Onderwijs

‘Die vieze vaat hoort er nu eenmaal bij’

In het nieuwe jaar zijn de dagelijkse beslommeringen van het Delftse studentenhuis Markt 9 te volgen op RTL 5. In de docusoap ‘Delft Blauw’ gaan de huisgenoten in twee teams de strijd aan tegen elkaar om technische problemen op te lossen.

Maar de kijker krijgt ook een kijkje in de keuken van het Delftse studentenleven.

Achter de gevel van Markt 9 lijkt een studentenhuis schuil te gaan, zoals er honderden zijn in Delft. Boven het trapgat hangt schone was te drogen, in de hal staan fietsen tegen elkaar gedrukt en op een groot krijtbord in de gang staat de datum van het komende kerstdiner gekrabbeld. In de gang op de eerste verdieping is het pikkedonker, zodat alleen het silhouet van vieze vaat in de keuken te zien is. Niemand maalt om de kapotte lamp. Maar op de tweede verdieping, in de gemeenschappelijke kamer, branden felle lampen. “Okee de camera loopt. Begin maar.” De weekvergadering begint. En de camera’s draaien.

Markt 9 is het decor van de nieuwe docusoap ‘Delft Blauw’, die vanaf zondag 8 januari in de vroege avond zal worden uitgezonden. Het huis is verdeeld in twee teams die tegen elkaar strijden. Ze zullen proberen technische problemen op te lossen met kennis en door samenwerking. Welke brandstof heeft de toekomst? Is golfsurfen mogelijk in Nederland? Na dertien afleveringen wordt er een winnend team gekozen. ‘Delft Blauw’ wordt geen nieuwe ‘Big Brother’. De studenten zullen niet dag in dag uit gefilmd worden en in het huis hangen geen vaste camera’s.

Het idee voor ‘Delft Blauw’ komt oorspronkelijk uit de koker van 3mE-decaan prof.drs. Marco Waas. Hij maakt zich al jaren zorgen om het lage aantal technostarters (afgestudeerde TU’ers die een eigen bedrijf opzetten) in Nederland. Bovendien kiezen in Nederland, in verhouding met het buitenland, weinig studenten voor een technische studie. “Nederland wil een handelsland zijn met uitstekende logistiek”, zegt Waas. “Als je dat wilt, moet je technologisch top of the bill zijn. Dus moeten we veel meer technische studenten binnenhalen en studenten aanzetten om een eigen bedrijf te beginnen.”

Waas bedacht een omvangrijk programma, een reddingsplan, waar ‘Delft Blauw’ het eerste kind van is. Het doel: het imago van technische studies opvijzelen door te laten zien hoe leuk het is om in Delft te studeren. “Het imago van technostarters kunnen we het beste opvijzelen in de collegezalen”, zegt Waas. “De beste methode om nieuwe studenten binnen te halen is via de televisie, daarmee bereik je heel veel scholieren. Wij willen voor de techniek zijn, wat ‘Idols’ is voor zangtalenten en ‘Dancing with the stars’ is voor dansers.”
Nerds

De TU Delft opent daarmee de frontale aanval op het vooroordeel dat studeren aan de TU saai zouden zijn. En dat de zogenaamde nerds in Delft alleen maar heel moeilijke, lastige en onbegrepen dingen leren. “De televisie is een goed medium om aan de samenleving te laten zien dat we in Delft belangrijke maatschappelijke problemen proberen op te lossen”, zegt directeur marketing en communicatie drs. Helmi Geeve, die toevallig ook al tijden rondliep met het idee voor een docusoap. “We onderzoeken bijvoorbeeld de mogelijkheden van goedkopere en duurzame brandstof. Voor de televisie halen we techniek weg uit de moeilijke en lastige hoek, waar het vaak in wordt gezet. Zo maken we een vertaalslag naar een groot publiek.”

Geeve en Waas zochten een dubbel gemengd (jongens en meisjes van verschillende studentenverenigingen) studentenhuis voor ‘Delft Blauw’. Op Markt 9 wonen elf studenten; zes jongens en vijf meisjes van het Delftsch Studenten Corps en Virgiel. “Ik heb er heel veel zin in”, zegt tweedejaars maritieme techniek Stefan Vuurens (21). “We maken er nu al constant grappen over. Als iemand een schuine mop vertelt roepen we meteen: ‘Nee, dat kan straks echt niet meer, die is te grof om op tv te vertellen’.”

