Campus

De tussentijd

Oude Delft 80 Het was een mooi huis waar hij in terechtgekomen was, vond Bas terwijl hij een soort handgranaat in een donkere ruimte gooide en hard wegliep. De mensen waren okee. Hij liep tussen twee lijken door naar een verbanddoos.

Ze zouden wel vrienden worden, hij en zijn huisgenoten, ondanks de verschillen. Hij pakte de verbanddoos en een nieuw wapen (de Devastator) en kwam op een nieuw level. I’m good, bromde de computer. Bas wreef even in zijn handen en keek op de klok. Bijna twee uur. Nog zeven uur voor het tentamen.

De grootste verschillen waren er natuurlijk met de meisjes. Dat waren meisjes. Merel met haar grote ogen en geur van kaneel en nat asfalt na een regenbui op een warme zomeravond, die op de instemming aan Bas gevraagd had of hij wel wist wat de drie noodzakelijke voorwaarden voor een vrouwelijk orgasme waren; en Irene, die er altijd uitzag alsof ze ’s ochtends heel vroeg was opgestaan, maar toch net wakker was. Verder had je huisoudste Rik, een indrukwekkend arrogante ouwe lul die meer respect verwachtte naarmate hij het minder verdiende. Dat was juist zo indrukwekkend. Rik ging na het eten altijd op de bank liggen met zijn linkerhand op de afstandsbediening en zijn rechterhand in zijn broek en zei dan ‘koffie, kut-HJ’ totdat er koffie was. Daar haalde hij zijn hand voor uit zijn broek. Hij keek veel naar kansloze films uit de jaren tachtig. Bas had zich voorgenomen: nooit word ik zo ranzig als Rik; nooit zal ik tijd verspillen met dingen waar ik later spijt van krijg. Het leek hem geen al te moeilijk voornemen.

-,,Hé Bassie! Hou toch eens op eens met die suffe computerspelletjes.” De stem van Merel, opvoedend en spottend. Er bestaat een afstand tussen jongens en moeders, en er bestaat een afstand tussen jongens en mooie meisjes, maar er bestaat helemaal een afstand tussen jongens en mooie meisjes met moederlijke goede raad. Sex met zo’n vrouw is onmogelijk. Ze zou elk moment iets vergelijkbaars kunnen zeggen: ,,Jochie, hou toch op met die onzin.” Bas dook in elkaar. ,,Sorry.”

-,,Je doet maar. Dit is trouwens Martijn. Ken je Martijn?”

Als Martijn de jongen was met wie Merel afgelopen zaterdag naar de film was gegaan kende Bas hem, want toen had hij hem vluchtig gezien toen hij haar op kwam halen. Bas draaide zich om in zijn bureaustoel maar zag een onbekend krullenhoofd door de deuropening steken. ,,Hé”, mompelden de krullen. Het klonk niet erg enthousiast.

-,,Hé”, zei Bas.

-,,Kom op, laten we gaan pitten”, zeiden de krullen. Dat klonk wat enthousiaster maar het bleek niet voor Bas bestemd. Het hoofd verdween en Merel hupte achter hem aan de kamer uit, met een koket vingerzwaaitje en een kusgebaar en een weemoedige blik richting Bas, alsof ze eigenlijk wel had willen blijven. Bas wilde nog vragen waar Rik gebleven was;want die was samen met haar een biertje gaan drinken. Maar Merel was al weg. Bas draaide zich weer om naar zijn beeldscherm en drukte op een paar toetsen en begon treurig om zich heen te schieten.

Hij kwam in een ruimte vol spiegels en dansende vrouwen. De dansende vrouwen waren niet gevaarlijk maar Bas schoot ze voor de zekerheid toch maar dood waarop ze in inktvissen veranderden. Dansende vrouwen zijn niet te vertrouwen. Uit de kamer van Merel begonnen geluiden te komen. ,,Nee, niet op mijn hoofd!” hoorde hij haar stem. De jongen die Martijn heette antwoordde iets onverstaanbaars. Hij klonk als een zieke hond. De inktvissen begonnen intussen een massale aanval en Bas eindigde rochelend op de grond. Dood. ,,Dat is beter”, hoorde hij Merel weer. Hij zette de computer uit en greep met een zeldzaam gevoel van ontevredenheid naar zijn diktaat, zich vertwijfeld afvragend hoe je dansende vrouwen moet benaderen. Het diktaat gaf geen antwoord.

