Campus

De wijdsheid van Ann Arbor

In het vorige academische jaar tekende de TU Delft samenwerkingsovereenkomsten met twee Amerikaanse universiteiten: de University of Texas in Austin en de University of Michigan in Ann Arbor.

Met het Massachusetts Institute of technology in Cambridge is een overeenkomst in de maak. Dit is het tweede van drie portretten van de Amerikaanse ‘partners’.

Ann Arbor is een provinciestadje in Michigan, met iets meer dan 100.000 inwoners. Het ligt enigszins vergeten tussen Detroit en Chicago in. Waar je van Delft kunt zeggen dat de TU in de stad duidelijk aanwezig is, geldt voor Ann Arbor dat het door de University of Michigan (UM in het dagelijks gebruik) verzwolgen wordt.

Het merkwaardige feit doet zich voor dat de universiteit van Ann Arbor ouder is dan de stad zelf. Toen de University of Michigan in 1837 uit Detroit (trivia: in 1701 gesticht door Antoine de Mothe Cadillac) verhuisde, was ze twintig jaar oud. Ann Arbor bestond op dat moment pas dertien jaar. In die beginjaren had de universiteit zeven studenten, twee professoren en een flink aantal koeien. Er liep een hek tussen de stad en de campus om de koeien op hun plek te houden.

Dat hek is nu weg. De campus, met zijn 33.000 studenten en 208 gebouwen, heeft de stad opgeslokt. Het winkelcentrum, met opvallend veel boekhandels en platenzaken, gaat naadloos over in de centrale campus, terwijl de noordkant van de stad, aan de overkant van de Huron rivier, gedomineerd wordt door de tweede campus en de zuidkant door de derde campus. En dan te bedenken dat er nog eens 18.000 studenten in Grand Rapids en Flint zitten, waar ook delen van de University of Michigan zijn ondergebracht. Op alle drie locaties samen zijn er 5600 wetenschappers en een veelvoud daarvan aan ondersteunende medewerkers.

De gebouwen van het College of Engineering, waar Delft zaken mee doet, bevinden zich vooral op de noordelijke campus van Ann Arbor. Het is allemaal hoekige, maar niet fantasieloze betonbouw in een jasje van baksteen. Alleen de omgeving – die doet het hem. De hele noordelijke campus, waar zich ook een groot aantal universitaire woningen voor studenten en staf bevindt, is een paradijs van struiken, stukken bos en goed onderhouden grasvelden. Van binnen lijken de gebouwen een duplicaat van Delft: vrij saaie gangen, met af en toe een prikbord en foto’s van medewerkers en onderzoeksopstellingen.

De zuidelijke campus is vrijwel geheel gewijd aan sport. Het football stadion heeft 102.501 zitplaatsen en daarnaast zijn er nog faciliteiten voor ijshockey, basketbal, andere zaalsporten, tennis, honkbal, atletiek en golf. Michigan grossiert in nationale college-titels, met name in football en ijshockey. Opvallend veel studenten lopen in de universitaire kleuren wit, geel en donkerblauw over straat. Populair zijn t-shirts met opschriften als ‘Harvard, the Michigan of the east’. Michigans studenten lopen, meer dan hun collega’s elders in het land, graag te koop met hun universiteit.
Grastrimmers

Op de centrale campus, die voor een derde in beslag genomen wordt door het academische ziekenhuis, is het weer baksteenrood dat de klok slaat. De oudere gebouwen, herkenbaar aan de glas-in-lood ramen, zitten onder de klimop, de nieuwere worden ervan gevrijwaard. De ambtswoning van UM’s president, nog uit 1837 (het huis, niet de president), is als enige smetteloos wit. Kortom, ook hier wordt alles tot in de puntjes onderhouden. Die Amerikaanse plantsoenenmania, met zijn grastrimmers en bladblazers, is goed voor vijf procent van de nationale luchtvervuiling, zo heeft iemand van de sectie natuurlijke hulpbronnen onlangs uitgerekend (aldus universiteitskrant University Record in juli).

