Campus

De schrijver

Eerst bouwkunde gaan studeren, om je daarna te wijden aan het schrijven van toneelstukken. Het is de levensloop van Jan van der Mast: stedebouwkundig ingenieur, acteur, toneelschrijver en sinds kort ook auteur van een roman.

,,Die studie vond ik leuk, maar de bijbehorende loopbaan zag ik gewoon niet zitten.”

Het is hem als het ware overkomen. Zo als wel meer studenten doen, volgde Van der Mast in zijn studietijd een cursus bij de Delftse Komedie. Toneel werd pas meer dan een gewone hobby toen hij samen met een vriend het toneelgezelschap ‘Zucht’ oprichtte en daarmee zijn eerste successen boekte. Van der Mast was begonnen met het leiden van een overvol dubbelleven.

,,Het was een rare situatie. In de laatste fase van mijn studie kreeg ik een aanbieding om een toneeltekst te mogen schrijven, een bewerking van een Russische roman”, vertelt Van der Mast. ,,Dat heb ik gelijktijdig met mijn afstudeerstage in Barcelona gedaan.”

Toch was hij nog niet van plan om af te zien van een stedebouwkundige carrière. ,Na mijn afstuderen heb ik nog een half jaar bij een architectenbureau gewerkt en daarnaast wat freelance werk gedaan. Zo heb ik ondermeer de toekomstvisie van de Rotterdamse wijk Hoogvliet uitgewerkt.”

Maar het schrijven van toneelteksten ging gewoon door en liep langzaam uit de hand. ,,Dan komt er een moment dat je moet kiezen. Om een goede stedebouwkundige te zijn, ben je meer dan veertig uur per week bezig. Maar schrijven is natuurlijk ook een vak op zich. Het was niet meer te combineren.”

De beslissing viel in 1991, toen Van der Mast genomineerd werd voor de Nederlands-Vlaamse toneelschrijfprijs met zijn toneeltekst ‘Dood van een sardien’. Deze erkenning van zijn talent gaf de doorslag en Van der Mast verkoos het onzekere schrijversbestaan boven de veilige ingenieursbaan. ,,Het was toch wel lastig”, geeft hij toe. ,,Ik kreeg rond het tijdstip van die nominatie twee aanbiedingen voor een baan als stedebouwkundige.” Een moedige beslissing dus? ,,Ja, er was zeker moed voor nodig. Daar staat tegenover dat ik pas student-af was. Ik was nog niet gewend aan het leven met veel geld, het leven waar ik dus vanaf heb gezien.”

Hij vervolgt: ,,Er was wel iets van een schuldgevoel. Ik had immers zes jaar bouwkunde gestudeerd. Als je dan voor iets geheel anders kiest, wil je daar wel erg goed in zijn om je keuze te rechtvaardigen.”

Toch heeft Van der Mast geen spijt van zijn bouwkundestudie. ,,Toen ik achttien jaar oud was, heb ik zo’n beroepentest gedaan. Daar bleek uit dat Nederlands niets voor me was. Dat heb ik toen maar aangenomen. Uiteindelijk heb ik toen voor bouwkunde gekozen en dat is ook een mooi vak. Het brengt veel creativiteit in je los, het is goed voor je zelfontplooiing.Ik was als student erg gemotiveerd bezig.”

Zijn studie kwam hem als schrijver van pas bij het zoeken naar een uitgever. ,,Drie jaar geleden, toen ik begon aan mijn roman, kende ik niemand in de literaire wereld. De uitgever SUN kende ik van hun goede architectuurboeken en een tijdschrift, Oase. Ik wist dat ze sinds kort ook literatuur uitgaven en heb SUN daarom benaderd. Op de zestig bladzijden van het boek die toen voltooid waren, werd enthousiast gereageerd. Zo is er een vroegtijdige dialoog opgestart tussen de uitgever en mij, nog tijdens het schrijven van het boek.”

De roman, met de titel ‘Films, vaders & neuzen’, verscheen in mei dit jaar bij de Nijmeegse uitgever. De flaptekst karakteriseert het boek als volgt: ,,Films, vaders & neuzen is een door zijn grillige verteltrant en absurdistische humor vrolijk stemmende, knap geconstrueerde roman over het vader-zoon-thema in de context van de politiek en cultureel woelige jaren zeventig en tachtig.”

