Docenten, ondersteunend personeel en leidinggevenden moeten ‘met verdubbelde energie’ werken aan de kwaliteit die zij leveren. Dat moet het matige oordeel verbeteren dat studenten de universiteit geven.
Dat zegt Paul Rullmann van het college van bestuur (cvb) in reactie op de monitor logistieke kwaliteit, die onlangs is verschenen. In dat rapport is de tevredenheid van studenten over faciliteiten, communicatie en onderwijsorganisatie gemeten. De studenten gaven de universiteit over 2006 een magere 6,5, net zoals in 2005.
Toch betekent dat niet dat het oordeel niet is veranderd. Het cijfer is een gemiddelde van de faculteiten over allerlei zaken als de kwaliteit van de computers, studieadviseurs, studentenhuisvesting en studiemateriaal.
Vooral de tevredenheid over dat laatste punt is het afgelopen jaar fors gedaald, bijna met een hele punt. Kreeg het studiemateriaal in 2005 nog een 6,7, in 2006 was dat nog maar een 5,8.
Oorzaak daarvan is het nieuwe bestelsysteem voor readers waarop de TU in 2006 is overgestapt. Studenten konden daardoor hun readers niet op tijd bestellen. Bovendien werden ze te laat geleverd en waren ze van mindere kwaliteit. Veel studenten vonden de nieuwe manier van bestellen ook omslachtig.
De onderzoekers die de tevredenheid naar de logistieke kwaliteit van de universiteit in kaart hebben gebracht, vinden dat het bestelsysteem snel verbeterd moet worden. Ze raden de universiteit daarnaast aan om duidelijker te zijn over wanneer studenten welk studiemateriaal nodig hebben. Ook moet het systeem gebruiksvriendelijker worden voor buitenlandse studenten.
De onderzoekers geven ook concrete voorstellen voor het verbeteren van de organisatie rondom afstuderen en tentamens. Verder moet de universiteit meer aandacht krijgen voor de wensen van studenten, voor de informatievoorziening naar studenten toe en voor de kwaliteit en kwantiteit van computers en werkplekken.
Rullmann vindt dat de universiteit al deze aanbevelingen zo veel mogelijk moet overnemen. “Het gemiddelde cijfer is niet bepaald een uitslag waar we tevreden over kunnen zijn. Willen we in de buurt van de 7 komen, dan zullen we met verdubbelde energie aan de slag moeten. Met ‘we’ bedoel ik de hele onderwijsgemeenschap: ondersteunend personeel, docenten en leidinggevenden.”
De faculteit Bouwkunde heeft volgens Rullmann in 2006 laten zien dat zo’n inspanning vruchten afwerpt. Gaven bouwkundestudenten de universiteit in 2005 een 6,1, een jaar later was dat een 6,3. “De faculteit en het shared service center hebben erg veel energie gestoken in de logistieke kwaliteit. De organisatie en administratie van het onderwijs zijn daardoor erg verbeterd.”
Dat zegt Paul Rullmann van het college van bestuur (cvb) in reactie op de monitor logistieke kwaliteit, die onlangs is verschenen. In dat rapport is de tevredenheid van studenten over faciliteiten, communicatie en onderwijsorganisatie gemeten. De studenten gaven de universiteit over 2006 een magere 6,5, net zoals in 2005.
Toch betekent dat niet dat het oordeel niet is veranderd. Het cijfer is een gemiddelde van de faculteiten over allerlei zaken als de kwaliteit van de computers, studieadviseurs, studentenhuisvesting en studiemateriaal.
Vooral de tevredenheid over dat laatste punt is het afgelopen jaar fors gedaald, bijna met een hele punt. Kreeg het studiemateriaal in 2005 nog een 6,7, in 2006 was dat nog maar een 5,8.
Oorzaak daarvan is het nieuwe bestelsysteem voor readers waarop de TU in 2006 is overgestapt. Studenten konden daardoor hun readers niet op tijd bestellen. Bovendien werden ze te laat geleverd en waren ze van mindere kwaliteit. Veel studenten vonden de nieuwe manier van bestellen ook omslachtig.
De onderzoekers die de tevredenheid naar de logistieke kwaliteit van de universiteit in kaart hebben gebracht, vinden dat het bestelsysteem snel verbeterd moet worden. Ze raden de universiteit daarnaast aan om duidelijker te zijn over wanneer studenten welk studiemateriaal nodig hebben. Ook moet het systeem gebruiksvriendelijker worden voor buitenlandse studenten.
De onderzoekers geven ook concrete voorstellen voor het verbeteren van de organisatie rondom afstuderen en tentamens. Verder moet de universiteit meer aandacht krijgen voor de wensen van studenten, voor de informatievoorziening naar studenten toe en voor de kwaliteit en kwantiteit van computers en werkplekken.
Rullmann vindt dat de universiteit al deze aanbevelingen zo veel mogelijk moet overnemen. “Het gemiddelde cijfer is niet bepaald een uitslag waar we tevreden over kunnen zijn. Willen we in de buurt van de 7 komen, dan zullen we met verdubbelde energie aan de slag moeten. Met ‘we’ bedoel ik de hele onderwijsgemeenschap: ondersteunend personeel, docenten en leidinggevenden.”
De faculteit Bouwkunde heeft volgens Rullmann in 2006 laten zien dat zo’n inspanning vruchten afwerpt. Gaven bouwkundestudenten de universiteit in 2005 een 6,1, een jaar later was dat een 6,3. “De faculteit en het shared service center hebben erg veel energie gestoken in de logistieke kwaliteit. De organisatie en administratie van het onderwijs zijn daardoor erg verbeterd.”
Comments are closed.