Campus

De weg was lang, de zon was heet

,,De reis die door ons vierentwintig heldhaftige kaaskoppen werd gemaakt was lang en het gevaar lag op de loer”, zo meldt het dagboek van de ‘WMG goes India’-tour.

Elk jaar ontvluchten groepen studenten Delft om zich in het buitenland in ongewisse avonturen op hun vakgebied te storten, onder de noemer studiereis. Al dan niet met de nodige sponsoring en subsidies op zak.

Bijna elke studievereniging organiseert één- of tweejaarlijks een grote reis naar het buitenland. Met name Zuid-Oost Azië stijgt in populariteit. De tendens lijkt: Hoe verder, hoe beter.

,,Belachelijk!”, vindt John van de Water, student bouwkunde. ,,Misschien is het voor andere faculteiten wel interessant, maar voor studenten architectuur is het in ieder geval onnodig om zover van huis te gaan. In Europa is nog zoveel te zien. Het is ook zonde van de reis ernaar toe: je zit dan in het vliegtuig en ziet onderweg vrijwel niets.”

Toch nemen studenten industrieel ontwerpen deze zomer het vliegtuig naar Peking. Wat hebben IO-ers daar eigenlijk te zoeken? ,,Ja, dat hebben wij ons ook weleens afgevraagd!”, verzuchten Margina Poelman en Bram Oude Elberink van de wereldreiscommissie, maar leggen vervolgens uit: ,,Elke twee jaar organiseert onze studievereniging een grote buitenlandse reis. Vorig jaar juni hebben we besloten dat de bestemming China werd. Want daar gebeurt het. Daar vinden de meeste investeringen plaats op dit moment, groeit de economie sterk en er bestaat onder bedrijven veel interesse voor. Er wonen natuurlijk ook 1,2 miljard mensen, die steeds meer geld krijgen en erg veel waarde hechten aan Westerse producten.”

Logisch

De deelnemers aan de ‘WMG-goes-India’tour van Civiele Techniek kiezen niet voor gebouwen of bedrijfsinteresse, maar voor ontwikkelingswerk. Reiscommissielid Marijke Jaarsma: ,,De vakgroep waterbeheer, milieu en gezondheidstechniek is sterk gericht op ontwikkelingslanden, bijvoorbeeld met irrigatie-systemen, drinkwaterbereiding en afvalwaterverwerking. Voor het dispuut van deze vakgroep is de keuze voor een studiereis naar een ontwikkelingsland dus logisch. India heeft veel te bieden: het is groot, veelzijdig en sterk in ontwikkeling. Ze bezitten al de nodige kunstwerken en kennis, zodat wij er ook nog wat kunnen leren. De reis bood deelnemers tevens een goed beeld van hoe het is om daar te werken.”

Dat werk zal zwaar zijn, verwacht Jaarsma. ,,Om het daar vol te houden moet je echt een idealist zijn met doorzettingsvermogen. Zo bleek in Mirzapur, een stad met bijna 200 duizend inwoners. Daar is een nieuw riolerings- en afvalinzamelingssysteem ontwikkeld. Natuurlijk werkt dat niet optimaal. Volgens de Amerikaanse city-planner die de leiding over het project had, zijn Indiërs namelijk ontzettend passief; eigenlijk doen ze liever gewoon niets. Dat komt ook door het traditionele kastensysteem. Maar die Amerikaan kon overal een positieve draai aan geven. Op een gegeven moment werd het afval uit de stad voor zijn kantoor gedumpt en daar was hij heel blij om: het betekende dat het was opgehaald!”

Onderzoek

Poelman en Oude Elberink zijn positiever over de houding van de Chinezen: ,,Ze wilden best aan onze onderzoeken meewerken, maar dat komt misschien omdat wij veel omgingen met studenten. Ze zijn heel leergierig en fanatiek, willen vooruitkomen in het leven. De studenten zijn ook redelijk open en goed op de hoogte van alles, maar van tevoren hadden we wel afgesproken dat we het niet over het regime zouden hebben; daar kwamen we niet voor.”

De deelnemers aan de China-reis moesten voor de sponsors, waaronder Philips, Origin en Miele, onderzoek doen. Bijvoorbeeld naar consumentengedrag, ontwerp van userinterfaces en het gebruik van Internet en betaalautomaten. Daartoe waren de deelnemers opgedeeld in groepjes die zich goed op de reis en het te verrichten onderzoek voor het bedrijf hadden voorbereid. Poelman: ,,De communicatie verliep prima mede door de aanwezigheid van een tolk die ons goed begreep. En één deelnemer kwam uit China, dus die kon ook vertalen.”

De drie weken durende studiereis begon in Peking, waarna de trein werd genomen richting Shanghai. Vanuit Shanghai leidde een binnenlandse vlucht naar Guangzhou, en de boot bracht het gezelschap naar Hong Kong.

