De architect Siegfried Nassuth heeft vijftigduizend gulden gekregen voor zijn ontwerp van de Bijlmermeer.
De Bijlmermeer is ongetwijfeld het meest verguisde bouwproject van Nederland. Door de hoge criminaliteit en sociale problemen in het wooncomplex, is de naargeestigheid ervan inmiddels uitgegroeid tot welhaast mythische proporties.
br />
Een El-Al Boeiing die in 1992 in de wijk neerstortte gaf de genadeklap. De Bijlmermeer staat sindsdien in een kwalijke reuk. Alleen met ingrijpende vernieuwingen zou de wijk nog te redden zijn. Er gaan echter ook stemmen op om de Bijlmer maar helemaal tegen de vlakte te gooien. Dat ruimt lekker op.
Toch ontving de geestelijke vader van de Bijlmermeer, de nu 76-jarige architect Siegfried Nassuth, onlangs vijftigduizend gulden van het Fonds voor de Bouwkunst. Nassuth krijgt de oeuvreprijs omdat de Bijlmermeer volgens de jury ‘hét model van de functionele stad’ is.
Desgevraagd zegt dr. Han Meyer, stedenbouwkundige bij Bouwkunde, het standpunt van de jury wel te begrijpen. ,,Ze zien het waarschijnlijk als een zuiver voorbeeld van die architectonische stroming. Maar of je daar nu zo blij mee moet zijn? Ik zou niet willen pleiten voor de ideeën die aan de Bijlmer ten grondslag liggen.”
Paniekverhalen
De problemen in de Bijlmer liggen niet helemaal aan het ontwerp, maar de uitgangspunten zijn wel achterhaald, meent Meyer. Vooral het leefpatroon van de bewoners is verkeerd ingeschat. ,,In de jaren zeventig had men een idealistisch beeld van de toekomstige samenleving. Zo verwachtte men dat de bewoners heel gemeenschappelijk met elkaar zouden omgaan. In elk gebouw werden daarom grote collectieve ruimtes aangebracht.”
Maar dat bleek een misser: de ruimtes werden nauwelijks gebruikt. De flats kregen een andere bevolkingssamenstelling dan voorzien, en de overvloed aan openbare ruimte werd niet goed onderhouden. Verder werd in het ontwerp ook een rigoureuze scheiding aangebracht in de verkeerstromen. De doodse dreven kregen de overhand. Meyer: ,,Die scheiding geldt vooral voor de plekken waar de mensen lopen, en de rest van het verkeer. Het gevolg is dat er geen economische dynamiek onstaat waarin winkels en andere bedrijven kunnen gedijen.”
Toch vindt hij het ‘platgooien’ van de wijk geen oplossing. ,,Daarmee verplaats je de problemen alleen maar”, meent Meyer. ,,Bovendien is het de vraag is of al die paniekverhalen wel terecht zijn. Er is tenslotte een vrij grote groep bewoners die de Bijlmer erg waardeert. Je moet niet vergeten dat de woningen behoorlijk ruim zijn, en een fantastisch uitzicht bieden.”
Het is volgens hem belangrijker de ‘absurde scheiding’ tussen voetgangers en het overige verkeer aan te pakken. ,,Bijvoorbeeld door het niveauverschil ongedaan te maken en langs de wegen mogelijkheden voor bebouwing te scheppen”, oppert Meyer. En dan is er met die grauwe flats nog best wel iets te doen.
De Bijlmermeer is ongetwijfeld het meest verguisde bouwproject van Nederland. Door de hoge criminaliteit en sociale problemen in het wooncomplex, is de naargeestigheid ervan inmiddels uitgegroeid tot welhaast mythische proporties.
Een El-Al Boeiing die in 1992 in de wijk neerstortte gaf de genadeklap. De Bijlmermeer staat sindsdien in een kwalijke reuk. Alleen met ingrijpende vernieuwingen zou de wijk nog te redden zijn. Er gaan echter ook stemmen op om de Bijlmer maar helemaal tegen de vlakte te gooien. Dat ruimt lekker op.
Toch ontving de geestelijke vader van de Bijlmermeer, de nu 76-jarige architect Siegfried Nassuth, onlangs 50-duizend gulden van het Fonds voor de Bouwkunst. Nassuth krijgt de oeuvreprijs omdat de Bijlmermeer volgens de jury ‘hét model van de functionele stad’ is.
Desgevraagd zegt dr. Han Meyer, stedenbouwkundige bij Bouwkunde, het standpunt van de jury wel te begrijpen. ,,Ze zien het waarschijnlijk als een zuiver voorbeeld van die architectonische stroming. Maar of je daar nu zo blij mee moet zijn? Ik zou niet willen pleiten voor de ideeën die aan de Bijlmer ten grondslag liggen.”
Paniekverhalen
De problemen in de Bijlmer liggen niet helemaal aan het ontwerp, maar de uitgangspunten zijn wel achterhaald, meent Meyer. Vooral het leefpatroon van de bewoners is verkeerd ingeschat. ,,In de jaren zeventig had men een idealistisch beeld van de toekomstige samenleving. Zo verwachtte men dat de bewoners heel gemeenschappelijk met elkaar zouden omgaan. In elk gebouw werden daarom grote collectieve ruimtes aangebracht.”
Maar dat bleek een misser: de ruimtes werden nauwelijks gebruikt. De flats kregen een andere bevolkingssamenstelling dan voorzien, en de overvloed aan openbare ruimte werd niet goed onderhouden. Verder werd in het ontwerp ook een rigoureuze scheiding aangebracht in de verkeerstromen. De doodse dreven kregen de overhand. Meyer: ,,Die scheiding geldt vooral voor de plekken waar de mensen lopen, en de rest van het verkeer. Het gevolg is dat er geen economische dynamiek onstaat waarin winkels en andere bedrijven kunnen gedijen.”
Toch vindt hij het ‘platgooien’ van de wijk geen oplossing. ,,Daarmee verplaats je de problemen alleen maar”, meent Meyer. ,,Bovendien is het de vraag is of al die paniekverhalen wel terecht zijn. Er is tenslotte een vrij grote groep bewoners die de Bijlmer erg waardeert. Je moet niet vergeten dat de woningen behoorlijk ruim zijn, en een fantastisch uitzicht bieden.”
Het is volgens hem belangrijker de ‘absurde scheiding’ tussen voetgangers en het overige verkeer aan te pakken. ,,Bijvoorbeeld door het niveauverschil ongedaan te maken en langs de wegen mogelijkheden voor bebouwing te scheppen”, oppert Meyer. En dan is er met die grauwe flats nog best wel iets te doen.
Comments are closed.