Wetenschap

Desgevraagd: Klimaatmars in Amsterdam

Duizenden demonstranten verzamelden zich zondag 21 september voor een klimaatmars bij het Amsterdamse filmmuseum Eye.
Mahatma Ghandi liep in 1930 voorop in de Grote Zoutmars tegen de Engelse kolonisator.

Mao Tse Tung leidde in

China de Lange Mars richting communistische heilstaat. En burgemeester Bill de Blasio van New York voerde in 2014 de klimaatmars aan met meer dan 300 duizend deelnemers. In steden van Papua Nieuw-Guinea tot Parijs gingen mensen hen al voor, verenigd in hun frustratie over de passiviteit van overheden tegenover een steeds merkbaar wordende klimaatverandering.

Was prof.dr.ir. Herman Russchenberg, voorzitter van het Delftse klimaatinstituut, er ook bij? “Nee, ik ben niet zo van de grote demonstraties”, vertelt hij desgevraagd over de telefoon. “Ik vind het belangrijk dat er bewustzijn gecreëerd wordt om tot aanpak van klimaatprobleem te komen. Maar ik zal zelf niet snel meelopen.”

Marjan Minnesma, directeur van Urgenda en organisator van de Amsterdamse klimaatmars, dringt aan op strenge maatregelen bij de VN klimaattop. Russchenberg vindt dat onwaarschijnlijk: “De top van dinsdag (23 september) dient als voorbereiding voor de klimaattop van volgend jaar in Parijs. Daar is het de bedoeling om tot afspraken te komen. Nu gaat het erom te bepalen wat er in komt te staan en is er van besluitvorming nog geen sprake.”

Bij de Troonrede kwamen klimaatverandering en energietransitie nauwelijks ter sprake. Wat zegt dat over de Nederlandse betrokkenheid? Russchenberg: “Over klimaatverandering praten ze binnen deze coalitie niet graag. De VVD gelooft er niet in, de PvdA wel. Maar waar ik Rutte wel vaak over hoor is vermindering van afhankelijkheid van Russisch gas. Terwijl je natuurlijk, ook als de Russen heel vriendelijk zijn, je moet afvragen of je door wilt gaan met fossiele brandstof.”

Hoe ziet Russchenberg de rol van het klimaatinstituut? In één woord: informatievoorziening. De TU moet volgens hem in contact blijven met ambtenaren en politiek om zo goed mogelijk kennis over te brengen over de stand van het klimaat, verwachte ontwikkelingen, mogelijke interventies en effecten van energiebeleid. “Ik ben niet van de barricades, maar voorzie de partijen wel graag van goede informatie waarmee ze hun beleid kunnen ondersteunen”, zegt Russchenberg.

Ook Rob de Jeu, voorzitter van de Energy Club, was niet van de partij. “Ik hoorde ervan op duurzame dinsdag. Het leek me meer iets voor activisten. Zelf ben ik iemand van problemen aanpakken en naar oplossingen zoeken.”

Van de klimaattop heeft hij geen hoge verwachtingen: “Politici zijn daar toch vooral met zichzelf bezig en er lopen veel groeperingen rond om hun eigen belangen te verdedigen. Jongeren hebben daar niet veel te zoeken.”

Over de insteek van de Energy Club zegt De Jeu: “Het is ons doel om TU-studenten op het spoor van energietransitie te brengen en om energieprojecten van de TU zichtbaar te maken. Dat deden we vorige week vrijdag op ons Energy Festival, waar 250 tot 300 bezoekers op afkwamen. Daar brengen we energie op een positieve en interactieve manier onder de aandacht.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.