Oude Elberink: ,,In Hong Kong wordt nu met investeren gewacht tot de situatie in 1997 duidelijk is. Alles gebeurt nu eigenlijk in Shanghai. Daar waren nu achthonderd bouwprojecten aan de gang, waarvan zo’n tachtig tot honderd wolkenkrabbers.”

Behalve als er voor een bedrijf gewerkt moest worden, deed iedereen aan het vaste programma mee. Er waren ook toeristische uitstapjes in opgenomen, waardoor de deelnemers weinig tijd hadden om op eigen houtje iets te ondernemen. Te weinig, vindt Poelman.

Natura

De bouko’s op Eurotour hadden een nog strakker tijdschema. Van de Water: ,,We hebben in zeven dagen Parijs, Bordeaux, Barcelona, Marseilles, Lyon, Basel en vele steden daar tussenin aangedaan. We kwamen bij een gebouw of ander project, stopten drie minuten tot een kwartier om foto’s te maken en hup weer verder. Soms was er alleen tijd voor een ‘drive-by shooting’.”

Van de Water vindt juist dat in die korte stops de kracht van de reis zit: ,,In zo min mogelijk tijd kun je op deze manier zoveel mogelijk zien. Door veel foto’s te maken kun je later nog details nakijken. Iedereen schiet wel zo’n tien rolletjes vol.” Bouke Albada, ook mee: ,,Ook al staan 36 mensen van hetzelfde gebouw een foto te maken, het is jouw indruk en geen gelikt plaatje van een architectuurfotograaf. Bovendien heb je nu de kans het gebouw in zijn omgeving te zien, erom- en doorheen te lopen en de gebruikers te spreken. Je kunt het gebouw zelf ervaren.”

Helaas ging sponsoring in natura in de vorm van fotorolletjes van Agfa of Fuji niet door. De enige sponsoring voor de negende editie van de Eurotour komt van de subsidiepot van de faculteit Bouwkunde. Hierdoor kwamen de deelnamekosten per persoon op zo’n driehonderd gulden.

De Chinagangers kregen van Kunika wel honderd fotorolletjes mee. Bovendien was er voor alle 28 reizigers een rugzak van Samsonite en droegen de acht organiserende commissieleden een Swatch om de tijd goed in de gaten te houden.

Oude Elberink heeft als penningmeester dan ook geen enkele reden tot ontevredenheid: ,,Organisatorisch én financieel is alles prima gegaan. Onze begroting bedroeg 170 duizend gulden, inclusief het symposium over China dat we eind november in het Stadhuis zullen houden. Daarvan is 75 duizend sponsorgeld, de rest komt van fondsen en elke student moest 25 honderd gulden betalen.”

Zieken

De civielers hoeven geen onderzoek te doen voor het hen toegezegde sponsorgeld. Hun budget bedroeg 72 duizend gulden, waarvan 14 duizend kwam van bedrijven. De deelnemers moesten 1750 gulden betalen.

Een tegenvaller voor de India-organisatie vormde behalve het grote aantal zieken het verkeer. Jaarsma: ,,In India is geen snelweg, er is gewoon één weg en daar moet alles overheen. Onze bus deed er veel langer over dan verwacht. Sommige excursies hebben we laten schieten, omdat we het gewoon niet haalden met de tijd.” Dat de busreizen wel voor spanning konden zorgen blijkt uit de reis van Delhi naar Agra: het ‘ziekentransport’ moest een verbrijzelde voorruit, een moesson-onweersbui en een klapband verwerken, maar bereikte Agra toch nog heelhuids, zodat iedereen de volgende dag met een vrolijk gezicht voor de Taj Mahal kon poseren.

De mooie gebouwen die de architectuurfanaten aandeden, werden gewaardeerd met punten. Albada en Van de Water kunnen het echter onderling al niet meer eens worden welke het hoogst op de lijst stonden. Het meeste afschuwlijke complex weten ze nog wel: de nieuwe bibliotheek in Parijs werd door vele deelnemers genomineerd voor een bombardement.

Foto’s van indrukwekkende gebouwen zullen gedurende de studie nog weleens uit de kast getrokken worden om inspiratie uit op te doen, als het met het ontwerpen niet zo wil lukken.

Het meemaken van eens studiereis is niet verplicht, soms kunnen er wel studiepunten mee verdiend worden. De deelnemers aan de IO-studiereis kregen er elk vier, de organisatoren zes. Oude Elberink: ,,Als je de kans krijgt mee te gaan, moet je dat zeker doen. Je ziet hoe mensen in het buitenland op jouw vakgebied bezig zijn, en je kunt je studie plaatsen ten opzichte van de opleidingen en gebruikte methodes elders. Het is mooi om te zien dat ze de vergelijking met IO zelden goed doorstaan.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.