Studenten beoordelen Delftse masteropleidingen met bovengemiddelde scores, blijkt uit de onlangs verschenen Keuzegids Masters. Er zijn ook uitzonderingen.
De Keuzegids baseert zich, net als de Keuzegids Universiteiten, op oude scores van de jaarlijkse Nationale Studenten Enquête (NSE) 2019. In vergelijkende tabellen is met plussen, minnen en nullen aangegeven of een studie, volgens de studenten, slechter, beter of gelijk aan de gemiddelde masteropleiding scoort.
Maar wat zeggen deze oude oordelen nu alle universiteiten al meer dan een jaar vrijwel alleen online onderwijs aanbieden? “Gelukkig nog steeds iets over de tevredenheid van studenten”, aldus Asta Laterveer-van der Marel, data-analist bij de Keuzegids. “Bij kleine opleidingen bundelen wij scores altijd tot drie jaar terug, juist omdat we van mening zijn dat de resultaten tot drie jaar terug voldoende actueel zijn. Door de jaren heen zien wij bijvoorbeeld bij opleidingen dat ze verbeteren of verslechteren, maar meestal loopt die verschuiving over een aantal jaren.”
De oordelen voor TU-masters zijn volgens haar dus goeddeels vergelijkbaar met resultaten uit de Keuzegids Masters 2019. De opleiding applied mathematics stak er toen met kop en schouders bovenuit. Programma, toetsing, docenten, studeerbaarheid, faciliteiten en uitdagend onderwijs werden beoordeeld met een ‘+’ en de begeleiding ontving zelfs het predicaat ‘++’. Geomatics (zeven onvoldoendes) en marine technology (zes onvoldoendes) scoorden juist laag.
Persoonlijk contact
Wat maakt dat de opleiding applied mathematics het met acht plusjes zo goed doet in de Keuzegids? Opleidingsdirecteur Martin van Gijzen heeft wel een idee. “Ik denk dat studenten het waarderen dat docenten over het algemeen vrij toegankelijk zijn. Ondanks de groei van de afgelopen jaren is er veel ruimte voor persoonlijk contact.”
Ook krijgen studenten veel gelegenheid om feedback te geven. “Naast de standaard Evasys-enquêtes is er ieder kwartaal een master information meeting – waarin docenten en studenten informeel het semester bespreken – en daarnaast een formele evaluatiebijeenkomst.” Maar het belangrijkste noemt Van Gijzen het contact met de studievereniging. “Er is regelmatig overleg met de commissaris wiskunde. Als er iets is dat aandacht verdient, dan horen we het snel.”
Naast applied mathematics scoorden ook de opleidingen complex system engineering & management, aerospace engineering en life science and technology goed.
‘We kaarten regelmatig issues aan en daar luistert de opleiding naar’
Volgens Tijn Sewandono, commissaris onderwijs S.V. Life (studievereniging life science and technology), is dat voor zijn opleiding deels te danken aan de betrokkenheid van docenten. “Vooral bij de vakken met kleinere groepen studenten is altijd veel ruimte voor vragen en discussie. Verder is het aanbod aan specialisatie- en keuzevakken redelijk compleet en zijn er veel groepsprojecten en -opdrachten.”
Als commissaris onderwijs weet hij wat er speelt. “We kaarten regelmatig issues aan en daar luistert de opleiding naar. Zo is dit jaar de inhoud van een vak aangepast om overschrijding van de studielast te voorkomen. Ook heeft de opleidingsdirecteur dit jaar studenten om input gevraagd over gewenste aanpassingen voor het curriculum van volgend jaar.”
Verbeteringen
Peter de Vos, opleidingsdirecteur bij marine technology, vindt het ontzettend jammer dat ‘zijn’ opleiding er in de Keuzegids zo slecht vanaf komt. “Ik ben bij allerlei verschillende soorten evaluaties betrokken en daar komt steevast een ander, positiever beeld naar voren dan de NSE-cijfers laten zien.”
De Vos hoopt dat de score van de opleiding tijdens de eerstvolgende beoordeling positiever uitvalt, omdat sinds 2019 een aantal veranderingen is doorgevoerd. “Voorheen bestond de master uit twee tracks met twee of drie specialisaties. Nu is er één track met vijf verschillende specialisaties. Dit versterkt de focus op maritieme techniek en geeft studenten meer keuzevrijheid om te specialiseren in de richting van hun interesse.”
Ook de personele wijzigingen van de afgelopen jaren moeten volgens De Vos mogelijk leiden tot een positievere beoordeling op de onderdelen docenten, wetenschappelijke vorming en begeleiding.
‘De invloed van de coronacrisis is onmiskenbaar’
De onvoldoende op het onderdeel praktijkgerichtheid verbaast hem. “We hebben juist een bijzonder helder toepassingsgebied: schepen en andere maritieme objecten. Wellicht scoren we slecht omdat sommige studenten vinden dat wij te weinig praktijkgericht zijn, in plaats van te veel. Maar, dan zou ik ze wijzen op een verkeerd verwachtingspatroon van een toegepaste academische opleiding.”
Coronafactor
Omdat de studentoordelen aan de hand van de NSE-gegevens van 2019 tot stand zijn gekomen, besloot de redactie van de Keuzegids om deze editie geen ‘advies’ over opleidingen uit te brengen. Laterveer-Van der Marel: “We verwachten deze zomer pas de eerste meetbare resultaten waarin corona meegenomen wordt. Voor de volgende Keuzegids zullen we dus ook niet tot drie jaar terug kijken, omdat de trendbreuk vanwege corona dat niet toelaat.”
Volgens Sewandono en Van Gijzen zou het kunnen meevallen met die trendbreuk. Sewandono: “Inmiddels is denk ik iedereen, zowel student als docent, volledig gewend aan online onderwijs en beseft iedereen dat het even doorbijten is. Binnen die context zijn studenten nog steeds tevreden.”
Dat is bij applied mathematics niet anders. “De invloed van de coronacrisis is onmiskenbaar, maar studenten waarderen de inspanning van docenten om goed onderwijs te geven”, vertelt Van Gijzen. Toch heeft online onderwijs hoe dan ook zijn beperkingen, vindt hij. “Het persoonlijk contact tussen docenten en studenten is gewoon veel lastiger, maar ik hoop dat het oordeel van studenten positief blijft. Daar doen we alles aan.”
Comments are closed.