Meer positieve reacties op de roman volgden bij de presentatie in kleine kring. Ook de hoofdredacteur van Het Parool uitte zich in lovende woorden. ,,Dan word je toch redelijk optimistisch”, verklaart Van der Mast. De eerste recensie – in de Volkskrant – zorgde helaas voor een forse domper op de feestvreugde. ,,Die recensent was erg negatief. Het was gewoon niet zijn smaak”, reageert Van der Mast. Drie latere recensies waren echter zeer positief, waaronder een vorige week verschenen verhaal in De Groene Amsterdammer. Dat geeft Van der Mast weer goede hoop op succesvolle verkoopcijfers. ,,Er zijn nu ongeveer zevenhonderdenvijftig exemplaren verkocht. De eerste druk heeft een oplage van drieduizend stuks. Ik hoop dat die allemaal worden verkocht. Het begint nu te lopen.”

Veel tijd om de verkoop te stimuleren heeft hij niet, want zoals het een produktief schrijver betaamt, is Van der Mast inmiddels druk doende met een nieuw verhaal. ,,In Dordrecht wordt in september het gerenoveerde theater ‘De Kunstmin’ heropend. Verschillende gezelschappen zullen daar dan optreden. Ik heb de opdracht gekregen de rode draad te schrijven, die alle uitvoeringen met elkaar verbindt”, vertelt hij enthousiast. Ook hier blijkt zijn bouwkunde-achtergrond hem te beïnvloeden. ,,Bij het schrijven word ik geïnspireerd door de bijzondere architectuur van het theater, een ontwerp van de architect Van Ravesteyn.”

Van der Mast heeft dus alle redenen om zichzelf als een geslaagd mens te beschouwen. ,, Ik ben zeer gelukkig. Het is erg snel gegaan met mijn tweede carrière. Het is allemaal heel bijzonder.”

Jan van der Mast: ‘Films, Vaders & Neuzen’; 264 blz., verkoopprijs fl. 34,50. Reeks: SUN-Literair.

Eerst bouwkunde gaan studeren, om je daarna te wijden aan het schrijven van toneelstukken. Het is de levensloop van Jan van der Mast: stedebouwkundig ingenieur, acteur, toneelschrijver en sinds kort ook auteur van een roman. ,,Die studie vond ik leuk, maar de bijbehorende loopbaan zag ik gewoon niet zitten.”

Het is hem als het ware overkomen. Zo als wel meer studenten doen, volgde Van der Mast in zijn studietijd een cursus bij de Delftse Komedie. Toneel werd pas meer dan een gewone hobby toen hij samen met een vriend het toneelgezelschap ‘Zucht’ oprichtte en daarmee zijn eerste successen boekte. Van der Mast was begonnen met het leiden van een overvol dubbelleven.

,,Het was een rare situatie. In de laatste fase van mijn studie kreeg ik een aanbieding om een toneeltekst te mogen schrijven, een bewerking van een Russische roman”, vertelt Van der Mast. ,,Dat heb ik gelijktijdig met mijn afstudeerstage in Barcelona gedaan.”

Toch was hij nog niet van plan om af te zien van een stedebouwkundige carrière. ,Na mijn afstuderen heb ik nog een half jaar bij een architectenbureau gewerkt en daarnaast wat freelance werk gedaan. Zo heb ik ondermeer de toekomstvisie van de Rotterdamse wijk Hoogvliet uitgewerkt.”

Maar het schrijven van toneelteksten ging gewoon door en liep langzaam uit de hand. ,,Dan komt er een moment dat je moet kiezen. Om een goede stedebouwkundige te zijn, ben je meer dan veertig uur per week bezig. Maar schrijven is natuurlijk ook een vak op zich. Het was niet meer te combineren.”