De studenten zullen gemiddeld vijftien uur per week aan de opdrachten werken en krijgen uitbetaald als studentassistent. “Ik ben een van de jongere bewoners”, zegt Vuurens. “Ik heb het nog niet zo heel druk met mijn studie, dus ik zal wel veel tijd kwijt zijn aan ‘Delft Blauw’.” Twee studenten zijn vanwege de studiedruk ‘vrijgesteld’ van deelname. Eén jongen doet een jaar bestuur bij Virgiel, een meisje is aan het afstuderen.

Ook voor de andere studenten geldt dat de studie voor gaat. “Als je een week heel druk bent, nemen anderen taken van je over”, zegt Hanneke van den Bos (21), vierdejaars industrieel ontwerpen. “Ik wil dit jaar mijn bachelor halen, en daar zal ik alles aan doen. Gelukkig kun je aan het begin van iedere de week opgeven voor hoeveel procent je aan de opdrachten van ‘Delft Blauw’ meedoet.”
Onwennig

Als de camera’s eenmaal draaien, blijkt het lastiger dan gedacht om je niets van die zoemende dingen aan te trekken. De cameraman verbiedt de huisgenoten door elkaar heen te praten bij de weekvergadering. “Maar zo doen we het altijd”, zegt een van de bewoners. Geforceerd leest de weekvoorzitter de discussiepunten op. “Aan die camera’s moeten we inderdaad nog erg wennen”, zegt Vuurens. “Het is heel vreemd dat een cameraman door je huis loopt. Ik ben minder spontaan.” Ook Van den Bos is nog onwennig met de camera’s in de buurt. “De eerste keer dat ze filmden deden ze een groot licht aan, dat fel in je ogen schijnt. Ik schrok me kapot. Langzaam maar zeker went het wel. Over een paar weken weten we waarschijnlijk niet beter.”

De wetenschappelijke opdrachten die de studenten voor de kiezen krijgen, zijn in nauw overleg afgesproken met de verschillende faculteiten. De opdrachten zijn een uitdaging voor de studenten, die beter leren samenwerken en ondernemen. Ook moeten ze de scholieren warm maken voor technische studies. “Stel je voor dat er een aardbeving is geweest”, zegt Waas. “Nu zoeken mensen met honden onder het puin naar overlevenden. Maar wat nu als we datzelfde werk met minirobotjes kunnen doen? We kunnen studenten de opdracht geven om zo’n robot te ontwikkelen. Dan laten we aan de kijkers zien dat we een geweldige afdeling mini-elektronica hebben en hier sensoren ontwikkelen.”

De kijkers krijgen daardoor een beter beeld van het onderzoek aan de TU, maar, benadrukt Waas, televisie is niet het uitgelezen medium om de diepte in te gaan. “Televisie is de aanjager om kijkers aan te spreken.” De decaan hoopt op een sneeuwbaleffect. “Op televisie wek je interesse. We hopen dat kijkers vervolgens via internet meer informatie zullen zoeken op onze website. Daar leggen we dingen verder uit en kunnen we de diepte ingaan.”

“Studeren is in Nederland niet populair”, zegt Geeve. “Laat staan techniek studeren. Op televisie is niets van het studentenleven te zien. Veel mensen weten niet wat het is om te studeren en kennen alleen de stereotypen. In een willekeurige Amerikaanse of Engelse serie is dat heel anders, daar zie je studenten op het gras voor de campus zitten.” Waas vult aan: “Minder dan 1 procent van de bevolking studeert. Vaak als technische studenten in beeld komen, zien we een karikatuur. Er zit een groot gat tussen de samenleving en de Nederlandse universiteit.”

Om dat gat te dichten laat ‘Delft Blauw’ ook het sociale leven van de studenten zien. Want het Delftse studentenleven is veel meer dan studeren alleen. Camera’s gaan mee naar kroegavonden op de soos en filmen zwetende studenten op het sportpark. “Studentenhuizen hebben ook een sociaal vangnet”, zegt Geeve. “Als iemand zich rot voelt, wordt hij of zij opgevangen.” De studenten van Markt 9 beamen dat. “Ik had het vak ontwerpen een keer niet gehaald en was heel verdrietig”, zegt Van den Bos. “Dan weet je dat je bij huisgenoten kunt aankloppen met een kopje thee. Dat is heel fijn. We eten ook vaak samen. Iedereen die mee wil eten schrijft zijn naam op het krijtbord.”

En de vieze vaat, zullen ze die nu sneller doen? “Nee!” roept Vuurens met afgrijzen. “We hebben wel een redelijk net huis, we maken het niet te bont. Maar we zullen niet extra op gaan ruimen. We blijven onszelf. Er ligt hier altijd wel afwas, dat hoort er nu eenmaal bij.”

