Onderwijs

De scheepsbouwer

In het computertijdperk zou je verwachten dat het een uitstervend vak is: het bouwen van scheepsmodellen voor proefnemingen. Het tegendeel is echter waar volgens Cees van de Bergh.

Hij bouwt scheepsmodellen voor de sleeptank het laboratorium voor scheepshydro-mechanica laboratorium van Werktuigbouw en Maritieme Techniek.

Van de Bergh: ,,Vandaag de dag worden er meer specifieke en minder standaard-schepen gebouwd. Scheepsontwerpers willen deze graag allemaal getest hebben, voordat ze aan de bouw beginnen. Uitsluitend gebruikmaken van een computermodel is niet voldoende, omdat je hierbij altijd uitgaat van bestaande kennis. Bij het werken met testmodellen ontdek je echter nieuwe feiten omdat de interactie tussen een schip en het water nooit helemaal is te voorspellen. Onlangs had ik te maken met een schip dat – volgens de berekeningen – een motor met een bepaald vermogen moest hebben. Eenmaal in het water bleek dat de romp veel meer weerstand ondervond in het water dan was verwacht. Hierdoor bleek het schip maar de helft van de snelheid te kunnen halen. Met de berekeningen in de computer was dat niet te zien, maar met het werken met een testmodel komt zoiets wel aan het licht.”

Langs de wanden van de sleeptank staat een uitgebreide verzameling scheepsmodellen. Bij Van de Bergh hoef je alleen maar een tekening – wel met de juiste berekeningen – in te leveren en hij zorgt dat het model er komt, precies zoals gewenst. Van de Bergh: ,,Niet alleen is van belang dat de berekeningen goed zijn, maar eveneens dat het model exact volgens de aangegeven maten wordt uitgevoerd. Een halve millimeter verschil kan al leiden tot meetfouten in de proefnemingen.”

Veel van de modellen zijn haastwerk en moeten ‘gisteren al klaar zijn’. ,,Bijvoorbeeld bij het ongeluk met de veerboot Herald of Free Enterprise voor de kust van België. Van verschillende kanten wordt er dan aangedrongen om snel met proefnemingen te beginnen. Ten eerste om een verklaring te vinden voor het ongeluk en vervolgens om te bekijken of de regelgeving moet worden aangepast.”

Overigens is het niet altijd makkelijk om aan de juiste gegevens van een schip te komen. Van de Bergh: ,,Bij de Herald wilde de maatschappij uit Engeland niet de gegevens van de romp van het schip geven. Zelf hebben we vervolgens aan de hand van een foto in een tijdschrift – met behulp van een toentertijd nieuw computerprogramma – het zogenaamde lijnenplan kunnen berekenen.”

Een opleiding voor de modelbouw is er niet. Volgens Van de Bergh is een brede technische ontwikkeling essentieel: ,,Zelf heb ik als instrumentenmaker gewerkt en als geschutsmaker bij de marine gevaren. Van deze werkzaamheden heb ik veel geleerd. Bovendien vind ik het leuk om met mijn handen te werken en ben ik niet bang om te experimenteren. Ik verzin bijvoorbeeld graag nieuwe manieren om sneller met een model klaar te zijn. Om een simpel voorbeeld te geven: het drogen van sommige laksoorten duurt zeven dagen. Dat is erg lang en als een schip snel klaar moet, ga je zoeken naar manieren om die periode te verkorten. Om dat voor elkaar te krijgen heb ik een tent gebouwd, waarin ik detemperatuur opstook naar 38 graden Celsius. Hierdoor kan de tijd om te drogen worden teruggebracht naar enkele uren. Wel moet je oppassen dat hierbij het testmodel niet kromtrekt, maar ondertussen heb ik voldoende ervaring om dat goed te kunnen inschatten.”

Van de Bergh vindt het moeilijk om aan te geven wat zijn favoriete schip is. ,,Klassieke schepen vind ik erg mooi omdat de romp en bovenbouw van het schip in harmonie met elkaar zijn. Daarentegen ziet een containerschip er boven water lelijk uit, maar heeft wel een mooie romp. Om die reden vind ik dit type schip eveneens interessant. Voor mij hebben bijna alle schepen een eigen schoonheid en daarom kan ik niet zeggen welke mijn favoriet is.”
(A.S.)

