Campus

‘De Varsity begint pas na de finish’

De laatste overwinning van Laga op de Varsity, zeven jaar geleden, hebben ze geen van allen meegemaakt. Eén van de toenmalige winnaars hing afgelopen zondag aan het boord van Laga’s winnende Oude Vier in het kanaalwater bij Houten: ,,Pas op jongens, zuip je nu niet helemaal klem.

Wat nu gaat komen moet je helemaal meemaken; van begin tot eind.”

Het lijkt er op dat de roeiers die raad ter harte hebben genomen. Maandagavond vertonen Sander van der Marck, Alexander Brinkerink, Victor Vreeken en slagroeier Vincent van Gool geen zichtbare sporen meer van de ‘kroegjool’, het ongekend luidruchtige feest dat corporaal Delft zondagavond ter ere van hun Varsity-overwinning voor het eerst sinds 1990 weer organiseerde. Ook stuurman Gilbert de Vries en coach Maarten van der Lee lijken onaangedaan door de woeste partij op de sociëteit van het Delftsch Studenten Corps.

De gouden blikken liggen kostbaar en klein op het blauwe fluweel te schitteren als slagroeier Van Gool zich de race van de Oude Vieren weer voor ogen haalt: ,,We hebben niet de hele race voluit gevaren. Toen we na een kilometer vóórlagen zijn we behoudend gaan roeien. Het enige wat je dan nog moet doen is reageren als één van de andere ploegen een aanval inzet.” Zelfverzekerd vervolgden de roeiers hun race over de drie kilometer lange baan. Dat gold niet voor de stuurman. De Vries: ,,Als stuur ben je de ogen en oren van de ploeg. Omdat ik vóór in de boot lig, verlies ik het zicht op het veld als we vooraan roeien. Ik heb dan ook geroepen: ,,Jongens, wees alert, ik zie niets meer.” Ik kon alleen nog maar sturen, geen tactische aanwijzingen meer geven.”

Maar dat hoefde ook niet meer, want de vier-met-stuurman van Laga ging als eerste voor de tribunes langs. Op dat moment wisten de studentroeiers dat ze gingen winnen. Brinkerink: ,,Het lawaai van de menigte waar je dan in terecht komt is overweldigend. Je hoort de stuur niet meer, geen commando’s meer, het klikken van je dollen niet meer; je hoort niets meer en je weet dat alles, waar je zeven jaar geleden voor het eerst over hoorde, dat geweldige, jou gaat overkomen. Het is juichend roeien.”
Frustratie

Laga behoorde tot de favorieten voor de zege op de 114e Varsity op het Amsterdam-Rijnkanaal, maar ook Euros uit Enschede en het Amsterdamse Nereus werden getipt voor de overwinning. Roeiers en coach verschenen dit keer zekerder aan de start dan vorig jaar, ondanks minder geslaagde prologen als de Winterwedstrijden in Delft en de Head of the River. Coach Van der Lee vindt zelfs dat de ploeg tot drie weken geleden nog geen echte ploeg was: ,,Ik had te maken met vier roeiers in een boot, die individueel tot veel in staat waren, maar geen ploeg vormden.” En wat doe je daaraan? Van der Lee: ,,Het bleek hoog tijd voor een stevig gesprek. De frustratiesen irritaties van de roeiers zijn over en weer duidelijk uitgesproken, en dat hielp. Na een trainingskamp in België kwam de Oude Vier net op tijd als een collectief terug.” Er werd niet meer gehoopt op winst, de vier wilde dit keer de zege.

Met het bekende resultaat. Van Gool kan weer zonder schroom thuiskomen; nadat zijn vader de Elfstedentocht gereden had, hoefde hij zich thuis niet meer te vertonen als de Varsity niet gewonnen werd. De moeder van Brinkerink verklaarde een jaar ouder te zijn geworden van de vreselijke spanning voor de wedstrijd.

Van der Marck vertelt: ,,In tegenstelling tot andere wedstrijden begint de Varsity voor roeiers pas na de finish. Dat begint met het Varsity-sapje; een duister, zwaaralcoholisch rood fruitbrouwsel dat de coach de avond tevoren heeft gemaakt.” Op een party-boot worden vervolgens de gouden plakken uitgereikt. Dan gaat het met de auto naar Delft, maar omdat het gebruik is om per spoor te arriveren, stappen ze op station Delft-Zuid in de trein. Per koets gaat het verder naar de sociëteit.

,,Daar is het inmiddels zo druk”, gaat Van der Marck verder, ,,dat je niet anders dan via een touwladder van de eerste etage kunt afdalen in de bomvolle zaal. Voordat je afdaalt kun je nog even door een raampje kijken. Daar sta je dan als Varsity-winnaar naar die duizenden mensen te kijken, al die rode jasjes die staan te juichen voor jou en je bedanken voor de jool. Dat is prachtig. Voordat je beneden aankomt, ben je zeiknat van het bier.”