Het totale complex is zo uitgestrekt dat de universiteit bussen laat rondrijden om haar studenten en medewerkers van A naar B te vervoeren. Een gedeelte van het net rijdt tot zeer laat door, zodat studenten niet per se met de fiets naar dat concert van Tracy Chapman of Dead Can Dance hoeven. Alles wat in Ann Arbor gebeurt, wordt aangekondigd in bushokjes en op lantaarn- en andere palen. De houten palen van de elektriciteitsleidingen zitten onveranderlijk vol verroeste nietjes van vele jaren studentenactiviteiten.

Slechts ruwweg eenderde van de studenten woont overigens in gebouwen van de universiteit. De echte student wil immers een grachtenpand. Nou heeft Ann Arbor geen grachtenpanden, maar er zijn wel een heleboel traditionele Amerikaanse plattelandshuizen, met een stenen fundament, houten bovenbouw en een veranda aan de voorkant. Met name South Division Street, Sybil Street en andere straten tussen de centrale en zuidelijke campus zijn geliefd. Studentenhuizen zijn te herkennen aan de vele namen op de brievenbus, en de fietsen en afgeleefde bank op de veranda. Ook staat er vaak een uitgebrande barbecue en slingeren er lege bierflesjes rond.
Geldschieters

Goed, Ann Arbor heeft dus een prachtige en vooral wijdse campus en een rijk studentenleven, maar wordt er ook nog wat gepresteerd? Volgens US News & World Report wel. Het blad plaatste Michigan in 1996 op nummer vijf op de lijst van Amerikaanse technische universiteiten, achter MIT, Stanford, Berkeley en the University of Illinois at Urbana/Champaign. Michigan bereikte die plaats door over de gehele linie goed te presteren. Grote uitschieters die de hele universiteit dragen, zitten er niet tussen. Ook de geldschieters hebben vertrouwen in de breedte van UM: de universiteit heeft een jaarlijks onderzoeksbudget van 374 miljoen dollar, meer dan welke andere Amerikaanse universiteit ook.

De afgesproken samenwerking met Delft strekt zich over een breed terrein uit. Op het gebied van Elektrotechniek en Civiele Techniek bestaan al lange tijd contacten. Inmiddels liggen er ook initiatieven op het gebied van onder meer scheepsbouw en polymeertechnologie.

Overeenkomsten met buitenlandse universiteiten zijn niet nieuw voor UM. ,,We hebben contacten met verschillende technische universiteiten in Europa, onder meer in Berlijn, Parijs en Londen. Behalve met Delft hebben we onlangs ook een overeenkomst getekend met de TH in Aken”, aldus prof.dr. A. Nowak, die de contacten met Delft coördineert. ,,Het gaat daarbij vooral om uitwisseling van graduate studenten en onderzoekers. Bij undergraduate studenten is het meer eenrichtingsverkeer. Amerikaanse studenten willen nooit naar het buitenland. Ze willen zo snel mogelijk klaar zijn.”

Nowak denkt dat met name de overeenkomst met Delft in dat laatste verandering kan brengen: ,,We zijn very excited over deze overeenkomst. Delft biedt al veel Engelstalige colleges aan en dat worden er alleen maar meer. Dat is attractief voor studenten. We willen een verblijf in het buitenland daarom extra gaan promoten. Voorlopig ligt de nadruk echter op het versterken van de contacten tussen de faculteiten.”

In Ann Arbor heeft Delft dus een partner op veel punten overeenkomsten vertoont. De University of Michigan is weliswaar stukken groter, maar het College of Engineering is weer kleiner. Het wachten is vooral op reisgrage Amerikaanse studenten om ook hier een kosmopolitischer gemeenschap te kweken (in Ann Arbor zijn meer dan honderd nationaliteiten vertegenwoordigd).

Tenslotte: ooit heeft schrijver dezes eens beweerd dat Delft waarschijnlijk de enige universiteit ter wereld is met een begraafplaats op de campus. Dat blijkt bij nader inzien niet waar, want Ann Arbor heeft er ook een. Een grotere, uiteraard.
(C.J.)

