Campus

Degelijkheid en duurzaamheid op fraaie lustrumexpositie

De faculteit Industrieel Ontwerpen bestaat een kwart eeuw. Bijna dertienhonderd mensen heeft Delft inmiddels afgeleverd. Op de expositie ‘Een Kast met Inhoud: 13 visies op produktontwikkeling en 75 produkten’ die vandaag voor het publiek is te bezichtigen een greep uit het vak.

,,Achter ieder produkt zit een verhaal”, zegt ir. Alex Visser. ,,Het is een moeilijk vak om uit te leggen dus laat de produkten het verhaal maar vertellen.”

Een dag voor de opening van de IO-tentoonstelling in het Techniek Museum heerst er nog een hectische bedrijvigheid. Het krioelt er van de mensen die de laatste hand leggen aan de inrichting. Coördinatoren Alex Visser en Pamela Musch van IO hebben amper tijd om een verslaggever te woord te staan. Worden ze niet voor de telefoon geroepen dan vraagt iemand in het gebouw ze wel om raad en advies. ,, Met de opbouw zijn veel mensen betrokken”, zegt Alex Visser. ,,De bedrijven en ontwerpteams mochten namelijk zelf hun stands opzetten. Uiteraard wel binnen de kaders die wij hebben aangelegd.”

Je hebt de tentoonstellingshal nog niet betreden en het eerste dat opvalt is een lilakleurige éénpersoonsauto. Een eyecatcher die een venster opent op de toekomst. Het ontwerpbureau Vici heeft de Econe, zoals het voertuig is gedoopt, al eerder in de Kunsthal getoond, maar zeker voor degenen die het nog nooit hebben gezien blijft het een fascinerend kijkobject. Het heeft wel wat weg van een overdekte ligfiets, maar is, vooral aan de achterkant, wat logger.

Het vehikel zal overigens niet in produktie worden genomen want uit reacties bleek dat de consument de voorkeur geeft aan één met drie vaste wielen (in plaats van de huidige twee) en een passagiersplek achter de bestuurder. Vici werkt momenteel druk aan deze nieuwe versie die uiteindelijk in series van enige duizenden op de Europese markt zullen verschijnen.

Dergelijk futuristische prototypen doen het bij het publiek altijd goed op exposities. Net zoals bijvoorbeeld de beeldtelefoon van Landmark Design & Technology die staat opgesteld tussen andere produkten die het bureau voor PTT Telecom heeft ontworpen. ,,Een heel geslaagde stand”, vindt Visser. Tijdens een kleine demonstratie kunnen we elkaar inderdaad op de beeldschermen zien. Weliswaar niet glashelder maar laten we het invallende daglicht maar als spelbreker beschouwen.
Aureool

Afgaande op deze zintuigprikkelende noviteiten heeft het vak van industrieel ontwerper het aureool van goddelijke scheppingskracht. De werkelijkheid is een stuk prozaïscher. De IO-er is, anders dan zijn vakgenoten van de kunstacademies die meer vormgericht zijn, een doodgewone ingenieur die technische oplossingen bedenkt voor gebruiksartikelen. Iemand die op een breed terein betrokken is bij produktontwikkeling en daaronder vallen uiteenlopende aspecten als bruikbaarheid, verkoopbaarheid, ergonomie, vormgeving en milieu-aspecten. Ofzoals Visser het verwoordt: ,,Het is iemand met veel petten op en met veel kwaliteiten.”

De produkten waaraan een IO’er uit Delft een bijdrage heeft geleverd, vallen dan ook niet zozeer op door hun science fiction-achtige uiterlijk maar meer door eigenschappen als mooie vorm, degelijkheid, duurzaamheid of praktisch vernuft. Neem nou de yoghurt-pakken van Menken van Grieken en van Mona die onlangs een kleine maar opvallende gedaanteverandering hebben ondergaan. Eerst waren ze rond, nu zijn ze ineens vierkant van onderen (cirkant). De consument heeft het ongetwijfeld opgemerkt maar is er al weer aan gewend. Het effect voor de producent is evenwel van grotere tijdsduur. De pakken laten zich namelijk efficiënter stapelen zodat er meer in een vrachtwagen kunnen geladen en dat drukt de kosten. Of de koper dat ook nog een voordeeltje oplevert? ,,Ik denk het niet”, zegt Visser sceptisch.
Theezakjes

Uitgebreid blijven we stilstaan bij de stand van meneer Philips. Op een houten onderstel onder een glazen opbouw staan de ‘snoepjes van Philips’, zoals Visser het uitdrukt: een fruitpers, een koffiekan, een koffiezetter en een broodrooster. Opvallend grote, ronde vormen die de wenkbrauwen even doen fronsen, want leven we niet in een tijd dat alles compact moet zijn? Volgens Visser gaat het vooral om de uitstraling. Ook dat speelt een belangrijke rol: ,,Vergelijk het maar met de Rolex als je het hebt gemaakt als pooier.”

