Dokter P.N. van Bockhoven neemt komende week afscheid als bedrijfsarts van de TU Delft. Zeven jaar ruimde hij in de Delftse non-confrontatiecultuur gevolgen van conflicten op.
/strong>
Vanuit zijn kamer in het hoofdgebouw, boven het College van Bestuur, heeft hij een rustiek uitzicht op de degelijkheid van de oudere TU-gebouwen: Technische Aardwetenschappen en het gebouw aan het Mijnbouwplein. Ook de Nieuwe Kerk kijkt vanuit het centrum van Delft de spreekkamer in.
Binnenkort zal dokter Peter van Bockhoven (59) zijn uitzicht moeten missen. Met een open spreekuur neemt de voormalig tropenarts, huisarts en Philips-bedrijfsarts woensdag afscheid van collega’s en patiënten. Zeven jaren werkte hij aan de TU, zorgde hij ervoor ‘dat het werk – in al zijn facetten – geen bedreiging opleverde voor de gezondheid’.
Repetitive Strain Injury’s (,,RSI is erg in de mode”), burnouts en whiplashes zag hij voorbijkomen. Belangrijkste aanleiding voor consulten was echter de veelheid aan arbeidsconflicten op de TU. ,,In het begin heb ik me afgevraagd hoe die conflicten ontstonden. Daar is toen ook uitgebreid onderzoek naar gedaan,” aldus Van Bockhoven.
De verklaring weet hij inmiddels. ,,Werknemers van de TU onderscheiden zich enigszins van werknemers elders. De techneut is geremd. Hoe dat komt? Bij mensen die in een niet honderd procent veilig milieu opgroeien ontstaan haperingen in de emotionele ontwikkeling. Ze gaan op zoek naar zekerheden, en techniek biedt vaak een houvast.
,,In Delft lopen derhalve veel onzekere types rond. Veel techneuten hebben een faalangst die niet overeenkomst met de positie die zij in de hiërarchie innemen. Dat uit zich in een extreem streven naar perfectie en non-communicatief, non-verbaal gedrag. Deze non-confrontatiecultuur heeft invloed op de gezondheid van de mensen en op de effectiviteit van de organisatie. Op de TU geldt vaak het spreekwoord ‘Ieder voor zich en God voor ons allen’. Dat leidt tot conflicten op veel te grote schaal.”
Boekje
Van Bockhoven kreeg veel slachtoffers van deze conflicten op bezoek. ,,We hebben het aantal conflicten eens proberen te tellen. Op de TU zijn zo’n 800 conflictsituaties op 5500 medewerkers. En voor een conflict heb je minstens twee mensen nodig. In vergelijking met Philips, mijn vorige werkgever, is dat een indrukwekkend aantal. Onaanvaardbaar ook eigenlijk.
,,Veel werknemers voelen zich moreel beschadigd en niet serieus genomen. Daar worden ze soms lijfelijk ziek van. Ik heb met elke patiënt telkens getracht uit te vogelen wat er aan de hand was. Vaak lag iemand niet alleen met zichzelf, maar ook met gezin, collega’s en baas overhoop. Dat laten ze niet zo gauw los. Je moet het er echt uit rammen. Maar dat is ook de jus, de kunst van het vak. Ik doe hier vaak puur aanpsychiatrie.”
Van tevoren had hij hier geen weet van, maar een bezwaar vindt hij het niet om zoveel psychisch leed te moeten behandelen. ,,Het is een leuke baan. Het lukt af en toe om iemand, die denkt dat hij helemaal vast zit, een nieuw perspectief te bieden. Het is zeer bevredigend om mensen uit de put te krijgen. Ik heb ook die furor sanandi, die drang om te genezen. Ooit kwam hier een aio binnen, een oude patiënt van mij, met wie ik zeer intensief was beziggeweest. Hij legde zijn proefschrift op mijn tafel en zei: ‘Het boekje is er maar: jij hebt het gedaan’. Dat zijn mooie momenten.”