Op televisie is reality-tv niet meer weg te denken. Wat begon met ‘Big Brother’ werd al snel gevolgd door programma’s als ‘Expeditie Robinson’, ‘Paradise Hotel’ en ‘Airport’. “Twee jaar geleden dacht ik dat reality-tv passé was”, zegt dr. Jan Teurlings van televisiestudies van de Universiteit van Amsterdam. “Maar daar kom ik op terug. Het is heel goedkope televisie en zal nog een tijd blijven bestaan.”

Dat de TU een programma over Delftse studenten sponsort, noemt hij een ‘interessante stap’. “Of het imago van de techniekstudent wordt opgevijzeld, zal afhangen van de studenten en programmamakers. Misschien wordt het wel heel saai en onderstreept dat het vooroordeel over de techniekstudent.”

De studenten mogen meebeslissen of voor hen pijnlijke momenten worden uitgezonden. “Dat is heel integer”, zegt Teurlings. “Maar een docusoap heeft sensatie nodig. Mensen kijken het liefst naar drama. Een meisje dat het uitmaakt met haar vriendje is prachtige tv. Als dat niet wordt uitgezonden is dat fair naar haar toe, maar jammer voor de programmamakers en kijkers.”

Het woord integer slikt Teurlings al snel weer in. Hij draait om als een blad aan de boom als hij hoort dat de studenten betaald krijgen. “Dat verandert alles”, zegt hij met een diepe zucht. “Daar heb ik grote ethische problemen mee, hoe laag de vergoeding ook is. Het verstoort de relatie tussen de maker en de studenten. Studenten zullen kritiek inslikken, omdat ze betaald krijgen. Ze worden min of meer omgekocht. De universiteit hoort een onderzoeks- en onderwijsinstelling te zijn. Dit is een heel slechte zaak, want de studenten zullen hun gedrag aanpassen aan de wensen van de TU.”

“De studenten worden helemaal niet omgekocht”, reageert Helmi Geeve, directeur marketing en communicatie. “Ze krijgen alleen betaald voor de projecten waar ze aan werken. En die worden gefilmd. Als de studenten gefilmd worden bij het opstaan, leren voor tentamens of avondeten, krijgen ze daar niets voor. Dat filmen ze ook zelf. Wij zoeken geen sensatie, maar denken dat het hoe dan ook leuk is om het leven van deze studenten te volgen.”

Achter de gevel van Markt 9 lijkt een studentenhuis schuil te gaan, zoals er honderden zijn in Delft. Boven het trapgat hangt schone was te drogen, in de hal staan fietsen tegen elkaar gedrukt en op een groot krijtbord in de gang staat de datum van het komende kerstdiner gekrabbeld. In de gang op de eerste verdieping is het pikkedonker, zodat alleen het silhouet van vieze vaat in de keuken te zien is. Niemand maalt om de kapotte lamp. Maar op de tweede verdieping, in de gemeenschappelijke kamer, branden felle lampen. “Okee de camera loopt. Begin maar.” De weekvergadering begint. En de camera’s draaien.

Markt 9 is het decor van de nieuwe docusoap ‘Delft Blauw’, die vanaf zondag 8 januari in de vroege avond zal worden uitgezonden. Het huis is verdeeld in twee teams die tegen elkaar strijden. Ze zullen proberen technische problemen op te lossen met kennis en door samenwerking. Welke brandstof heeft de toekomst? Is golfsurfen mogelijk in Nederland? Na dertien afleveringen wordt er een winnend team gekozen. ‘Delft Blauw’ wordt geen nieuwe ‘Big Brother’. De studenten zullen niet dag in dag uit gefilmd worden en in het huis hangen geen vaste camera’s.

Het idee voor ‘Delft Blauw’ komt oorspronkelijk uit de koker van 3mE-decaan prof.drs. Marco Waas. Hij maakt zich al jaren zorgen om het lage aantal technostarters (afgestudeerde TU’ers die een eigen bedrijf opzetten) in Nederland. Bovendien kiezen in Nederland, in verhouding met het buitenland, weinig studenten voor een technische studie. “Nederland wil een handelsland zijn met uitstekende logistiek”, zegt Waas. “Als je dat wilt, moet je technologisch top of the bill zijn. Dus moeten we veel meer technische studenten binnenhalen en studenten aanzetten om een eigen bedrijf te beginnen.”