Christian Jongeneel

In het vorige academische jaar tekende de TU Delft samenwerkingsovereenkomsten met twee Amerikaanse universiteiten: de University of Texas in Austin en de University of Michigan in Ann Arbor. Met het Massachusetts Institute of technology in Cambridge is een overeenkomst in de maak. Dit is het tweede van drie portretten van de Amerikaanse ‘partners’.

Ann Arbor is een provinciestadje in Michigan, met iets meer dan 100.000 inwoners. Het ligt enigszins vergeten tussen Detroit en Chicago in. Waar je van Delft kunt zeggen dat de TU in de stad duidelijk aanwezig is, geldt voor Ann Arbor dat het door de University of Michigan (UM in het dagelijks gebruik) verzwolgen wordt.

Het merkwaardige feit doet zich voor dat de universiteit van Ann Arbor ouder is dan de stad zelf. Toen de University of Michigan in 1837 uit Detroit (trivia: in 1701 gesticht door Antoine de Mothe Cadillac) verhuisde, was ze twintig jaar oud. Ann Arbor bestond op dat moment pas dertien jaar. In die beginjaren had de universiteit zeven studenten, twee professoren en een flink aantal koeien. Er liep een hek tussen de stad en de campus om de koeien op hun plek te houden.

Dat hek is nu weg. De campus, met zijn 33.000 studenten en 208 gebouwen, heeft de stad opgeslokt. Het winkelcentrum, met opvallend veel boekhandels en platenzaken, gaat naadloos over in de centrale campus, terwijl de noordkant van de stad, aan de overkant van de Huron rivier, gedomineerd wordt door de tweede campus en de zuidkant door de derde campus. En dan te bedenken dat er nog eens 18.000 studenten in Grand Rapids en Flint zitten, waar ook delen van de University of Michigan zijn ondergebracht. Op alle drie locaties samen zijn er 5600 wetenschappers en een veelvoud daarvan aan ondersteunende medewerkers.

De gebouwen van het College of Engineering, waar Delft zaken mee doet, bevinden zich vooral op de noordelijke campus van Ann Arbor. Het is allemaal hoekige, maar niet fantasieloze betonbouw in een jasje van baksteen. Alleen de omgeving – die doet het hem. De hele noordelijke campus, waar zich ook een groot aantal universitaire woningen voor studenten en staf bevindt, is een paradijs van struiken, stukken bos en goed onderhouden grasvelden. Van binnen lijken de gebouwen een duplicaat van Delft: vrij saaie gangen, met af en toe een prikbord en foto’s van medewerkers en onderzoeksopstellingen.

De zuidelijke campus is vrijwel geheel gewijd aan sport. Het football stadion heeft 102.501 zitplaatsen en daarnaast zijn er nog faciliteiten voor ijshockey, basketbal, andere zaalsporten, tennis, honkbal, atletiek en golf. Michigan grossiert in nationale college-titels, met name in football en ijshockey. Opvallend veel studenten lopen in de universitaire kleuren wit, geel en donkerblauw over straat. Populair zijn t-shirts met opschriften als ‘Harvard, the Michigan of the east’. Michigans studenten lopen, meer dan hun collega’s elders in het land, graag te koop met hun universiteit.
Grastrimmers

Op de centrale campus, die voor een derde in beslag genomen wordt door het academische ziekenhuis, is het weer baksteenrood dat de klok slaat. De oudere gebouwen, herkenbaar aan de glas-in-lood ramen, zitten onder de klimop, de nieuwere worden ervan gevrijwaard. De ambtswoning van UM’s president, nog uit 1837 (het huis, niet de president), is als enige smetteloos wit. Kortom, ook hier wordt alles tot in de puntjes onderhouden. Die Amerikaanse plantsoenenmania, met zijn grastrimmers en bladblazers, is goed voor vijf procent van de nationale luchtvervuiling, zo heeft iemand van de sectie natuurlijke hulpbronnen onlangs uitgerekend (aldus universiteitskrant University Record in juli).

