De verloren gewaande generatiekloof bestaat nog. Vof Sinco Leisure Wear kabbelt al ruim een decennium voort, en opeenvolgende corps-clubjes konden hun handelsgeest achteroverleunend botvieren op de verkoop van truien.
Maar van nu af aan worden spijkers met koppen geslagen. De nieuwste generatie doet de laisser-aller aanpak in de ban en heeft grootse plannen voor de toekomst. Over truien met een ,,extra dimensie”.
Range Rover-bezitters die er een ,,ruige en klassieke, oud-Engelse” levensstijl op na houden, moeten uitkijken. Zij zullen binnenkort geen weerstand kunnen bieden aan de ,,consistente positionering” van de naar wens met leren schouderstukken opgesierde wollen Sinco-truien. Want consistent beleid, daar schortte het in het verleden nog al eens aan.
,,Het liep allemaal wel, maar ze hebben het een beetje laten zitten”, verklaart Jorden Hagenbeek. ,,Door allerlei vage prijsafspraken met de afnemers kreeg je te grote verschillen in de uiteindelijke prijs. En dat doet afbreuk aan het kwaliteitsimago.” Samen met Matthijs Augustijn (rechten, Leiden), Igor Frid (Wb) en Jeroen Lemmens (IO) gaat de civieler de komende jaren werken aan de groei van de truienhandel. Frid: ,,Februari, maart volgend jaar bellen wij onze lijst met inkoopcombinaties af. We hebben dan een vaste prijs en een machtig mooi produkt. We zijn zo arrogant te denken dat dat een goede startpositie oplevert.”
De truien moeten in de winkel ruim tweehonderd gulden per stuk opbrengen. De nog niet verkochte exemplaren worden in dozen opgeslagen op de zolder van het corps-huis waar de vier wonen en hun bedrijf voeren. Tot nu toe heeft de handel echter nog geen grote kapitalen gegenereerd. Het viertal is pas vrij recent in business en heeft er een kleine veertigduizend gulden aan geleend geld in gestoken. ,,Maar dat is inclusief startkapitaal, overgenomen goodwill en voorraad”, haast Augustijn zich te zeggen. ,,En als we alles verkopen, levert het weer minstens evenveel op.”
Sinco, een verbastering van cinqo (het bedrijf is opgericht door de jaarclub Club 5), wordt al vanaf het begin door corps-leden geleid. ,,Die zaten er een paar jaar in en lieten alles maar een beetje op zijn beloop. De boel werd overgedaan als ze er geen tijd meer voor hadden”, aldus Hagenbeek. ,,Of het werden te saaie oude lullen. Of ze waren te ranzig”, vullen de anderen aan. Toen Hagenbeek afgelopen zomer lucht kreeg van de op handen zijnde verkoop, besloot hij na kort beraad met zijn jaarclubvriendjes de zaak over te nemen. ,,We wisten binnen één dag dat we een bedrijf zouden beginnen”, aldus Hagenbeek. ,,Dat klinkt impulsief, maar dat was het niet. Als je hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld denk je er echt wel goed over na.”
Door de in Engeland machinaal gefabriceerde truien van duidelijkere kwaliteitskenmerken te voorzien, denkt het viertal een ,,extra kracht” aan het produkt te kunnentoevoegen. Lemmens neemt een trui ter hand en laat de kraag zien. ,,We hebben zelf een mooi labeltje bedacht dat er door de fabriek in Engeland voor ons wordt ingenaaid.” Waarop Frid inhaakt: ,,Een eigen label, kaartje eraan en wat extra informatie doen erg veel voor zo’n produkt. Kijk maar naar Levis, die doet dit ook. Wij willen eigenlijk dat iedereen straks bij truien gelijk aan de naam Sinco denkt.”
Voorlopig is het nog niet zo ver, om hun handel te slijten moeten de studenten geregeld de deur uit. Mondelinge presentatie en mensenkennis blijken hier van groot belang. ,,Je ziet een vent en daar richt je je praatje op af”, zegt Frid. ,,Als we een zaak binnenkomen weten we al of hij een blauwe of een groene trui wil.” Hagenbeek is volgens de drie anderen echter dè verkoper. ,,Hij is onze troef, de koning op menselijk vlak, een echte gladde rat. Bij twijfel schuiven we hem naar voren, want als ìemand iets verkoopt is hij het wel.”, licht Augustijn toe. De taakverdeling binnen de groep is verder vrij duidelijk: Augustijn houdt zich met de financiën bezig, Frid onderhoudt contacten met de fabriek en doet de ‘computerdingetjes’, terwijl Lemmens voor het ,,artistieke gedeelte” tekent.
Hoewel de derdejaars studenten momenteel nog in de schulden zitten, is er is geen twijfel over de gouden toekomst. Om onder de hoofdelijke aansprakelijkheid die aan de huidige verenigingsvorm vastzit, uit te komen, wordt zelfs gedacht aan de omschakeling naar een BV. ,,Nu we een consequente lijn in de bedrijfsvoering hebben aangebracht, bevinden we ons in een gezonde en herboren uitgangspositie”, verzekert Frid en vervolgt: ,,Als de boel eenmaal gaat lopen halen we de investeringen er weer ruim uit. En bij verkoop van het bedrijf hoeven we dan twee jaar de temponorm niet te halen.” Waarop de anderen laconiek antwoorden: ,,En dat is wel nodig ook.” (R.O.)