Waas bedacht een omvangrijk programma, een reddingsplan, waar ‘Delft Blauw’ het eerste kind van is. Het doel: het imago van technische studies opvijzelen door te laten zien hoe leuk het is om in Delft te studeren. “Het imago van technostarters kunnen we het beste opvijzelen in de collegezalen”, zegt Waas. “De beste methode om nieuwe studenten binnen te halen is via de televisie, daarmee bereik je heel veel scholieren. Wij willen voor de techniek zijn, wat ‘Idols’ is voor zangtalenten en ‘Dancing with the stars’ is voor dansers.”
Nerds

De TU Delft opent daarmee de frontale aanval op het vooroordeel dat studeren aan de TU saai zouden zijn. En dat de zogenaamde nerds in Delft alleen maar heel moeilijke, lastige en onbegrepen dingen leren. “De televisie is een goed medium om aan de samenleving te laten zien dat we in Delft belangrijke maatschappelijke problemen proberen op te lossen”, zegt directeur marketing en communicatie drs. Helmi Geeve, die toevallig ook al tijden rondliep met het idee voor een docusoap. “We onderzoeken bijvoorbeeld de mogelijkheden van goedkopere en duurzame brandstof. Voor de televisie halen we techniek weg uit de moeilijke en lastige hoek, waar het vaak in wordt gezet. Zo maken we een vertaalslag naar een groot publiek.”

Geeve en Waas zochten een dubbel gemengd (jongens en meisjes van verschillende studentenverenigingen) studentenhuis voor ‘Delft Blauw’. Op Markt 9 wonen elf studenten; zes jongens en vijf meisjes van het Delftsch Studenten Corps en Virgiel. “Ik heb er heel veel zin in”, zegt tweedejaars maritieme techniek Stefan Vuurens (21). “We maken er nu al constant grappen over. Als iemand een schuine mop vertelt roepen we meteen: ‘Nee, dat kan straks echt niet meer, die is te grof om op tv te vertellen’.”

De studenten zullen gemiddeld vijftien uur per week aan de opdrachten werken en krijgen uitbetaald als studentassistent. “Ik ben een van de jongere bewoners”, zegt Vuurens. “Ik heb het nog niet zo heel druk met mijn studie, dus ik zal wel veel tijd kwijt zijn aan ‘Delft Blauw’.” Twee studenten zijn vanwege de studiedruk ‘vrijgesteld’ van deelname. Eén jongen doet een jaar bestuur bij Virgiel, een meisje is aan het afstuderen.

Ook voor de andere studenten geldt dat de studie voor gaat. “Als je een week heel druk bent, nemen anderen taken van je over”, zegt Hanneke van den Bos (21), vierdejaars industrieel ontwerpen. “Ik wil dit jaar mijn bachelor halen, en daar zal ik alles aan doen. Gelukkig kun je aan het begin van iedere de week opgeven voor hoeveel procent je aan de opdrachten van ‘Delft Blauw’ meedoet.”
Onwennig

Als de camera’s eenmaal draaien, blijkt het lastiger dan gedacht om je niets van die zoemende dingen aan te trekken. De cameraman verbiedt de huisgenoten door elkaar heen te praten bij de weekvergadering. “Maar zo doen we het altijd”, zegt een van de bewoners. Geforceerd leest de weekvoorzitter de discussiepunten op. “Aan die camera’s moeten we inderdaad nog erg wennen”, zegt Vuurens. “Het is heel vreemd dat een cameraman door je huis loopt. Ik ben minder spontaan.” Ook Van den Bos is nog onwennig met de camera’s in de buurt. “De eerste keer dat ze filmden deden ze een groot licht aan, dat fel in je ogen schijnt. Ik schrok me kapot. Langzaam maar zeker went het wel. Over een paar weken weten we waarschijnlijk niet beter.”

De wetenschappelijke opdrachten die de studenten voor de kiezen krijgen, zijn in nauw overleg afgesproken met de verschillende faculteiten. De opdrachten zijn een uitdaging voor de studenten, die beter leren samenwerken en ondernemen. Ook moeten ze de scholieren warm maken voor technische studies. “Stel je voor dat er een aardbeving is geweest”, zegt Waas. “Nu zoeken mensen met honden onder het puin naar overlevenden. Maar wat nu als we datzelfde werk met minirobotjes kunnen doen? We kunnen studenten de opdracht geven om zo’n robot te ontwikkelen. Dan laten we aan de kijkers zien dat we een geweldige afdeling mini-elektronica hebben en hier sensoren ontwikkelen.”