Tot slot is er nog de gang naar de biljartkamer, een omstreden gebruik waarvan de geruchten gaan dat de roeiers er uitgenodigd worden om de betaalde liefde te bedrijven. De roeiers zwijgen daarover en houden vol dat er gebiljart wordt, in weerwil van het feit dat het biljart rond die tijd volgens gebruik reeds dichtgetimmerd is.
Egoïstisch

Collegevoorzitter De Voogd en burgemeester Van Walsum kwamen zondagnacht ook langs de touwladder omlaag om de menigte toe te spreken. Gezamenlijk schonken zij de roeivereniging twaalf nieuwe riemen. Maar de overwinning van de Oude Vier betekent ook dat één jaarlijkse afbetaling van Laga aan de TU ineens is afgelost, een bijkomend voordeeltje van vijfduizend gulden. Dat was vorig jaar afgesproken, toen Laga besloot zijn gebouw in termijnen van de universiteit te kopen.

Als het gaat over de vereniging, meent de reus Vreeken: ,,Als je lid bent van Laga, ben je lid van twee verenigingen: Laga en DSC. In tijden van verhoogde studiedruk zie je dat mensen terugvallen op DSC en als eerste het roeien opgeven. Dat is jammer, want het gaat zo niet goed. Het eerstejaarsroeien op Laga is niet breed en niet goed genoeg. Daarom kan een overwinning op de Varsity een enorme stimulans betekenen voor zo’n kleine vereniging. Als Varsity-winnaar ben je namelijk een voorbeeld voor alle andere roeiers. Maar we zijn niet te beroerd om in geval van nood in te vallen in een eerstejaars ploeg. Want die eerstejaars moeten over vijf jaar de Varsity voor ons winnen.”

Goed, ze doen het voor Laga, voor zichzelf of voor het corps.Maar waarom doen ze het in godsnaam, dat eeuwige afzien, altijd maar trainen in weer en wind, die pijn tijdens de wedstrijden? Roeiers, stuur en coach menen dat het uiteindelijk toch om persoonlijke eer gaat; alle moeite en last worden vergeten als de winst eenmaal binnen is. Zelfzuchtig? Stuurman De Vries is daar eerlijk over: ,,Ik weet wel dat het een egoïstische gedachte is, maar mijn naam staat nu geschreven en daar heb ik het voor gedaan. Ze kunnen mij nu doodslaan, maar deze overwinning staat; die nemen ze me niet meer af.”

De laatste overwinning van Laga op de Varsity, zeven jaar geleden, hebben ze geen van allen meegemaakt. Eén van de toenmalige winnaars hing afgelopen zondag aan het boord van Laga’s winnende Oude Vier in het kanaalwater bij Houten: ,,Pas op jongens, zuip je nu niet helemaal klem. Wat nu gaat komen moet je helemaal meemaken; van begin tot eind.”

Het lijkt er op dat de roeiers die raad ter harte hebben genomen. Maandagavond vertonen Sander van der Marck, Alexander Brinkerink, Victor Vreeken en slagroeier Vincent van Gool geen zichtbare sporen meer van de ‘kroegjool’, het ongekend luidruchtige feest dat corporaal Delft zondagavond ter ere van hun Varsity-overwinning voor het eerst sinds 1990 weer organiseerde. Ook stuurman Gilbert de Vries en coach Maarten van der Lee lijken onaangedaan door de woeste partij op de sociëteit van het Delftsch Studenten Corps.

De gouden blikken liggen kostbaar en klein op het blauwe fluweel te schitteren als slagroeier Van Gool zich de race van de Oude Vieren weer voor ogen haalt: ,,We hebben niet de hele race voluit gevaren. Toen we na een kilometer vóórlagen zijn we behoudend gaan roeien. Het enige wat je dan nog moet doen is reageren als één van de andere ploegen een aanval inzet.” Zelfverzekerd vervolgden de roeiers hun race over de drie kilometer lange baan. Dat gold niet voor de stuurman. De Vries: ,,Als stuur ben je de ogen en oren van de ploeg. Omdat ik vóór in de boot lig, verlies ik het zicht op het veld als we vooraan roeien. Ik heb dan ook geroepen: ,,Jongens, wees alert, ik zie niets meer.” Ik kon alleen nog maar sturen, geen tactische aanwijzingen meer geven.”