De verloren gewaande generatiekloof bestaat nog. Vof Sinco Leisure Wear kabbelt al ruim een decennium voort, en opeenvolgende corps-clubjes konden hun handelsgeest achteroverleunend botvieren op de verkoop van truien. Maar van nu af aan worden spijkers met koppen geslagen. De nieuwste generatie doet de laisser-aller aanpak in de ban en heeft grootse plannen voor de toekomst. Over truien met een ,,extra dimensie”.
Range Rover-bezitters die er een ,,ruige en klassieke, oud-Engelse” levensstijl op na houden, moeten uitkijken. Zij zullen binnenkort geen weerstand kunnen bieden aan de ,,consistente positionering” van de naar wens met leren schouderstukken opgesierde wollen Sinco-truien. Want consistent beleid, daar schortte het in het verleden nog al eens aan.
,,Het liep allemaal wel, maar ze hebben het een beetje laten zitten”, verklaart Jorden Hagenbeek. ,,Door allerlei vage prijsafspraken met de afnemers kreeg je te grote verschillen in de uiteindelijke prijs. En dat doet afbreuk aan het kwaliteitsimago.” Samen met Matthijs Augustijn (rechten, Leiden), Igor Frid (Wb) en Jeroen Lemmens (IO) gaat de civieler de komende jaren werken aan de groei van de truienhandel. Frid: ,,Februari, maart volgend jaar bellen wij onze lijst met inkoopcombinaties af. We hebben dan een vaste prijs en een machtig mooi produkt. We zijn zo arrogant te denken dat dat een goede startpositie oplevert.”
De truien moeten in de winkel ruim tweehonderd gulden per stuk opbrengen. De nog niet verkochte exemplaren worden in dozen opgeslagen op de zolder van het corps-huis waar de vier wonen en hun bedrijf voeren. Tot nu toe heeft de handel echter nog geen grote kapitalen gegenereerd. Het viertal is pas vrij recent in business en heeft er een kleine veertigduizend gulden aan geleend geld in gestoken. ,,Maar dat is inclusief startkapitaal, overgenomen goodwill en voorraad”, haast Augustijn zich te zeggen. ,,En als we alles verkopen, levert het weer minstens evenveel op.”
Sinco, een verbastering van cinqo (het bedrijf is opgericht door de jaarclub Club 5), wordt al vanaf het begin door corps-leden geleid. ,,Die zaten er een paar jaar in en lieten alles maar een beetje op zijn beloop. De boel werd overgedaan als ze er geen tijd meer voor hadden”, aldus Hagenbeek. ,,Of het werden te saaie oude lullen. Of ze waren te ranzig”, vullen de anderen aan. Toen Hagenbeek afgelopen zomer lucht kreeg van de op handen zijnde verkoop, besloot hij na kort beraad met zijn jaarclubvriendjes de zaak over te nemen. ,,We wisten binnen één dag dat we een bedrijf zouden beginnen”, aldus Hagenbeek. ,,Dat klinkt impulsief, maar dat was het niet. Als je hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld denk je er echt wel goed over na.”
Door de in Engeland machinaal gefabriceerde truien van duidelijkere kwaliteitskenmerken te voorzien, denkt het viertal een ,,extra kracht” aan het produkt te kunnentoevoegen. Lemmens neemt een trui ter hand en laat de kraag zien. ,,We hebben zelf een mooi labeltje bedacht dat er door de fabriek in Engeland voor ons wordt ingenaaid.” Waarop Frid inhaakt: ,,Een eigen label, kaartje eraan en wat extra informatie doen erg veel voor zo’n produkt. Kijk maar naar Levis, die doet dit ook. Wij willen eigenlijk dat iedereen straks bij truien gelijk aan de naam Sinco denkt.”
Voorlopig is het nog niet zo ver, om hun handel te slijten moeten de studenten geregeld de deur uit. Mondelinge presentatie en mensenkennis blijken hier van groot belang. ,,Je ziet een vent en daar richt je je praatje op af”, zegt Frid. ,,Als we een zaak binnenkomen weten we al of hij een blauwe of een groene trui wil.” Hagenbeek is volgens de drie anderen echter dè verkoper. ,,Hij is onze troef, de koning op menselijk vlak, een echte gladde rat. Bij twijfel schuiven we hem naar voren, want als ìemand iets verkoopt is hij het wel.”, licht Augustijn toe. De taakverdeling binnen de groep is verder vrij duidelijk: Augustijn houdt zich met de financiën bezig, Frid onderhoudt contacten met de fabriek en doet de ‘computerdingetjes’, terwijl Lemmens voor het ,,artistieke gedeelte” tekent.
Hoewel de derdejaars studenten momenteel nog in de schulden zitten, is er is geen twijfel over de gouden toekomst. Om onder de hoofdelijke aansprakelijkheid die aan de huidige verenigingsvorm vastzit, uit te komen, wordt zelfs gedacht aan de omschakeling naar een BV. ,,Nu we een consequente lijn in de bedrijfsvoering hebben aangebracht, bevinden we ons in een gezonde en herboren uitgangspositie”, verzekert Frid en vervolgt: ,,Als de boel eenmaal gaat lopen halen we de investeringen er weer ruim uit. En bij verkoop van het bedrijf hoeven we dan twee jaar de temponorm niet te halen.” Waarop de anderen laconiek antwoorden: ,,En dat is wel nodig ook.” (R.O.)
Comments are closed.