De kijkers krijgen daardoor een beter beeld van het onderzoek aan de TU, maar, benadrukt Waas, televisie is niet het uitgelezen medium om de diepte in te gaan. “Televisie is de aanjager om kijkers aan te spreken.” De decaan hoopt op een sneeuwbaleffect. “Op televisie wek je interesse. We hopen dat kijkers vervolgens via internet meer informatie zullen zoeken op onze website. Daar leggen we dingen verder uit en kunnen we de diepte ingaan.”

“Studeren is in Nederland niet populair”, zegt Geeve. “Laat staan techniek studeren. Op televisie is niets van het studentenleven te zien. Veel mensen weten niet wat het is om te studeren en kennen alleen de stereotypen. In een willekeurige Amerikaanse of Engelse serie is dat heel anders, daar zie je studenten op het gras voor de campus zitten.” Waas vult aan: “Minder dan 1 procent van de bevolking studeert. Vaak als technische studenten in beeld komen, zien we een karikatuur. Er zit een groot gat tussen de samenleving en de Nederlandse universiteit.”

Om dat gat te dichten laat ‘Delft Blauw’ ook het sociale leven van de studenten zien. Want het Delftse studentenleven is veel meer dan studeren alleen. Camera’s gaan mee naar kroegavonden op de soos en filmen zwetende studenten op het sportpark. “Studentenhuizen hebben ook een sociaal vangnet”, zegt Geeve. “Als iemand zich rot voelt, wordt hij of zij opgevangen.” De studenten van Markt 9 beamen dat. “Ik had het vak ontwerpen een keer niet gehaald en was heel verdrietig”, zegt Van den Bos. “Dan weet je dat je bij huisgenoten kunt aankloppen met een kopje thee. Dat is heel fijn. We eten ook vaak samen. Iedereen die mee wil eten schrijft zijn naam op het krijtbord.”

En de vieze vaat, zullen ze die nu sneller doen? “Nee!” roept Vuurens met afgrijzen. “We hebben wel een redelijk net huis, we maken het niet te bont. Maar we zullen niet extra op gaan ruimen. We blijven onszelf. Er ligt hier altijd wel afwas, dat hoort er nu eenmaal bij.”

Op televisie is reality-tv niet meer weg te denken. Wat begon met ‘Big Brother’ werd al snel gevolgd door programma’s als ‘Expeditie Robinson’, ‘Paradise Hotel’ en ‘Airport’. “Twee jaar geleden dacht ik dat reality-tv passé was”, zegt dr. Jan Teurlings van televisiestudies van de Universiteit van Amsterdam. “Maar daar kom ik op terug. Het is heel goedkope televisie en zal nog een tijd blijven bestaan.”

Dat de TU een programma over Delftse studenten sponsort, noemt hij een ‘interessante stap’. “Of het imago van de techniekstudent wordt opgevijzeld, zal afhangen van de studenten en programmamakers. Misschien wordt het wel heel saai en onderstreept dat het vooroordeel over de techniekstudent.”

De studenten mogen meebeslissen of voor hen pijnlijke momenten worden uitgezonden. “Dat is heel integer”, zegt Teurlings. “Maar een docusoap heeft sensatie nodig. Mensen kijken het liefst naar drama. Een meisje dat het uitmaakt met haar vriendje is prachtige tv. Als dat niet wordt uitgezonden is dat fair naar haar toe, maar jammer voor de programmamakers en kijkers.”

Het woord integer slikt Teurlings al snel weer in. Hij draait om als een blad aan de boom als hij hoort dat de studenten betaald krijgen. “Dat verandert alles”, zegt hij met een diepe zucht. “Daar heb ik grote ethische problemen mee, hoe laag de vergoeding ook is. Het verstoort de relatie tussen de maker en de studenten. Studenten zullen kritiek inslikken, omdat ze betaald krijgen. Ze worden min of meer omgekocht. De universiteit hoort een onderzoeks- en onderwijsinstelling te zijn. Dit is een heel slechte zaak, want de studenten zullen hun gedrag aanpassen aan de wensen van de TU.”

“De studenten worden helemaal niet omgekocht”, reageert Helmi Geeve, directeur marketing en communicatie. “Ze krijgen alleen betaald voor de projecten waar ze aan werken. En die worden gefilmd. Als de studenten gefilmd worden bij het opstaan, leren voor tentamens of avondeten, krijgen ze daar niets voor. Dat filmen ze ook zelf. Wij zoeken geen sensatie, maar denken dat het hoe dan ook leuk is om het leven van deze studenten te volgen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.