De beslissing viel in 1991, toen Van der Mast genomineerd werd voor de Nederlands-Vlaamse toneelschrijfprijs met zijn toneeltekst ‘Dood van een sardien’. Deze erkenning van zijn talent gaf de doorslag en Van der Mast verkoos het onzekere schrijversbestaan boven de veilige ingenieursbaan. ,,Het was toch wel lastig”, geeft hij toe. ,,Ik kreeg rond het tijdstip van die nominatie twee aanbiedingen voor een baan als stedebouwkundige.” Een moedige beslissing dus? ,,Ja, er was zeker moed voor nodig. Daar staat tegenover dat ik pas student-af was. Ik was nog niet gewend aan het leven met veel geld, het leven waar ik dus vanaf heb gezien.”

Hij vervolgt: ,,Er was wel iets van een schuldgevoel. Ik had immers zes jaar bouwkunde gestudeerd. Als je dan voor iets geheel anders kiest, wil je daar wel erg goed in zijn om je keuze te rechtvaardigen.”

Toch heeft Van der Mast geen spijt van zijn bouwkundestudie. ,,Toen ik achttien jaar oud was, heb ik zo’n beroepentest gedaan. Daar bleek uit dat Nederlands niets voor me was. Dat heb ik toen maar aangenomen. Uiteindelijk heb ik toen voor bouwkunde gekozen en dat is ook een mooi vak. Het brengt veel creativiteit in je los, het is goed voor je zelfontplooiing.Ik was als student erg gemotiveerd bezig.”

Zijn studie kwam hem als schrijver van pas bij het zoeken naar een uitgever. ,,Drie jaar geleden, toen ik begon aan mijn roman, kende ik niemand in de literaire wereld. De uitgever SUN kende ik van hun goede architectuurboeken en een tijdschrift, Oase. Ik wist dat ze sinds kort ook literatuur uitgaven en heb SUN daarom benaderd. Op de zestig bladzijden van het boek die toen voltooid waren, werd enthousiast gereageerd. Zo is er een vroegtijdige dialoog opgestart tussen de uitgever en mij, nog tijdens het schrijven van het boek.”

De roman, met de titel ‘Films, vaders & neuzen’, verscheen in mei dit jaar bij de Nijmeegse uitgever. De flaptekst karakteriseert het boek als volgt: ,,Films, vaders & neuzen is een door zijn grillige verteltrant en absurdistische humor vrolijk stemmende, knap geconstrueerde roman over het vader-zoon-thema in de context van de politiek en cultureel woelige jaren zeventig en tachtig.”

Meer positieve reacties op de roman volgden bij de presentatie in kleine kring. Ook de hoofdredacteur van Het Parool uitte zich in lovende woorden. ,,Dan word je toch redelijk optimistisch”, verklaart Van der Mast. De eerste recensie – in de Volkskrant – zorgde helaas voor een forse domper op de feestvreugde. ,,Die recensent was erg negatief. Het was gewoon niet zijn smaak”, reageert Van der Mast. Drie latere recensies waren echter zeer positief, waaronder een vorige week verschenen verhaal in De Groene Amsterdammer. Dat geeft Van der Mast weer goede hoop op succesvolle verkoopcijfers. ,,Er zijn nu ongeveer zevenhonderdenvijftig exemplaren verkocht. De eerste druk heeft een oplage van drieduizend stuks. Ik hoop dat die allemaal worden verkocht. Het begint nu te lopen.”

Veel tijd om de verkoop te stimuleren heeft hij niet, want zoals het een produktief schrijver betaamt, is Van der Mast inmiddels druk doende met een nieuw verhaal. ,,In Dordrecht wordt in september het gerenoveerde theater ‘De Kunstmin’ heropend. Verschillende gezelschappen zullen daar dan optreden. Ik heb de opdracht gekregen de rode draad te schrijven, die alle uitvoeringen met elkaar verbindt”, vertelt hij enthousiast. Ook hier blijkt zijn bouwkunde-achtergrond hem te beïnvloeden. ,,Bij het schrijven word ik geïnspireerd door de bijzondere architectuur van het theater, een ontwerp van de architect Van Ravesteyn.”

Van der Mast heeft dus alle redenen om zichzelf als een geslaagd mens te beschouwen. ,, Ik ben zeer gelukkig. Het is erg snel gegaan met mijn tweede carrière. Het is allemaal heel bijzonder.”

Jan van der Mast: ‘Films, Vaders & Neuzen’; 264 blz., verkoopprijs fl. 34,50. Reeks: SUN-Literair.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.