren.


Dat zegt prof.dr.ir. Arjan van Timmeren, hoogleraar environmental technology and design, bij de afdeling stedenbouw (Bouwkunde) en betrokken bij het Delft Environment Initiative, dat zich richt op een duurzame leefomgeving. “Bij de ruimtelijke ordening in Nederland houden we overal rekening mee, we zorgen voor voldoende waterberging, we tellen vleermuizen en we rekenen minutieus aan geluid en fijnstof. Maar planners en ontwerpers hebben nagenoeg geen kennis van actuele energievraagstukken. Om een nieuwe, duurzame energie-inrichting te realiseren, is een betere afstemming tussen ruimte en energie nodig. Duurzame energiebronnen vergen veel meer oppervlakte per KWh dan een kolencentrale. Laten we beginnen met het slimmer op elkaar afstemmen van bovengrondse en ondergrondse planning, via uit hernieuwbare bron gevoede warmtenetten en smart grids (intelligente energienetwerken, red.). Vooral in de bestaande gebouwde omgeving is dat moeilijk. De meest urgente plekken zijn de sociaal zwakkere wijken, vaak gebouwd in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Isolatie en bouwkwaliteit zijn daar relatief slecht. Tegelijkertijd stijgen de energieprijzen. Dat betekent dat de sociaal zwakkeren relatief de hoogste energielasten hebben. Dat is een tikkende tijdbom. Woningen in deze wijken moeten geïsoleerd worden en voorzien van zuiniger apparatuur. Ook moet restwarmte beter worden benut en moet het resterende deel van de energie komen uit hernieuwbare bronnen. Het energienetwerk wordt daarbij de komende twintig jaar een stuk complexer doordat het aandeel van deze ‘variabele’ bronnen zal toenemen. Het zal veel schelen als we de pieken in energievraag en -aanbod beter op elkaar afstemmen, via slimme opslagsystemen en verdeelnetten. Laten we deze broodnodige energietransitie zo snel mogelijk inzetten, want we lopen achter qua aandeel van duurzame energie in onze energieopwekking. Ik denk dat het te maken heeft met de complexiteit van onze ruimtelijke ordening én met onze overlegcultuur. En vergeet de gasbel in Groningen niet. Die drukt ons gevoel van urgentie volledig naar achteren.”


‘Langer vitaal houden’

De vergrijzing is helemaal niet zo problematisch als altijd wordt beweerd. Slimme oplossingen kunnen de zorgkosten minder hard doen stijgen. Dat meent prof.dr.ir. Lucas van Vliet, wetenschappelijk directeur van het Delft Health Initiative (DHI), het overkoepelende Delftse onderzoekscluster op zorggebied.


“Discussies over de zorg lenen zich niet voor soundbites van dertig seconden. Het heeft te maken met preventie, genezing, de verzorging van gehandicapten en ouderen, kosten en kwaliteit. Ik heb geen politicus kunnen betrappen op een integrale visie. Daar werken wij wel aan. De vergrijzing is een duidelijk gegeven. Dat is problematisch, zegt men altijd. Binnen het zogenaamde ‘vitaliteitsprogramma’ van Medical Delta in samenwerking met het DHI hebben we hier een andere kijk op. Ouderen hebben meerwaarde. We moeten ouderen langer in de maatschappij en op de arbeidsmarkt houden. We kunnen de bevolking langer vitaal houden, de kosten drukken en profiteren van een hogere productiviteit. Wat we verzekeren via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), moeten we in dit licht bekijken. De elektrische scooter zit bijvoorbeeld in de AWBZ, maar de elektrische fiets niet. Waarom? De elektrische fiets houdt ouderen langer vitaal. Om mensen langer zelfredzaam te houden, is het ook belangrijk dat we onze leefomgeving anders inrichten. Er moeten meer communicatiemiddelen komen in huizen waardoor ouderen contact kunnen onderhouden met mantelzorgers en zorgverleners. We moeten ict-middelen ontwikkelen die zo eenvoudig zijn dat ouderen ermee overweg kunnen. Er moet meer technologie komen waarmee hulpverleners ouderen kunnen monitoren zonder hun privacy aan te tasten. Dat de kosten voor de zorg stijgen, is onvermijdelijk. Maar we kunnen de curve afvlakken. Als onze levenskwaliteit toeneemt, dan zijn we bereid die kosten te betalen. Over dit soort zaken heb ik niemand gehoord tijdens de verkiezingscampagnes.”


