Onderwijs

Dingetjes doen

Wat hebben een accountant, een automatiseringsdeskundige, een verpleegster, een boer en een extraneus gemeen? Ze zijn allemaal lid van de afdeling Delft van de Rotaract, een soort jongerenafdeling van de Rotary.

Net als zijn oudere broertje is de Rotaract een ‘serviceclub’, wat wil zeggen dat de leden zich inzetten voor de samenleving. En om dat zo goed mogelijk te doen, is het de bedoeling dat de club bestaat uit mensen, die uit zoveel mogelijk lagen van die samenleving afkomstig zijn.

Rotaract afdeling Delft heeft momenteel twaalf leden van nogal verschillende pluimage, zoals uit het eerdergenoemde rijtje blijkt. Maar wie het nog eens goed bekijkt, mist daarin wel een essentieel onderdeeltje uit de samenleving: de student. Om die leemte te vullen, en daarnaast omdat de club sowieso best wat mag groeien, organiseerde de afdeling afgelopen woensdagavond een informatieavond in de Nonnerie, in het Prinsenhof.

,,Rotaract is niet een hockeyteam dat gezellig doet en aan Artsen zonder Grenzen geld schenkt uit papa’s portemonnee, maar een gezellige club vrienden, in de leeftijd tussen achttien en dertig jaar, die allemaal dingetjes doen ten dienste van de maatschappij”, legt Tanny Augustinus het verschil uit tussen de werkelijkheid en het beeld dat buitenstaanders van de club hebben. ,,Zo hebben we wilgen geknot en gaan we één keer per drie weken sporten met de lichamelijk en geestelijk gehandicapten van Craeyenburgh. Ook doen we veel met het Aids-fonds”, vertelt Augustinus, wijzend op het Aids-fonds-speldje op haar revers.

Helaas is momenteel dit soort maatschappelijk engagement een beetje uit. Dit heeft tot gevolg gehad dat het ledenaantal flink geslonken is, zodat het gevaar bestaat dat de Rotaract straks, net als de Rotary, de kerk en de hele verzorgingsmaatschappij trouwens, naast de Communistische Partij in de vuilnisbak met verfrommelde idealen belandt. Om die dreiging af te wenden is de informatieavond georganiseerd. ,,We hopen eigenlijk op ongeveer tien nieuwe leden”, zegt Augustinus. ,,En dat moet toch lukken? We zeggen weleens tegen elkaar: Zo raar zijn we toch ook weer niet? Dan moeten er toch nog meer mensen zijn zoals wij?”

Het mag duidelijk zijn dat je geen Rotaract-lid wordt omdat dat mooi staat op je cv of om aan je netwerk te werken (,,hoewel Rotaracters steeds vaker doorstromen naar de Rotary, omdat die ook met ledenproblemen zitten”, aldus Augustinus). Het moet dieper zitten. Augustinus bijvoorbeeld, al zes jaar lid, heeft zeker een soort ‘sociaal bewustzijn’, al wil ze ook weer niet zover gaan zichzelf een idealist te noemen. Maar gelukkig voor de wat moderner en individueler ingestelde mens, hebben de leden ook zelf baat bij hun lidmaatschap. ,,Je hebt de mogelijkheid om dingen te ondernemen en daar leer je van. Bovendien is de gezelligheid te vergelijken met een jaarclub”, vindt Augustinus. ,,Je wordt vrienden voor het leven.” Ze denkt nog even diep na. ,,Tenminste, met sommigen.” (M.P.)

Michael Persson

Wat hebben een accountant, een automatiseringsdeskundige, een verpleegster, een boer en een extraneus gemeen? Ze zijn allemaal lid van de afdeling Delft van de Rotaract, een soort jongerenafdeling van de Rotary. Net als zijn oudere broertje is de Rotaract een ‘serviceclub’, wat wil zeggen dat de leden zich inzetten voor de samenleving. En om dat zo goed mogelijk te doen, is het de bedoeling dat de club bestaat uit mensen, die uit zoveel mogelijk lagen van die samenleving afkomstig zijn.

Rotaract afdeling Delft heeft momenteel twaalf leden van nogal verschillende pluimage, zoals uit het eerdergenoemde rijtje blijkt. Maar wie het nog eens goed bekijkt, mist daarin wel een essentieel onderdeeltje uit de samenleving: de student. Om die leemte te vullen, en daarnaast omdat de club sowieso best wat mag groeien, organiseerde de afdeling afgelopen woensdagavond een informatieavond in de Nonnerie, in het Prinsenhof.

,,Rotaract is niet een hockeyteam dat gezellig doet en aan Artsen zonder Grenzen geld schenkt uit papa’s portemonnee, maar een gezellige club vrienden, in de leeftijd tussen achttien en dertig jaar, die allemaal dingetjes doen ten dienste van de maatschappij”, legt Tanny Augustinus het verschil uit tussen de werkelijkheid en het beeld dat buitenstaanders van de club hebben. ,,Zo hebben we wilgen geknot en gaan we één keer per drie weken sporten met de lichamelijk en geestelijk gehandicapten van Craeyenburgh. Ook doen we veel met het Aids-fonds”, vertelt Augustinus, wijzend op het Aids-fonds-speldje op haar revers.

Helaas is momenteel dit soort maatschappelijk engagement een beetje uit. Dit heeft tot gevolg gehad dat het ledenaantal flink geslonken is, zodat het gevaar bestaat dat de Rotaract straks, net als de Rotary, de kerk en de hele verzorgingsmaatschappij trouwens, naast de Communistische Partij in de vuilnisbak met verfrommelde idealen belandt. Om die dreiging af te wenden is de informatieavond georganiseerd. ,,We hopen eigenlijk op ongeveer tien nieuwe leden”, zegt Augustinus. ,,En dat moet toch lukken? We zeggen weleens tegen elkaar: Zo raar zijn we toch ook weer niet? Dan moeten er toch nog meer mensen zijn zoals wij?”

Het mag duidelijk zijn dat je geen Rotaract-lid wordt omdat dat mooi staat op je cv of om aan je netwerk te werken (,,hoewel Rotaracters steeds vaker doorstromen naar de Rotary, omdat die ook met ledenproblemen zitten”, aldus Augustinus). Het moet dieper zitten. Augustinus bijvoorbeeld, al zes jaar lid, heeft zeker een soort ‘sociaal bewustzijn’, al wil ze ook weer niet zover gaan zichzelf een idealist te noemen. Maar gelukkig voor de wat moderner en individueler ingestelde mens, hebben de leden ook zelf baat bij hun lidmaatschap. ,,Je hebt de mogelijkheid om dingen te ondernemen en daar leer je van. Bovendien is de gezelligheid te vergelijken met een jaarclub”, vindt Augustinus. ,,Je wordt vrienden voor het leven.” Ze denkt nog even diep na. ,,Tenminste, met sommigen.” (M.P.)

Michael Persson

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.