Wetenschap

Desgevraagd: Meetmissie sneller met robotvisjes?

Een school robotvisjes die vliegensvlug naar de bodem zwemt en met seismische sensoren olievelden in kaart brengt. Via deze nieuwe methode denkt multinational Shell de duur van meetmissies op zee terug te brengen van twaalf naar zes weken.

Om olie- en gasvelden in kaart te brengen slepen schepen nu nog een tapijt aan lange kabels vol met sensoren over de zeebodem achter zich aan. Deze methode vergt veel tijd. Om scherpe beelden te krijgen, vaart het schip langzaam. Shell verwacht dat hun kleine onderwaterrobots sneller de klus klaren. Het moet de duur van meetmissies terugbrengen van twaalf naar zes weken.

“De afgelopen tien jaar wordt de techniek van robotvisjes al ontwikkeld. Het is een trend in de robotica om met zwermen kleine robots te werken. Ze hebben vaak een specifieke taak, zijn minder duur en complex om te maken dan een geavanceerde robot die heel veel kan. Bovendien is het minder erg als een relatief goedkoop robotvisje beschadigd raakt, dan een dure, grote onderwaterrobot”, zegt promovendus ir. Tim Vercruyssen (3ME) desgevraagd. Hij doet onderzoek naar nieuwe vinnen voor onderwaterrobots.

De robotvisjes gaan slim te werk nadat ze worden gelanceerd vanuit een schip. Ze zwemmen naar een vaste plek op de bodem, dankzij akoestische signalering met sonar. Daar verlaat de sensor de onderwaterrobot en zet zich vast op de zeebodem. Dan begint het meetwerk. Geluidsgolven die met perslucht vanaf het schip worden afgevuurd wekken seismische golven op die in de zeebodem komen. De teruggekaatste seismische pulsen bevatten informatie over olie- of gasvelden en dat wordt opgeslagen in het geheugen van de visjes. Zodra er voldoende data is verzameld, zwemmen de robotvisjes weer naar het schip. “Al die robotvisjes op verschillende locaties creëren een netwerk, dat heel precies de ondergrond in kaart brengt”, zegt Vercruyssen.

Er zijn veel visjes nodig om een goed beeld te krijgen. “Bij de huidige methode zitten soms wel twintigduizend sensoren in de kabels. Voor elke golflengte wil je namelijk twee monsters hebben, zodat je zeker weet dat je een goed beeld van de ondergrond krijgt. Dat betekent dat duizenden visjes voor een meetmissie niet genoeg zijn. Ik denk eerder aan tienduizenden”, legt geofysicus dr.ir. Guy Drijkoningen (Civiele Techniek en Geowetenschappen) uit.

Drijkoningen is enthousiast over de visjes. “Zodra het goedkoper is dan de huidige methode, is het beter.” Volgens het Britse bedrijf Go Science, dat de visjes ontwikkelt, worden de kosten van meetmissies gehalveerd door de robots.

Ook vermoedt de geofysicus dat ze ingezet worden bij het monitoren van olie- en gasvelden. “Momenteel worden daarvoor seismische stations op de zeebodem geplaatst. Die meten de beweging in drie richtingen en tonen hoe vol het veld nog is. Om de zes maanden vaart een schip over ze heen en verzamelt die informatie. Voor een veld van tien bij tien kilometer zijn ongeveer veertigduizend van die stations nodig. Dat werk kunnen de robotvisjes ook doen”, aldus Drijkoningen.

Om de visjes zo goedkoop mogelijk te maken, dienen de onderzoekers vooral naar de efficiëntie te kijken, weet Vercruyssen. “Minder efficiënte robots hebben bijvoorbeeld grotere accu’s nodig om dezelfde taak uit te voeren. Maar daardoor worden ze ook groter, is er meer wrijving en hebben ze meer vermogen nodig voor de voortstuwing.” Shell testte de visjes al in Nederland en Groot-Brittannië en beproefd ze nog dit jaar in de Golf van Mexico.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.