In het computertijdperk zou je verwachten dat het een uitstervend vak is: het bouwen van scheepsmodellen voor proefnemingen. Het tegendeel is echter waar volgens Cees van de Bergh. Hij bouwt scheepsmodellen voor de sleeptank het laboratorium voor scheepshydro-mechanica laboratorium van Werktuigbouw en Maritieme Techniek.

Van de Bergh: ,,Vandaag de dag worden er meer specifieke en minder standaard-schepen gebouwd. Scheepsontwerpers willen deze graag allemaal getest hebben, voordat ze aan de bouw beginnen. Uitsluitend gebruikmaken van een computermodel is niet voldoende, omdat je hierbij altijd uitgaat van bestaande kennis. Bij het werken met testmodellen ontdek je echter nieuwe feiten omdat de interactie tussen een schip en het water nooit helemaal is te voorspellen. Onlangs had ik te maken met een schip dat – volgens de berekeningen – een motor met een bepaald vermogen moest hebben. Eenmaal in het water bleek dat de romp veel meer weerstand ondervond in het water dan was verwacht. Hierdoor bleek het schip maar de helft van de snelheid te kunnen halen. Met de berekeningen in de computer was dat niet te zien, maar met het werken met een testmodel komt zoiets wel aan het licht.”

Langs de wanden van de sleeptank staat een uitgebreide verzameling scheepsmodellen. Bij Van de Bergh hoef je alleen maar een tekening – wel met de juiste berekeningen – in te leveren en hij zorgt dat het model er komt, precies zoals gewenst. Van de Bergh: ,,Niet alleen is van belang dat de berekeningen goed zijn, maar eveneens dat het model exact volgens de aangegeven maten wordt uitgevoerd. Een halve millimeter verschil kan al leiden tot meetfouten in de proefnemingen.”

Veel van de modellen zijn haastwerk en moeten ‘gisteren al klaar zijn’. ,,Bijvoorbeeld bij het ongeluk met de veerboot Herald of Free Enterprise voor de kust van België. Van verschillende kanten wordt er dan aangedrongen om snel met proefnemingen te beginnen. Ten eerste om een verklaring te vinden voor het ongeluk en vervolgens om te bekijken of de regelgeving moet worden aangepast.”

Overigens is het niet altijd makkelijk om aan de juiste gegevens van een schip te komen. Van de Bergh: ,,Bij de Herald wilde de maatschappij uit Engeland niet de gegevens van de romp van het schip geven. Zelf hebben we vervolgens aan de hand van een foto in een tijdschrift – met behulp van een toentertijd nieuw computerprogramma – het zogenaamde lijnenplan kunnen berekenen.”

Een opleiding voor de modelbouw is er niet. Volgens Van de Bergh is een brede technische ontwikkeling essentieel: ,,Zelf heb ik als instrumentenmaker gewerkt en als geschutsmaker bij de marine gevaren. Van deze werkzaamheden heb ik veel geleerd. Bovendien vind ik het leuk om met mijn handen te werken en ben ik niet bang om te experimenteren. Ik verzin bijvoorbeeld graag nieuwe manieren om sneller met een model klaar te zijn. Om een simpel voorbeeld te geven: het drogen van sommige laksoorten duurt zeven dagen. Dat is erg lang en als een schip snel klaar moet, ga je zoeken naar manieren om die periode te verkorten. Om dat voor elkaar te krijgen heb ik een tent gebouwd, waarin ik detemperatuur opstook naar 38 graden Celsius. Hierdoor kan de tijd om te drogen worden teruggebracht naar enkele uren. Wel moet je oppassen dat hierbij het testmodel niet kromtrekt, maar ondertussen heb ik voldoende ervaring om dat goed te kunnen inschatten.”

Van de Bergh vindt het moeilijk om aan te geven wat zijn favoriete schip is. ,,Klassieke schepen vind ik erg mooi omdat de romp en bovenbouw van het schip in harmonie met elkaar zijn. Daarentegen ziet een containerschip er boven water lelijk uit, maar heeft wel een mooie romp. Om die reden vind ik dit type schip eveneens interessant. Voor mij hebben bijna alle schepen een eigen schoonheid en daarom kan ik niet zeggen welke mijn favoriet is.”
(A.S.)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.