Maar dat hoefde ook niet meer, want de vier-met-stuurman van Laga ging als eerste voor de tribunes langs. Op dat moment wisten de studentroeiers dat ze gingen winnen. Brinkerink: ,,Het lawaai van de menigte waar je dan in terecht komt is overweldigend. Je hoort de stuur niet meer, geen commando’s meer, het klikken van je dollen niet meer; je hoort niets meer en je weet dat alles, waar je zeven jaar geleden voor het eerst over hoorde, dat geweldige, jou gaat overkomen. Het is juichend roeien.”
Frustratie

Laga behoorde tot de favorieten voor de zege op de 114e Varsity op het Amsterdam-Rijnkanaal, maar ook Euros uit Enschede en het Amsterdamse Nereus werden getipt voor de overwinning. Roeiers en coach verschenen dit keer zekerder aan de start dan vorig jaar, ondanks minder geslaagde prologen als de Winterwedstrijden in Delft en de Head of the River. Coach Van der Lee vindt zelfs dat de ploeg tot drie weken geleden nog geen echte ploeg was: ,,Ik had te maken met vier roeiers in een boot, die individueel tot veel in staat waren, maar geen ploeg vormden.” En wat doe je daaraan? Van der Lee: ,,Het bleek hoog tijd voor een stevig gesprek. De frustratiesen irritaties van de roeiers zijn over en weer duidelijk uitgesproken, en dat hielp. Na een trainingskamp in België kwam de Oude Vier net op tijd als een collectief terug.” Er werd niet meer gehoopt op winst, de vier wilde dit keer de zege.

Met het bekende resultaat. Van Gool kan weer zonder schroom thuiskomen; nadat zijn vader de Elfstedentocht gereden had, hoefde hij zich thuis niet meer te vertonen als de Varsity niet gewonnen werd. De moeder van Brinkerink verklaarde een jaar ouder te zijn geworden van de vreselijke spanning voor de wedstrijd.

Van der Marck vertelt: ,,In tegenstelling tot andere wedstrijden begint de Varsity voor roeiers pas na de finish. Dat begint met het Varsity-sapje; een duister, zwaaralcoholisch rood fruitbrouwsel dat de coach de avond tevoren heeft gemaakt.” Op een party-boot worden vervolgens de gouden plakken uitgereikt. Dan gaat het met de auto naar Delft, maar omdat het gebruik is om per spoor te arriveren, stappen ze op station Delft-Zuid in de trein. Per koets gaat het verder naar de sociëteit.

,,Daar is het inmiddels zo druk”, gaat Van der Marck verder, ,,dat je niet anders dan via een touwladder van de eerste etage kunt afdalen in de bomvolle zaal. Voordat je afdaalt kun je nog even door een raampje kijken. Daar sta je dan als Varsity-winnaar naar die duizenden mensen te kijken, al die rode jasjes die staan te juichen voor jou en je bedanken voor de jool. Dat is prachtig. Voordat je beneden aankomt, ben je zeiknat van het bier.”

Tot slot is er nog de gang naar de biljartkamer, een omstreden gebruik waarvan de geruchten gaan dat de roeiers er uitgenodigd worden om de betaalde liefde te bedrijven. De roeiers zwijgen daarover en houden vol dat er gebiljart wordt, in weerwil van het feit dat het biljart rond die tijd volgens gebruik reeds dichtgetimmerd is.
Egoïstisch

Collegevoorzitter De Voogd en burgemeester Van Walsum kwamen zondagnacht ook langs de touwladder omlaag om de menigte toe te spreken. Gezamenlijk schonken zij de roeivereniging twaalf nieuwe riemen. Maar de overwinning van de Oude Vier betekent ook dat één jaarlijkse afbetaling van Laga aan de TU ineens is afgelost, een bijkomend voordeeltje van vijfduizend gulden. Dat was vorig jaar afgesproken, toen Laga besloot zijn gebouw in termijnen van de universiteit te kopen.

Als het gaat over de vereniging, meent de reus Vreeken: ,,Als je lid bent van Laga, ben je lid van twee verenigingen: Laga en DSC. In tijden van verhoogde studiedruk zie je dat mensen terugvallen op DSC en als eerste het roeien opgeven. Dat is jammer, want het gaat zo niet goed. Het eerstejaarsroeien op Laga is niet breed en niet goed genoeg. Daarom kan een overwinning op de Varsity een enorme stimulans betekenen voor zo’n kleine vereniging. Als Varsity-winnaar ben je namelijk een voorbeeld voor alle andere roeiers. Maar we zijn niet te beroerd om in geval van nood in te vallen in een eerstejaars ploeg. Want die eerstejaars moeten over vijf jaar de Varsity voor ons winnen.”

Goed, ze doen het voor Laga, voor zichzelf of voor het corps.Maar waarom doen ze het in godsnaam, dat eeuwige afzien, altijd maar trainen in weer en wind, die pijn tijdens de wedstrijden? Roeiers, stuur en coach menen dat het uiteindelijk toch om persoonlijke eer gaat; alle moeite en last worden vergeten als de winst eenmaal binnen is. Zelfzuchtig? Stuurman De Vries is daar eerlijk over: ,,Ik weet wel dat het een egoïstische gedachte is, maar mijn naam staat nu geschreven en daar heb ik het voor gedaan. Ze kunnen mij nu doodslaan, maar deze overwinning staat; die nemen ze me niet meer af.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.