Onderwijs

Delft profiteert van sterke groei eerstejaars

De instroom aan universiteiten zwelt aan met zes procent. Delft staat op ruim negen procent in de plus. Andere universiteiten die profiteren van de groei zijn vooral de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam.

De verliezers zijn Twente, Leiden en de VU.

De instroom aan de technische universiteiten is weliswaar gestegen, maar toch blijft de stijging van het totale percentage eerstejaars onder het landelijk gemiddelde steken. Dat is vooral te wijten aan Twente. Die universiteit staat twee procent in de min, terwijl Delft en Eindhoven juist bovengemiddeld goede zaken doen.

Dat blijkt uit de vooraanmeldingscijfers van de Informatie Beheer Groep. De cijfers van de IBG geven een indicatie van de uiteindelijke verdeling van eerstejaars over de verschillende opleidingen. Sommige studenten melden zich direct aan bij de instelling en andere komen niet opdagen, maar de IBG-cijfers geven de tendens duidelijk weer.

Voor de universiteiten is het aantal ingeschreven eerstejaars op 1 oktober een cruciaal meetpunt voor hun bekostiging. Voor 1 december moeten ze het definitieve aantal doorgeven aan de IBG. Dan krijgen ze per student een zak geld.

Eerder dit jaar leek het erop dat Leiden, Twente en de VU zwaar verlies zouden lijden, met vier tot zes procent minder inschrijvingen. De klapt blijkt nu iets zachter aan te komen. Het gaat aan de VU en Twente nog maar om enkele tientallen. Alleen in Leiden blijft het verlies substantieel. Maar uiteraard leveren deze instellingen veel marktaandeel in.

Uit de cijfers rees al eerder dit jaar het beeld dat vooral de klassieke studies als geneeskunde (plus acht procent) en Nederlands (plus 23 procent) veel nieuwe studenten aantrekken. Ook scheikunde (plus 27 procent) en rechten (plus twaalf procent) doen het goed. Modestudies, kleine opleidingen en economische studies stonden dit jaar in de min en hebben zich niet hersteld. Sociaal-culturele wetenschappen, personeelswetenschappen, technische bestuurskunde en film- en theaterwetenschap verliezen allemaal ongeveer een vijfde van hun instroom.

Wiskunde – vanouds een zorgenkindje – gaat van 334 naar 275 vooraanmeldingen. Dat betekent een verlies van achttien procent. Natuurkunde staat juist enigszins in de plus: zes procent.

Andere universiteiten die profiteren van de groei zijn vooral de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam. De verliezers zijn Twente, Leiden en de VU.

De instroom aan de technische universiteiten is weliswaar gestegen, maar toch blijft de stijging van het totale percentage eerstejaars onder het landelijk gemiddelde steken. Dat is vooral te wijten aan Twente. Die universiteit staat twee procent in de min, terwijl Delft en Eindhoven juist bovengemiddeld goede zaken doen.

Dat blijkt uit de vooraanmeldingscijfers van de Informatie Beheer Groep. De cijfers van de IBG geven een indicatie van de uiteindelijke verdeling van eerstejaars over de verschillende opleidingen. Sommige studenten melden zich direct aan bij de instelling en andere komen niet opdagen, maar de IBG-cijfers geven de tendens duidelijk weer.

Voor de universiteiten is het aantal ingeschreven eerstejaars op 1 oktober een cruciaal meetpunt voor hun bekostiging. Voor 1 december moeten ze het definitieve aantal doorgeven aan de IBG. Dan krijgen ze per student een zak geld.

Eerder dit jaar leek het erop dat Leiden, Twente en de VU zwaar verlies zouden lijden, met vier tot zes procent minder inschrijvingen. De klapt blijkt nu iets zachter aan te komen. Het gaat aan de VU en Twente nog maar om enkele tientallen. Alleen in Leiden blijft het verlies substantieel. Maar uiteraard leveren deze instellingen veel marktaandeel in.

Uit de cijfers rees al eerder dit jaar het beeld dat vooral de klassieke studies als geneeskunde (plus acht procent) en Nederlands (plus 23 procent) veel nieuwe studenten aantrekken. Ook scheikunde (plus 27 procent) en rechten (plus twaalf procent) doen het goed. Modestudies, kleine opleidingen en economische studies stonden dit jaar in de min en hebben zich niet hersteld. Sociaal-culturele wetenschappen, personeelswetenschappen, technische bestuurskunde en film- en theaterwetenschap verliezen allemaal ongeveer een vijfde van hun instroom.

Wiskunde – vanouds een zorgenkindje – gaat van 334 naar 275 vooraanmeldingen. Dat betekent een verlies van achttien procent. Natuurkunde staat juist enigszins in de plus: zes procent.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.