Naast de individuele patiënt was ook het collectief van belang voor Van Bockhoven. ,,Vanuit mijn ervaring met individuen heb ik geprobeerd een lijn te vinden in de problematiek. Zo bleek bijvoorbeeld dat het wetenschappelijk personeel veel kwetsbaarder is dan het ondersteunend personeel.”
De TU heeft inmiddels maatregelen genomen naar aanleiding van een nota die een paar jaar terug is opgesteld. Van Bockhoven schat dat het aantal conflicten ondanks de maatregelen niet kleiner is geworden in de tijd dat hij aan de TU werkte. ,,Maar de intensiteit lijkt wel minder. Mensen melden zich nu eerder met problemen.”
Humor
Optimaal is het echter nog niet. ,,Als ik één ding aan de universiteit mocht veranderen, dan zou ik ervoor zorgen dat hoogleraren beter gescreend werden en meer gestimuleerd werden om hun managementkwaliteiten te ontwikkelen. Deze mensen komen niet als manager binnen en de ondersteuning die ze krijgen is volstrekt beneden de maat. Daaruit ontstaat een groot aantal van de problemen die ik hier te zien krijg. Meer dan de helft van de hoogleraren presteert wat dit betreft onder de maat. Dat is een probleem waar we niet omheen moeten lopen, daar moeten we actief mee aan de slag. Het passief toekijken is een nagel aan mijn doodskist.”
Maar hij erkent veel lol gehad te hebben in zijn werk. ,,Ik heb veel gelachen hier. Techneuten hebben een goed gevoel voor humor, al lijkt dat in tegenspraak met hun geslotenheid. Ze kunnen afstand van zichzelf nemen, zichzelf op de hak nemen. Relativeren is een teken van een hoog intelligentieniveau. Hoewel het emotionele achterblijft, is hun rationele kant meer dan voldoende ontwikkeld.”
Dokter P.N. van Bockhoven neemt komende week afscheid als bedrijfsarts van de TU Delft. Zeven jaar ruimde hij in de Delftse non-confrontatiecultuur gevolgen van conflicten op.
Vanuit zijn kamer in het hoofdgebouw, boven het College van Bestuur, heeft hij een rustiek uitzicht op de degelijkheid van de oudere TU-gebouwen: Technische Aardwetenschappen en het gebouw aan het Mijnbouwplein. Ook de Nieuwe Kerk kijkt vanuit het centrum van Delft de spreekkamer in.
Binnenkort zal dokter Peter van Bockhoven (59) zijn uitzicht moeten missen. Met een open spreekuur neemt de voormalig tropenarts, huisarts en Philips-bedrijfsarts woensdag afscheid van collega’s en patiënten. Zeven jaren werkte hij aan de TU, zorgde hij ervoor ‘dat het werk – in al zijn facetten – geen bedreiging opleverde voor de gezondheid’.
Repetitive Strain Injury’s (,,RSI is erg in de mode”), burnouts en whiplashes zag hij voorbijkomen. Belangrijkste aanleiding voor consulten was echter de veelheid aan arbeidsconflicten op de TU. ,,In het begin heb ik me afgevraagd hoe die conflicten ontstonden. Daar is toen ook uitgebreid onderzoek naar gedaan,” aldus Van Bockhoven.
De verklaring weet hij inmiddels. ,,Werknemers van de TU onderscheiden zich enigszins van werknemers elders. De techneut is geremd. Hoe dat komt? Bij mensen die in een niet honderd procent veilig milieu opgroeien ontstaan haperingen in de emotionele ontwikkeling. Ze gaan op zoek naar zekerheden, en techniek biedt vaak een houvast.
