Het experiment met docent-mentoren in het eerste jaar van de opleiding werktuigbouw en maritieme techniek (WbMT) is geslaagd. Bijna alle deelnemers, studenten en docenten, oordelen positief over het project.
Samen met andere maatregelen is het docent-mentorenproject verantwoordelijk voor een verdubbeling van het aantal positieve studieadviezen, aldus onderwijsdirecteur dr.ir. S.A. Miedema.
Aanleiding voor het project, opgezet door ir. G. Hommel, was het tegenvallende propedeuserendement. Eerstejaarsstudenten leren in het project hoe een studieplanning te maken, zodat zij meer oog voor hun studieverloop krijgen. Veel studenten bleken ook onbekend met de facultaire organisatie. Ander onderdeel van het project is dan ook het bezoeken van vakgroepen onder leiding van de docent-mentoren.
Ook voor docenten levert dit project een meerwaarde op, volgens Miedema. ,,Docenten krijgen zo direct van de studenten te horen hoe het onderwijs en de facultaire organisatie op hen overkomen.” Dr. J. Snippe van de WTM-sectie didactiek en onderwijsontwikkeling, die het project begeleidde, haalt de opmerking van een student maritieme techniek aan die na verloop van maanden ‘nog geen schip gezien’ had. Zo’n opmerking kan nu meteen door de docent worden opgepikt.
De studenten worden in groepjes van tien begeleid door een student- en een docent-mentor. Een half jaar lang zijn zij ongeveer een uur per week kwijt aan de begeleiding. De eerstjaars krijgen daarvoor een halve studiepunt. Het is dus een verplicht onderdeel van de propedeuse.
Het project is niet vrijblijvend voor studenten maar gaat niet verder dan begeleiding. ,,We slaan niet met de vuist op tafel als een student een vak niet gehaald heeft”, vertelt Miedema, zelf ook mentor.
Bij Technische Wiskunde en Informatica zijn al langer docenten bij het mentoraat betrokken. Het voorbeeld van WbMT zal spoedig gevolgd worden door de faculteit Civiele Techniek die voor het project al een aanvraag uit het studeerbaarheidsfonds van minister Ritzen heeft gedaan. (Jrn)
Het experiment met docent-mentoren in het eerste jaar van de opleiding werktuigbouw en maritieme techniek (WbMT) is geslaagd. Bijna alle deelnemers, studenten en docenten, oordelen positief over het project. Samen met andere maatregelen is het docent-mentorenproject verantwoordelijk voor een verdubbeling van het aantal positieve studieadviezen, aldus onderwijsdirecteur dr.ir. S.A. Miedema.
Aanleiding voor het project, opgezet door ir. G. Hommel, was het tegenvallende propedeuserendement. Eerstejaarsstudenten leren in het project hoe een studieplanning te maken, zodat zij meer oog voor hun studieverloop krijgen. Veel studenten bleken ook onbekend met de facultaire organisatie. Ander onderdeel van het project is dan ook het bezoeken van vakgroepen onder leiding van de docent-mentoren.
Ook voor docenten levert dit project een meerwaarde op, volgens Miedema. ,,Docenten krijgen zo direct van de studenten te horen hoe het onderwijs en de facultaire organisatie op hen overkomen.” Dr. J. Snippe van de WTM-sectie didactiek en onderwijsontwikkeling, die het project begeleidde, haalt de opmerking van een student maritieme techniek aan die na verloop van maanden ‘nog geen schip gezien’ had. Zo’n opmerking kan nu meteen door de docent worden opgepikt.
De studenten worden in groepjes van tien begeleid door een student- en een docent-mentor. Een half jaar lang zijn zij ongeveer een uur per week kwijt aan de begeleiding. De eerstjaars krijgen daarvoor een halve studiepunt. Het is dus een verplicht onderdeel van de propedeuse.
Het project is niet vrijblijvend voor studenten maar gaat niet verder dan begeleiding. ,,We slaan niet met de vuist op tafel als een student een vak niet gehaald heeft”, vertelt Miedema, zelf ook mentor.
Bij Technische Wiskunde en Informatica zijn al langer docenten bij het mentoraat betrokken. Het voorbeeld van WbMT zal spoedig gevolgd worden door de faculteit Civiele Techniek die voor het project al een aanvraag uit het studeerbaarheidsfonds van minister Ritzen heeft gedaan. (Jrn)
Comments are closed.