Campus

Delftse betonfreaks optimistisch over kanorace

Aan de jaarlijkse internationale betonkanorace, komend weekend in Leeuwarden, doet het Betondispuut van civiele techniek mee met drie zelfgebouwde boten.

Wat er mooi is aan beton? De minzame lach van Ton Boeters doet vermoeden dat dit geen sterke vraag is. “Het is mooi constructiemateriaal dat je in vele vormen kunt gieten. Bijvoorbeeld in die van zware, dikke kolommen. Onze boten zijn heel dun, ongeveer een halve centimeter. Dat is weer een heel andere kant van beton.”

Het Betondispuut, waarvan Boeters commissaris activiteiten is, was in 1977 zelf grondlegger van de kanorace. “Het leek de bedenkers een mooi middel om beton te promoten. Laten zien wat je daarmee kunt. Alles wat met beton te maken heeft vinden wij mooi.”

Delft doet in Leeuwarden mee met drie herenkoppels, een dameskoppel en drie gemengde koppels. Alle ploegen varen een sprint- en een langeafstandswedstrijd. Volgens Boeters maken de Delftse kanoërs goede kansen: “Wij hebben het voordeel dat we een mal hebben die lang meegaat. Die hebben maritieme studenten voor ons gemaakt.”

Om te voelen hoe het is in een betonkano te varen werd slechts één proefvaart gemaakt. In een oude boot. “Het risico op breuk is gewoon te groot.” Ook het vervoer per vrachtwagen dient met grote zorg te gebeuren. “Als je de kano’s op de grond legt, weet je zeker dat ze kapot gaan. Daar moeten we piepschuimblokken voor maken.”

De dispuutleden werkten zelf aan de drie nieuwe boten, met behulp van een door een sponsor aangeleverd betonmengsel. “Je bouwt elk jaar een of meer nieuwe kano’s, want je wilt wat nieuws maken. Het is de bedoeling dat je er over nadenkt. Vorm en vooral gewicht zijn het belangrijkst. Hoe minder gewicht, hoe minder sterk de boot is. We hebben dit jaar hogesterktebeton gebruikt, zodat je een redelijk dunne wand kunt maken. B200 in plaats van het meer gangbare B65 of B35.” Er zit geen grind in het Delftse beton. “Grindkorrels zijn te groot voor zo’n dunne wand. Om de luchtgaten te vullen en het beton sterker te maken gebruiken we andere, kleinere stoffen. In plaats van wapeningsstaal, dat te groot en te dik is, hebben we netten van glasvezel gebruikt, met een maaswijdte van ongeveer één centimeter.”

Is het kicken om elkaars boten te bestuderen rond de wedstrijd? “Natuurlijk kijk je bij anderen hoe zij het gedaan hebben en praat je daar met elkaar over. Maar je bent toch vooral met je eigen boten bezig. Het is niet zo dat je heel erg aan het geilen bent op andere boten.” (JT)

Wat er mooi is aan beton? De minzame lach van Ton Boeters doet vermoeden dat dit geen sterke vraag is. “Het is mooi constructiemateriaal dat je in vele vormen kunt gieten. Bijvoorbeeld in die van zware, dikke kolommen. Onze boten zijn heel dun, ongeveer een halve centimeter. Dat is weer een heel andere kant van beton.”

Het Betondispuut, waarvan Boeters commissaris activiteiten is, was in 1977 zelf grondlegger van de kanorace. “Het leek de bedenkers een mooi middel om beton te promoten. Laten zien wat je daarmee kunt. Alles wat met beton te maken heeft vinden wij mooi.”

Delft doet in Leeuwarden mee met drie herenkoppels, een dameskoppel en drie gemengde koppels. Alle ploegen varen een sprint- en een langeafstandswedstrijd. Volgens Boeters maken de Delftse kanoërs goede kansen: “Wij hebben het voordeel dat we een mal hebben die lang meegaat. Die hebben maritieme studenten voor ons gemaakt.”

Om te voelen hoe het is in een betonkano te varen werd slechts één proefvaart gemaakt. In een oude boot. “Het risico op breuk is gewoon te groot.” Ook het vervoer per vrachtwagen dient met grote zorg te gebeuren. “Als je de kano’s op de grond legt, weet je zeker dat ze kapot gaan. Daar moeten we piepschuimblokken voor maken.”

De dispuutleden werkten zelf aan de drie nieuwe boten, met behulp van een door een sponsor aangeleverd betonmengsel. “Je bouwt elk jaar een of meer nieuwe kano’s, want je wilt wat nieuws maken. Het is de bedoeling dat je er over nadenkt. Vorm en vooral gewicht zijn het belangrijkst. Hoe minder gewicht, hoe minder sterk de boot is. We hebben dit jaar hogesterktebeton gebruikt, zodat je een redelijk dunne wand kunt maken. B200 in plaats van het meer gangbare B65 of B35.” Er zit geen grind in het Delftse beton. “Grindkorrels zijn te groot voor zo’n dunne wand. Om de luchtgaten te vullen en het beton sterker te maken gebruiken we andere, kleinere stoffen. In plaats van wapeningsstaal, dat te groot en te dik is, hebben we netten van glasvezel gebruikt, met een maaswijdte van ongeveer één centimeter.”

Is het kicken om elkaars boten te bestuderen rond de wedstrijd? “Natuurlijk kijk je bij anderen hoe zij het gedaan hebben en praat je daar met elkaar over. Maar je bent toch vooral met je eigen boten bezig. Het is niet zo dat je heel erg aan het geilen bent op andere boten.” (JT)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.