,,In Delft lopen derhalve veel onzekere types rond. Veel techneuten hebben een faalangst die niet overeenkomst met de positie die zij in de hiërarchie innemen. Dat uit zich in een extreem streven naar perfectie en non-communicatief, non-verbaal gedrag. Deze non-confrontatiecultuur heeft invloed op de gezondheid van de mensen en op de effectiviteit van de organisatie. Op de TU geldt vaak het spreekwoord ‘Ieder voor zich en God voor ons allen’. Dat leidt tot conflicten op veel te grote schaal.”
Boekje
Van Bockhoven kreeg veel slachtoffers van deze conflicten op bezoek. ,,We hebben het aantal conflicten eens proberen te tellen. Op de TU zijn zo’n 800 conflictsituaties op 5500 medewerkers. En voor een conflict heb je minstens twee mensen nodig. In vergelijking met Philips, mijn vorige werkgever, is dat een indrukwekkend aantal. Onaanvaardbaar ook eigenlijk.
,,Veel werknemers voelen zich moreel beschadigd en niet serieus genomen. Daar worden ze soms lijfelijk ziek van. Ik heb met elke patiënt telkens getracht uit te vogelen wat er aan de hand was. Vaak lag iemand niet alleen met zichzelf, maar ook met gezin, collega’s en baas overhoop. Dat laten ze niet zo gauw los. Je moet het er echt uit rammen. Maar dat is ook de jus, de kunst van het vak. Ik doe hier vaak puur aanpsychiatrie.”
Van tevoren had hij hier geen weet van, maar een bezwaar vindt hij het niet om zoveel psychisch leed te moeten behandelen. ,,Het is een leuke baan. Het lukt af en toe om iemand, die denkt dat hij helemaal vast zit, een nieuw perspectief te bieden. Het is zeer bevredigend om mensen uit de put te krijgen. Ik heb ook die furor sanandi, die drang om te genezen. Ooit kwam hier een aio binnen, een oude patiënt van mij, met wie ik zeer intensief was beziggeweest. Hij legde zijn proefschrift op mijn tafel en zei: ‘Het boekje is er maar: jij hebt het gedaan’. Dat zijn mooie momenten.”
Naast de individuele patiënt was ook het collectief van belang voor Van Bockhoven. ,,Vanuit mijn ervaring met individuen heb ik geprobeerd een lijn te vinden in de problematiek. Zo bleek bijvoorbeeld dat het wetenschappelijk personeel veel kwetsbaarder is dan het ondersteunend personeel.”
De TU heeft inmiddels maatregelen genomen naar aanleiding van een nota die een paar jaar terug is opgesteld. Van Bockhoven schat dat het aantal conflicten ondanks de maatregelen niet kleiner is geworden in de tijd dat hij aan de TU werkte. ,,Maar de intensiteit lijkt wel minder. Mensen melden zich nu eerder met problemen.”
Humor
Optimaal is het echter nog niet. ,,Als ik één ding aan de universiteit mocht veranderen, dan zou ik ervoor zorgen dat hoogleraren beter gescreend werden en meer gestimuleerd werden om hun managementkwaliteiten te ontwikkelen. Deze mensen komen niet als manager binnen en de ondersteuning die ze krijgen is volstrekt beneden de maat. Daaruit ontstaat een groot aantal van de problemen die ik hier te zien krijg. Meer dan de helft van de hoogleraren presteert wat dit betreft onder de maat. Dat is een probleem waar we niet omheen moeten lopen, daar moeten we actief mee aan de slag. Het passief toekijken is een nagel aan mijn doodskist.”
Maar hij erkent veel lol gehad te hebben in zijn werk. ,,Ik heb veel gelachen hier. Techneuten hebben een goed gevoel voor humor, al lijkt dat in tegenspraak met hun geslotenheid. Ze kunnen afstand van zichzelf nemen, zichzelf op de hak nemen. Relativeren is een teken van een hoog intelligentieniveau. Hoewel het emotionele achterblijft, is hun rationele kant meer dan voldoende ontwikkeld.”
Comments are closed.