Desondanks spreekt het tekstbalkje van ,,nieuwe produkten die de kwaliteit van ons leven moeten verbeteren”. Visser: ,,Dat is een uitspraak van Philips, het is een intentie. Het verhaal van Philips is trouwens moeilijk. Als ze een gebaar maken heeft het meteen heel veel betekenis. Wanneer honderdduizend mensen één centimeter opzij gaan, dan is dat al een groot gebaar. In het verleden heeft het bedrijf altijd veel ingespeeld op functionele eisen. Nu beginnen andere factoren ook een rol te spelen, zoals het milieu en de kwaliteit en dat heeft gevolgen voor wat mensen verwachten van goede produkten.”

En doorslaggevend bij produktontwikkeling is natuurlijk altijd of de consument tot aanschaf overgaat. Visser: ,,Je kunt hele mooie dingen maken, maar als het moment van aanschaf er niet is dan is het misschien voor het museum, de prullenbak of voor jezelf. Het doel is niet bereikt.” En zelfs als de consument wel tot aanschaf overgaat kan het nog wel eens goed fout gaan. ,,Op een gegeven moment dronken mensen minder thee dus kwamen er éénpersoons theezakjes op de markt. Maar toen zag je dat mensen daar vier koppen thee van gingen trekken. Dat is dus een commerciële flop.” (M.v.d.L.)

De tentoonstelling ‘Een Kast met Inhoud: 13 visies op produktontwikkeling en 75 produkten’ is nog tot en met 31 december te bezichtigen in het Techniek Museum.

Mannus van der Laan


Medewerkers leggen de laatste hand aan de IO-expositie

De faculteit Industrieel Ontwerpen bestaat een kwart eeuw. Bijna dertienhonderd mensen heeft Delft inmiddels afgeleverd. Op de expositie ‘Een Kast met Inhoud: 13 visies op produktontwikkeling en 75 produkten’ die vandaag voor het publiek is te bezichtigen een greep uit het vak. ,,Achter ieder produkt zit een verhaal”, zegt ir. Alex Visser. ,,Het is een moeilijk vak om uit te leggen dus laat de produkten het verhaal maar vertellen.”

Een dag voor de opening van de IO-tentoonstelling in het Techniek Museum heerst er nog een hectische bedrijvigheid. Het krioelt er van de mensen die de laatste hand leggen aan de inrichting. Coördinatoren Alex Visser en Pamela Musch van IO hebben amper tijd om een verslaggever te woord te staan. Worden ze niet voor de telefoon geroepen dan vraagt iemand in het gebouw ze wel om raad en advies. ,, Met de opbouw zijn veel mensen betrokken”, zegt Alex Visser. ,,De bedrijven en ontwerpteams mochten namelijk zelf hun stands opzetten. Uiteraard wel binnen de kaders die wij hebben aangelegd.”

Je hebt de tentoonstellingshal nog niet betreden en het eerste dat opvalt is een lilakleurige éénpersoonsauto. Een eyecatcher die een venster opent op de toekomst. Het ontwerpbureau Vici heeft de Econe, zoals het voertuig is gedoopt, al eerder in de Kunsthal getoond, maar zeker voor degenen die het nog nooit hebben gezien blijft het een fascinerend kijkobject. Het heeft wel wat weg van een overdekte ligfiets, maar is, vooral aan de achterkant, wat logger.

Het vehikel zal overigens niet in produktie worden genomen want uit reacties bleek dat de consument de voorkeur geeft aan één met drie vaste wielen (in plaats van de huidige twee) en een passagiersplek achter de bestuurder. Vici werkt momenteel druk aan deze nieuwe versie die uiteindelijk in series van enige duizenden op de Europese markt zullen verschijnen.

