Campus

‘Den Haag luistert niet, maar toch sta ik hier’

De landelijke stakingsactie in Den Haag trok vrijdag ruim 40 duizend deelnemers, zoals docenten en studenten van hogescholen en universiteiten. Met ieder hun eigen verhaal.

Veertigduizend deelnemers trokken naar het Malieveld. (Foto: HOP)

De opgerolde spandoeken en ingeklapte protestborden die in de overvolle treinen richting Den Haag weggestopt zaten, werden vrijdagmiddag op het Malieveld enthousiast tevoorschijn getoverd. ‘Staken is zilver, lesgeven is goud’ stond op één ervan te lezen.


De ruim 40 duizend leraren, leerlingen, docenten en studenten die gehoor gaven aan de stakingsoproep van de Algemene Onderwijsbond en FNV Onderwijs en Onderzoek kwamen van het primair onderwijs tot en met de universiteiten. Hoewel iedereen zijn eigen belangen en wensen heeft, stond één ding voorop: het hele onderwijs staat onder druk en heeft dringend geld nodig. De vakbonden eisen een extra investering van vier miljard euro voor alle sectoren samen.


“We hebben één gemeenschappelijk doel”, zei Rens Bod, UvA-hoogleraar en aanjager van WOinActie. “Dat is de kwaliteit van het onderwijs”. Hij kon niet geloven dat een enkele hoogleraar soms verantwoordelijk is voor een collegezaal met duizend studenten. “Heeft het kabinet wel een hart voor onderwijs?” Alleen het afschaffen van de bezuinigingen en extra investeringen kunnen het tij volgens hem keren.


‘Hoge werkdruk gaat ten koste van studenten’


damianTrilling_HOP.jpg


Docent Damian Trilling (links).  


Damian Trilling, docent communicatie aan de Universiteit van Amsterdam, is naar Den Haag gekomen omdat het hem niet lukt al zijn taken binnen de gestelde uren uit te voeren. “Het is geen uitzondering dat ik ‘s avonds en in het weekend nog zit te werken. Moet ik de volgende dag college geven, dan kan ik die vaak pas ’s avonds voorbereiden, na het avondeten. Overdag heb ik afspraken, geef ik les, moet ik onderzoek doen, studenten en promovendi begeleiden en de administratie bijhouden. Dat past allemaal niet in acht uur. Die hoge werkdruk gaat ten koste van de studenten. Ik heb maar weinig tijd om tentamens goed na te kijken. Studenten krijgen daardoor alleen een cijfer, en geen feedback. Terwijl zij dat wel verwachten.”


Er gaat volgens Trilling vooral veel tijd zitten in het aanvragen van onderzoeksbeurzen. “Daar krijg ik nauwelijks uren voor. Ik ben dan maanden kwijt aan het regelen van de financiering, terwijl de slagingskans ontzettend klein is. Ik heb het idee dat we in Den Haag niet echt worden gehoord. Er gebeurt niks. En het is niet alleen een probleem van het hoger onderwijs. In alle lagen van het onderwijs moeten minder mensen, meer werk verrichten. Dat moet breed worden aangekaart.”


Zonder feedback gaat onderwijskwaliteit omlaag’


BernardvanDijk_staandHOP2.jpg


Docent Bernard van Dijk.


Bernard van Dijk, docent aerodynamica en technische natuurkunde aan de Hogeschool van Amsterdam, demonstreert omdat hij zich druk maakt om twee dingen: de hoge werkdruk en de grote hoeveelheid administratie. “In het eerste jaar moet ik 3.500 verslagen nakijken. Wil ik dat goed doen en ook nog feedback geven, dan heb ik daar anderhalf uur per verslag voor nodig. Maar ik krijg er een half uur voor. Zonder goede feedback gaat de kwaliteit van het onderwijs omlaag. Dan de administratie. Het evalueren van een vak kost veel tijd. Daar krijg ik geen uren voor. Al het werk dat ik daarin moet stoppen, gaat ten koste van het onderwijs. En de administratieve rompslomp wordt alleen maar erger. Daar maak ik mij echt zorgen over.”


‘Achthonderd studenten in één collegezaal is geen uitzondering’


MaartenHeinemann_HOP2.jpg


Student en penningmeester LSVb Maarten Heinemann.


Maarten Heinemann (25), student en penningmeester LSVb: “Er moet meer worden geïnvesteerd in onderwijs. Niet alleen voor de docenten, maar ook voor de studenten. Zij zien de kwaliteit verminderen. Massale colleges zijn geen uitzondering, met zo’n achthonderd studenten in één collegezaal. Studenten krijgen minder feedback en de begeleiding is ook niet optimaal.”


Dat docenten zo op hun tandvlees lopen, vindt Heinemann geen goed voorbeeld. “Ze moeten continu meerdere ballen in de lucht houden. Het onderwijs is vaak ondergeschikt aan het onderzoek dat zij moeten doen, waarbij ze elkaar bijna kapot concurreren. Dat zorgt voor een onveilige leeromgeving voor studenten. Er is nauwelijks ruimte om fouten te maken. Je kunt een tentamen of een werkstuk vaak wel overdoen, maar je hebt vaak alleen geen idee hoe. Zonder die feedback weet je niet wat je fout hebt gedaan. Ruimte voor een één op één gesprek is er niet.”


HOP, Melanie Zierse


 

HOP Hoger Onderwijs Persbureau

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

redactie@hogeronderwijspersbureau.nl

Comments are closed.