Wetenschap

Delftse bergen als onuitputtelijke energiebron

Onder Delft bevinden zich steile bergen van poreus ‘Delft zandsteen’, die vol zitten met heet water. Mijnbouwkundestudenten willen met een twee kilometer diepe put energie uit die steenlagen winnen.

Het water is maar liefst zeventig â tachtig graden. Het zit recht onder de TU-campus en vormt een (vrijwel) onuitputtelijke en milieuvriendelijke energiebron. Vorig jaar, tijdens het 23ste mijnbouwkundige lustrum, besloot een groepje mijnbouwkundestudenten te onderzoeken of deze zogenaamde aardwarmte te exploiteren is. “We wilden eens wat anders presenteren dan een toren van bierkratjes”, memoreert student Douglas Gilding. “We wilden een stunt uithalen waar de TU milieuvriendelijker van wordt.”

Nu, ruim een jaar later en tientallen aardwarmte gerelateerde afstudeeronderzoeken verder, presenteren de studenten hun rapport. De universiteit zou volgens hen jaarlijks 4,9 miljoen kubieke meter aardgas kunnen besparen door het hete water op te pompen en door een warmtewisselaar heen te laten stromen in de warmtekrachtcentrale van de TU. Ook zouden nieuwbouwwijken in de omgeving er volgens hen mee verwarmd kunnen worden.

Gilding, die de secretaris is van de door de studenten opgerichte stichting DAP (Delft Aardwarmte Project), heeft de TU gevraagd om een winningsvergunning aan te vragen bij het ministerie van economische zaken. “Om die te krijgen, moeten we aannemelijk maken dat wij op een efficiënte wijze de energie kunnen winnen”, zegt hij.

Dat hun project haalbaar is, onderbouwen de studenten onder meer met seismische metingen en data van de NAM, die in 1996 een testput boorde op het huidige universitaire sportterrein. Hieruit blijkt dat onder de TU geen linke breukzones, ontploffingsgevaarlijke gasbellen en ondoordringbare gesteentes zitten.

Het direct ‘geothermisch’ verwarmen van gebouwen en het gebruik van het hete water voor stroomopwekking wint wereldwijd snel aan populariteit. In landen waar de temperatuur van het ondergrondse water lager is dan honderd graden, zoals Nederland, is stroomopwekking te kostbaar. Maar door de toenemende gasprijs wordt het ook hier steeds interessanter om het warme water direct te gebruiken om gebouwen mee te verwarmen.

“Maar het belangrijkste argument is het milieu”, zegt een Eneco-persvoorlichter. “Het boren is kostbaar en de aanleg van het netwerk is duur omdat de buizen dikker moeten zijn dan gasleidingen. Vanuit kostenoverweging moet je het daarom niet doen. Hét grote voordeel is dat er bij het hele proces geen CO2 vrijkomt. Behalve dan een klein beetje bij het aandrijven van de pomp.”

Voorwaarde is wel dat er afnemers zijn in de buurt van de warmwaterput. Oftewel: er moet een centrale liggen voor warmtekrachtkoppeling en een netwerk van leidingen. Wat dit betreft vallen de mijnbouwkundestudenten met hun neus in de boter. Afnemers zijn er zat, binnenkort. De gemeente wil nieuwbouwwoningen over enkele jaren opwarmen met de restwarmte van fabrieken uit de omgeving. Daarvoor wil ze een uitgebreid stelsel van leidingen aanleggen. “Het hete water dat hier doorheen moet stromen, kan mooi aangevuld worden met het door de aardwarmte opgewarmde water”, aldus Gilding.

Resteert nog het probleem van het boren. Twee kilometer diep boren, vergt een flink boorplatform. Daar is geen plek voor op de beoogde boorplek, vlak naast de warmtekrachtcentrale op de campus. Gilding schudt zijn hoofd. “Er is wel degelijk genoeg plaats als we gebruik maken van een innovatieve boortechniek met buizen van koolstofcomposiet in plaats van staal. Koolstofcomposiet is veel lichter.”

Wordt de TU dan een energiebedrijf? Dat is niet de bedoeling, aldus Gilding. Hij hoopt dat Eneco het project wil uitvoeren. Dit bedrijf is momenteel bezig met een geothermisch project in Den Haag. Ook is het betrokken bij het warmtenetplan van de gemeente Delft. Dezelfde woordvoerder laat slechts weten dat Eneco het Delft Aardwarmte Project ‘potentieel interessant’ vindt.

Gilding: “Voor de universiteit is vooral het onderzoek interessant. Wij willen de put volhangen met sensoren om de druk en temperatuur in de ondergrond te meten en de water- en warmtestromingen in kaart te brengen. Ook willen we onderzoeken of het mogelijk is om koolstofdioxide in water op te lossen en dat in de bodem te injecteren, om op die manier de TU CO2-neutraal te maken.”