Dergelijk futuristische prototypen doen het bij het publiek altijd goed op exposities. Net zoals bijvoorbeeld de beeldtelefoon van Landmark Design & Technology die staat opgesteld tussen andere produkten die het bureau voor PTT Telecom heeft ontworpen. ,,Een heel geslaagde stand”, vindt Visser. Tijdens een kleine demonstratie kunnen we elkaar inderdaad op de beeldschermen zien. Weliswaar niet glashelder maar laten we het invallende daglicht maar als spelbreker beschouwen.
Aureool

Afgaande op deze zintuigprikkelende noviteiten heeft het vak van industrieel ontwerper het aureool van goddelijke scheppingskracht. De werkelijkheid is een stuk prozaïscher. De IO-er is, anders dan zijn vakgenoten van de kunstacademies die meer vormgericht zijn, een doodgewone ingenieur die technische oplossingen bedenkt voor gebruiksartikelen. Iemand die op een breed terein betrokken is bij produktontwikkeling en daaronder vallen uiteenlopende aspecten als bruikbaarheid, verkoopbaarheid, ergonomie, vormgeving en milieu-aspecten. Ofzoals Visser het verwoordt: ,,Het is iemand met veel petten op en met veel kwaliteiten.”

De produkten waaraan een IO’er uit Delft een bijdrage heeft geleverd, vallen dan ook niet zozeer op door hun science fiction-achtige uiterlijk maar meer door eigenschappen als mooie vorm, degelijkheid, duurzaamheid of praktisch vernuft. Neem nou de yoghurt-pakken van Menken van Grieken en van Mona die onlangs een kleine maar opvallende gedaanteverandering hebben ondergaan. Eerst waren ze rond, nu zijn ze ineens vierkant van onderen (cirkant). De consument heeft het ongetwijfeld opgemerkt maar is er al weer aan gewend. Het effect voor de producent is evenwel van grotere tijdsduur. De pakken laten zich namelijk efficiënter stapelen zodat er meer in een vrachtwagen kunnen geladen en dat drukt de kosten. Of de koper dat ook nog een voordeeltje oplevert? ,,Ik denk het niet”, zegt Visser sceptisch.
Theezakjes

Uitgebreid blijven we stilstaan bij de stand van meneer Philips. Op een houten onderstel onder een glazen opbouw staan de ‘snoepjes van Philips’, zoals Visser het uitdrukt: een fruitpers, een koffiekan, een koffiezetter en een broodrooster. Opvallend grote, ronde vormen die de wenkbrauwen even doen fronsen, want leven we niet in een tijd dat alles compact moet zijn? Volgens Visser gaat het vooral om de uitstraling. Ook dat speelt een belangrijke rol: ,,Vergelijk het maar met de Rolex als je het hebt gemaakt als pooier.”

Desondanks spreekt het tekstbalkje van ,,nieuwe produkten die de kwaliteit van ons leven moeten verbeteren”. Visser: ,,Dat is een uitspraak van Philips, het is een intentie. Het verhaal van Philips is trouwens moeilijk. Als ze een gebaar maken heeft het meteen heel veel betekenis. Wanneer honderdduizend mensen één centimeter opzij gaan, dan is dat al een groot gebaar. In het verleden heeft het bedrijf altijd veel ingespeeld op functionele eisen. Nu beginnen andere factoren ook een rol te spelen, zoals het milieu en de kwaliteit en dat heeft gevolgen voor wat mensen verwachten van goede produkten.”

En doorslaggevend bij produktontwikkeling is natuurlijk altijd of de consument tot aanschaf overgaat. Visser: ,,Je kunt hele mooie dingen maken, maar als het moment van aanschaf er niet is dan is het misschien voor het museum, de prullenbak of voor jezelf. Het doel is niet bereikt.” En zelfs als de consument wel tot aanschaf overgaat kan het nog wel eens goed fout gaan. ,,Op een gegeven moment dronken mensen minder thee dus kwamen er éénpersoons theezakjes op de markt. Maar toen zag je dat mensen daar vier koppen thee van gingen trekken. Dat is dus een commerciële flop.” (M.v.d.L.)

De tentoonstelling ‘Een Kast met Inhoud: 13 visies op produktontwikkeling en 75 produkten’ is nog tot en met 31 december te bezichtigen in het Techniek Museum.

Mannus van der Laan


Medewerkers leggen de laatste hand aan de IO-expositie

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.