Het was een mooi huis waar hij in terechtgekomen was, vond Bas terwijl hij een soort handgranaat in een donkere ruimte gooide en hard wegliep. De mensen waren okee. Hij liep tussen twee lijken door naar een verbanddoos. Ze zouden wel vrienden worden, hij en zijn huisgenoten, ondanks de verschillen. Hij pakte de verbanddoos en een nieuw wapen (de Devastator) en kwam op een nieuw level. I’m good, bromde de computer. Bas wreef even in zijn handen en keek op de klok. Bijna twee uur. Nog zeven uur voor het tentamen.

De grootste verschillen waren er natuurlijk met de meisjes. Dat waren meisjes. Merel met haar grote ogen en geur van kaneel en nat asfalt na een regenbui op een warme zomeravond, die op de instemming aan Bas gevraagd had of hij wel wist wat de drie noodzakelijke voorwaarden voor een vrouwelijk orgasme waren; en Irene, die er altijd uitzag alsof ze ’s ochtends heel vroeg was opgestaan, maar toch net wakker was. Verder had je huisoudste Rik, een indrukwekkend arrogante ouwe lul die meer respect verwachtte naarmate hij het minder verdiende. Dat was juist zo indrukwekkend. Rik ging na het eten altijd op de bank liggen met zijn linkerhand op de afstandsbediening en zijn rechterhand in zijn broek en zei dan ‘koffie, kut-HJ’ totdat er koffie was. Daar haalde hij zijn hand voor uit zijn broek. Hij keek veel naar kansloze films uit de jaren tachtig. Bas had zich voorgenomen: nooit word ik zo ranzig als Rik; nooit zal ik tijd verspillen met dingen waar ik later spijt van krijg. Het leek hem geen al te moeilijk voornemen.

-,,Hé Bassie! Hou toch eens op eens met die suffe computerspelletjes.” De stem van Merel, opvoedend en spottend. Er bestaat een afstand tussen jongens en moeders, en er bestaat een afstand tussen jongens en mooie meisjes, maar er bestaat helemaal een afstand tussen jongens en mooie meisjes met moederlijke goede raad. Sex met zo’n vrouw is onmogelijk. Ze zou elk moment iets vergelijkbaars kunnen zeggen: ,,Jochie, hou toch op met die onzin.” Bas dook in elkaar. ,,Sorry.”

-,,Je doet maar. Dit is trouwens Martijn. Ken je Martijn?”

Als Martijn de jongen was met wie Merel afgelopen zaterdag naar de film was gegaan kende Bas hem, want toen had hij hem vluchtig gezien toen hij haar op kwam halen. Bas draaide zich om in zijn bureaustoel maar zag een onbekend krullenhoofd door de deuropening steken. ,,Hé”, mompelden de krullen. Het klonk niet erg enthousiast.

-,,Hé”, zei Bas.

-,,Kom op, laten we gaan pitten”, zeiden de krullen. Dat klonk wat enthousiaster maar het bleek niet voor Bas bestemd. Het hoofd verdween en Merel hupte achter hem aan de kamer uit, met een koket vingerzwaaitje en een kusgebaar en een weemoedige blik richting Bas, alsof ze eigenlijk wel had willen blijven. Bas wilde nog vragen waar Rik gebleven was;want die was samen met haar een biertje gaan drinken. Maar Merel was al weg. Bas draaide zich weer om naar zijn beeldscherm en drukte op een paar toetsen en begon treurig om zich heen te schieten.

Hij kwam in een ruimte vol spiegels en dansende vrouwen. De dansende vrouwen waren niet gevaarlijk maar Bas schoot ze voor de zekerheid toch maar dood waarop ze in inktvissen veranderden. Dansende vrouwen zijn niet te vertrouwen. Uit de kamer van Merel begonnen geluiden te komen. ,,Nee, niet op mijn hoofd!” hoorde hij haar stem. De jongen die Martijn heette antwoordde iets onverstaanbaars. Hij klonk als een zieke hond. De inktvissen begonnen intussen een massale aanval en Bas eindigde rochelend op de grond. Dood. ,,Dat is beter”, hoorde hij Merel weer. Hij zette de computer uit en greep met een zeldzaam gevoel van ontevredenheid naar zijn diktaat, zich vertwijfeld afvragend hoe je dansende vrouwen moet benaderen. Het diktaat gaf geen antwoord.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.