Eiland vol halffabricaten

Voor zover energie al een thema was tijdens de verkiezingscampagnes, sneden politici het onderwerp verkeerd aan. Ze moeten ondernemerschap en creativiteit tonen. Dat vindt hoogleraar future energy systems prof.dr. Ad van Wijk (TNW). Zijn werk valt onder het Delft Energy Initiative.


“Wij hebben in Nederland een goed ontwikkelde petrochemische industrie en een goede link naar het achterland. We zouden daarom moeten inzetten op biobased economy. Zoals een eiland maken op de Noordzee waar we bijvoorbeeld ethyleen produceren. Ethyleen is een van de basiselementen van de chemie. Daar wordt plastic van gemaakt. In plaats van ethyleen te produceren uit olie – wat nu meestal gebeurt – maken we het van ethanol. Dat ethanol kun je op zijn beurt maken van suikerriet. We schakelen dus over naar biomaterialen.


Op dat eiland produceren we tevens biodiesel en stoffen uit algen voor de farmaceutische industrie. Het is handig om al die industrieën op dat eiland geconcentreerd te hebben, omdat ze halffabricaten aan elkaar kunnen leveren. Ook komt er plek voor de offshore windindustrie. De rotorbladen van de grootste windmolens zijn zo groot dat je ze niet over land kunt transporteren. Daarom moeten ze aan de kust gemaakt worden. Naast het eiland komt een industrieel stadje, een drijvend stadje. Eén van mijn ideeën voor de energievoorziening op het vaste land behelst de inzet van auto’s als energiecentrales. De brandstofcel komt er namelijk aan. Straks hebben we die allemaal in onze auto om elektrisch te kunnen rijden. In feite rijdt iedereen dan in kleine elektriciteitscentrales van zo’n 100 kilowatt. In parkeergarages kunnen die brandstofcellen – die een heel hoog rendement hebben – elektriciteit leveren aan het net. Vijfhonderd geparkeerde auto’s kunnen alle woningen in Delft van elektriciteit voorzien. De overheid moet anticiperen op deze ontwikkeling.”


Acceptabele risico’s

Hoe veilig is het elektronisch patiëntendossier? En wat weten we van digitale oorlogsvoering? De politiek moet nadenken over een acceptabel veiligheidsniveau op internet. Dat vindt ict-expert dr.ir. Jan van den Berg van de faculteit Techniek, Bestuur en Management. Ict is geen aparte DRI, maar is niettemin een speerpunt van de TU.


“Ict is een van de drijvende krachten achter de economie. Tegelijkertijd is er een keerzijde: de samenleving wordt steeds afhankelijker van de ict-techniek, terwijl die intrinsiek onveilig is. We zouden het moeten hebben over de risico’s. Voor de dijken heeft de politiek al aangegeven wat acceptabele risico’s zijn: eens in de tienduizend jaar mag, voor sommige gebieden, een omliggende dijk het begeven. In het verkeer vindt men zeshonderd doden per jaar in Nederland ‘acceptabel’. Het vaststellen van een acceptabel veiligheidsniveau op internet is waarschijnlijk veel complexer.


Op sommige terreinen kunnen we misschien beter beslissen om de verbindingsstekker met internet eruit te trekken, ook al is dat economisch niet prettig. Neem de connectiviteit van onze waterwerken: of stuwen open of dicht gaan wordt deels via data-uitwisseling over internet bepaald. Als een vijandig land Nederland wil raken, kan het proberen op afstand vitale gebieden onder te laten lopen. Een ander voorbeeld is het elektronisch patiëntendossier. Als straks de ict-voorziening uitvalt, kunnen patiënten dan nog behandeld worden? Is dat risico expliciet meegenomen toen besloten werd tot invoering? Iets anders waar ik Nederlandse politici niet in het openbaar over hoor spreken is cyberoorlogsvoering. De Nederlandse overheid heeft recentelijk een aantal drones gekocht. Hoe die worden gebruikt en hoe soldaten ermee om moeten gaan, is met onduidelijkheid omgeven. Het is de hoogste tijd openheid van zaken te krijgen en een publiek-politiek debat te starten over de inzet van ict in het algemeen en in digitale oorlogsvoering in het bijzonder.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.