Het totale complex is zo uitgestrekt dat de universiteit bussen laat rondrijden om haar studenten en medewerkers van A naar B te vervoeren. Een gedeelte van het net rijdt tot zeer laat door, zodat studenten niet per se met de fiets naar dat concert van Tracy Chapman of Dead Can Dance hoeven. Alles wat in Ann Arbor gebeurt, wordt aangekondigd in bushokjes en op lantaarn- en andere palen. De houten palen van de elektriciteitsleidingen zitten onveranderlijk vol verroeste nietjes van vele jaren studentenactiviteiten.

Slechts ruwweg eenderde van de studenten woont overigens in gebouwen van de universiteit. De echte student wil immers een grachtenpand. Nou heeft Ann Arbor geen grachtenpanden, maar er zijn wel een heleboel traditionele Amerikaanse plattelandshuizen, met een stenen fundament, houten bovenbouw en een veranda aan de voorkant. Met name South Division Street, Sybil Street en andere straten tussen de centrale en zuidelijke campus zijn geliefd. Studentenhuizen zijn te herkennen aan de vele namen op de brievenbus, en de fietsen en afgeleefde bank op de veranda. Ook staat er vaak een uitgebrande barbecue en slingeren er lege bierflesjes rond.
Geldschieters

Goed, Ann Arbor heeft dus een prachtige en vooral wijdse campus en een rijk studentenleven, maar wordt er ook nog wat gepresteerd? Volgens US News & World Report wel. Het blad plaatste Michigan in 1996 op nummer vijf op de lijst van Amerikaanse technische universiteiten, achter MIT, Stanford, Berkeley en the University of Illinois at Urbana/Champaign. Michigan bereikte die plaats door over de gehele linie goed te presteren. Grote uitschieters die de hele universiteit dragen, zitten er niet tussen. Ook de geldschieters hebben vertrouwen in de breedte van UM: de universiteit heeft een jaarlijks onderzoeksbudget van 374 miljoen dollar, meer dan welke andere Amerikaanse universiteit ook.

De afgesproken samenwerking met Delft strekt zich over een breed terrein uit. Op het gebied van Elektrotechniek en Civiele Techniek bestaan al lange tijd contacten. Inmiddels liggen er ook initiatieven op het gebied van onder meer scheepsbouw en polymeertechnologie.

Overeenkomsten met buitenlandse universiteiten zijn niet nieuw voor UM. ,,We hebben contacten met verschillende technische universiteiten in Europa, onder meer in Berlijn, Parijs en Londen. Behalve met Delft hebben we onlangs ook een overeenkomst getekend met de TH in Aken”, aldus prof.dr. A. Nowak, die de contacten met Delft coördineert. ,,Het gaat daarbij vooral om uitwisseling van graduate studenten en onderzoekers. Bij undergraduate studenten is het meer eenrichtingsverkeer. Amerikaanse studenten willen nooit naar het buitenland. Ze willen zo snel mogelijk klaar zijn.”

Nowak denkt dat met name de overeenkomst met Delft in dat laatste verandering kan brengen: ,,We zijn very excited over deze overeenkomst. Delft biedt al veel Engelstalige colleges aan en dat worden er alleen maar meer. Dat is attractief voor studenten. We willen een verblijf in het buitenland daarom extra gaan promoten. Voorlopig ligt de nadruk echter op het versterken van de contacten tussen de faculteiten.”

In Ann Arbor heeft Delft dus een partner op veel punten overeenkomsten vertoont. De University of Michigan is weliswaar stukken groter, maar het College of Engineering is weer kleiner. Het wachten is vooral op reisgrage Amerikaanse studenten om ook hier een kosmopolitischer gemeenschap te kweken (in Ann Arbor zijn meer dan honderd nationaliteiten vertegenwoordigd).

Tenslotte: ooit heeft schrijver dezes eens beweerd dat Delft waarschijnlijk de enige universiteit ter wereld is met een begraafplaats op de campus. Dat blijkt bij nader inzien niet waar, want Ann Arbor heeft er ook een. Een grotere, uiteraard.
(C.J.)

Christian Jongeneel

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.