In IJsland ligt geothermische energie voor het oprapen. (Bron: Wikimedia.org)

Het water is maar liefst zeventig â tachtig graden. Het zit recht onder de TU-campus en vormt een (vrijwel) onuitputtelijke en milieuvriendelijke energiebron. Vorig jaar, tijdens het 23ste mijnbouwkundige lustrum, besloot een groepje mijnbouwkundestudenten te onderzoeken of deze zogenaamde aardwarmte te exploiteren is. “We wilden eens wat anders presenteren dan een toren van bierkratjes”, memoreert student Douglas Gilding. “We wilden een stunt uithalen waar de TU milieuvriendelijker van wordt.”

Nu, ruim een jaar later en tientallen aardwarmte gerelateerde afstudeeronderzoeken verder, presenteren de studenten hun rapport. De universiteit zou volgens hen jaarlijks 4,9 miljoen kubieke meter aardgas kunnen besparen door het hete water op te pompen en door een warmtewisselaar heen te laten stromen in de warmtekrachtcentrale van de TU. Ook zouden nieuwbouwwijken in de omgeving er volgens hen mee verwarmd kunnen worden.

Gilding, die de secretaris is van de door de studenten opgerichte stichting DAP (Delft Aardwarmte Project), heeft de TU gevraagd om een winningsvergunning aan te vragen bij het ministerie van economische zaken. “Om die te krijgen, moeten we aannemelijk maken dat wij op een efficiënte wijze de energie kunnen winnen”, zegt hij.

Dat hun project haalbaar is, onderbouwen de studenten onder meer met seismische metingen en data van de NAM, die in 1996 een testput boorde op het huidige universitaire sportterrein. Hieruit blijkt dat onder de TU geen linke breukzones, ontploffingsgevaarlijke gasbellen en ondoordringbare gesteentes zitten.

Het direct ‘geothermisch’ verwarmen van gebouwen en het gebruik van het hete water voor stroomopwekking wint wereldwijd snel aan populariteit. In landen waar de temperatuur van het ondergrondse water lager is dan honderd graden, zoals Nederland, is stroomopwekking te kostbaar. Maar door de toenemende gasprijs wordt het ook hier steeds interessanter om het warme water direct te gebruiken om gebouwen mee te verwarmen.

“Maar het belangrijkste argument is het milieu”, zegt een Eneco-persvoorlichter. “Het boren is kostbaar en de aanleg van het netwerk is duur omdat de buizen dikker moeten zijn dan gasleidingen. Vanuit kostenoverweging moet je het daarom niet doen. Hét grote voordeel is dat er bij het hele proces geen CO2 vrijkomt. Behalve dan een klein beetje bij het aandrijven van de pomp.”

Voorwaarde is wel dat er afnemers zijn in de buurt van de warmwaterput. Oftewel: er moet een centrale liggen voor warmtekrachtkoppeling en een netwerk van leidingen. Wat dit betreft vallen de mijnbouwkundestudenten met hun neus in de boter. Afnemers zijn er zat, binnenkort. De gemeente wil nieuwbouwwoningen over enkele jaren opwarmen met de restwarmte van fabrieken uit de omgeving. Daarvoor wil ze een uitgebreid stelsel van leidingen aanleggen. “Het hete water dat hier doorheen moet stromen, kan mooi aangevuld worden met het door de aardwarmte opgewarmde water”, aldus Gilding.

Resteert nog het probleem van het boren. Twee kilometer diep boren, vergt een flink boorplatform. Daar is geen plek voor op de beoogde boorplek, vlak naast de warmtekrachtcentrale op de campus. Gilding schudt zijn hoofd. “Er is wel degelijk genoeg plaats als we gebruik maken van een innovatieve boortechniek met buizen van koolstofcomposiet in plaats van staal. Koolstofcomposiet is veel lichter.”

Wordt de TU dan een energiebedrijf? Dat is niet de bedoeling, aldus Gilding. Hij hoopt dat Eneco het project wil uitvoeren. Dit bedrijf is momenteel bezig met een geothermisch project in Den Haag. Ook is het betrokken bij het warmtenetplan van de gemeente Delft. Dezelfde woordvoerder laat slechts weten dat Eneco het Delft Aardwarmte Project ‘potentieel interessant’ vindt.

Gilding: “Voor de universiteit is vooral het onderzoek interessant. Wij willen de put volhangen met sensoren om de druk en temperatuur in de ondergrond te meten en de water- en warmtestromingen in kaart te brengen. Ook willen we onderzoeken of het mogelijk is om koolstofdioxide in water op te lossen en dat in de bodem te injecteren, om op die manier de TU CO2-neutraal te maken.”

In IJsland ligt geothermische energie voor het oprapen. (Bron: Wikimedia.org)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.