Als je ziet hoe langzaam ze werken, lijkt het niet erg waarschijnlijk dat robots het werk van thuiszorghulp zullen overnemen. Wat wordt dan wel de taak van de thuisrobot?
Ontwikkelaars van zorgrobots schermen graag met de demografische tijdbom. “In 2025, en dat is al heel snel, zijn er vier keer meer tachtigjarigen dan nu”, zegt een van de VU-onderzoekers in de documentaire ‘Ik ben Alice’. Het zijn de babyboomers, de generatie van net na de Tweede Wereldoorlog, die een piek in de bejaardenzorg veroorzaken. Het is de ramp die je wist dat zou komen. De zorgvraag zal toenemen, maar vier keer meer capaciteit dan nu zal er niet zijn, laat staan vier keer meer budget.
Gelukkig komt de technologie te hulp. Tot voor kort draaiden robots vooral in fabrieken auto’s in elkaar, en dat doen ze nog steeds met verbijsterende snelheid, kracht en precisie. Nu zijn er steeds meer initiatieven om robots tussen en met mensen te laten werken. Het project
Factory in a Day van het TU Delft Robotics Institute is daar een goed voorbeeld van. Daar pakken robots dozen in en planten ze stekjes.
Jungle
Niettemin is de gemiddelde woonkamer een jungle voor een robot. Het helpt dat ouderen graag gelijkvloers wonen, maar elke drempel, kabel of stok over de vloer is voor een robot op kleine wieltjes al een gevaarlijk obstakel. De (stereo)camera’s worden steeds beter, geholpen door geavanceerde software voor beeldherkenning, maar waar tussen al die troep nou de leesbril precies ligt, blijft lastig te ontdekken. Zeker als die in de koelkast gelegd is. En dan zijn er nog deurdrangers of nauwe doorgangetjes waar een robot makkelijk tussen beklemd raakt. In het beste geval heeft de robot één arm, maar probeer zelf maar eens een frisje in te schenken met één arm op de rug.Nee, er zijn nog best wat uitdagingen om een robot in huis iets te laten doen. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat veel onderzoekers zich beperken tot een knuffel, een praatpop, een hulpmiddel of een rijdend communicatieplatform (zie kader Robots over de vloer).
iPad op wielen
De Delftse onderzoekers die in het Science
Centre aan robot Rose 2.0 werken noemen een communicatieplatform ietwat denigrerend ‘een iPad op wielen’. Zij weten hoe lastig het is om een robot de handen uit de mouwen te laten steken. De demonstratie begint veelbelovend. Rose zal even de pen ophalen die ik aan de andere kant van de zaal vergeten ben. Met een schokje komt ze in beweging, draait de juiste richting op en rolt zelfstandig om de lage kast heen en langs de lange tafel. Rose heeft een plattegrond van de ruimte in haar geheugen, legt projectleider zorgrobotica ir. Jeroen Wildenbeest uit, en ze scant de hele tijd de omgeving af om te zien waar op die kaart ze zich bevindt. Wanneer
iemand voor haar langsloopt ‘ziet’ ze dat ook en wacht ze tot de weg vrij is.
Hulp van operator
Eenmaal aangekomen bij de tafel, neemt een van de ontwikkelaars de taak over. Hij kijkt via zijn laptop door de stereocamera op de robot en zoekt naar de pen. Hij manoeuvreert de robot zo dichtbij dat hij er met de robotarm bij kan. Dan komt de arm in beweging en daarmee een extra cameraatje dat boven de grijper is
gemonteerd. Zo kan de operator goed zien wat hij pakt.
Met de tong tussen de lippen beweegt hij behoedzaam de robothand naar de pen en sluit die er voorzichtig omheen. Hoera, gelukt. Met de pen bungelend tussen de uiteinden van de grijper komt Rose teruggereden.
Demonstratie geslaagd, we zijn tien minuten verder en het was bloedspannend om te zien. Rose 2.0 is de voortzetting van de op de TU Eindhoven ontwikkelde ‘op afstand bestuurbare robot voor thuiszorgtoepassingen’ Rose. Ir. Cock Heemskerk, TU-alumnus en directeur van Heemskerk Innovative Technologies (HIT), nam een jaar geleden de robot, het onderzoek en een deel van de staf over. Heemskerk zegt bruggen te willen slaan tussen wetenschap en industrie. Hij wil complexe technologie laten werken. Met dat doel werken TU-afstudeerders en
promovendi in een gehuurde ruimte aan de Mijnbouwstraat aan verbeteringen van de robot. Als verschillen met de vorige versie noemen ze de smallere basis, zeg maar het karretje waar alles op gemonteerd is. Dat is op verzoek van gebruikers die de vorige te fors vonden. Verder heeft de robot een grotere en krachtigere arm gekregen die, dankzij een ingebouwde lift, tot aan de grond komt. Ook dat is op verzoek uit de praktijk.
Tijd voor de was
Van de Veerdonk weet dat mensen liefst zo lang mogelijk zelfstandig willen zijn, en dat ze liever afhankelijk zijn van een robot dan van een ander mens. In de proeftuinen kwam een lijst tot stand met wat ouderen en gehandicapten van een robot zouden verlangen. Die lijst (zie kader Takenlijst) bepaalt de koers van de ontwikkeling van Rose 2.0.”Een huishoudelijke hulp komt maar veertig minuten per week” vertelt Van de Veerdonk. “Tijd om de was uit de machine te halen is er niet. Als er niemand komt, ligt het er de volgende week nog in.” Was uit de machine halen is dus een punt op de lijst. Daarvoor is de
robot overigens nog niet krachtig genoeg en hij komt ook nog niet achterin de trommel. Ook het dekbed openslaan is lastig. En het inschenken en rondrijden met hete koffie of thee is nog te riskant voor de kwetsbare robotarm.
Zelf doen
Boodschappen uitruimen kost een huishoudelijke hulp één minuut. De robot doet er, via de afstandsbediening, twintig minuten over. Is dat erg? Volgens Van de Veerdonk niet. “Het is rustgevend om naar te kijken”, grapt ze.
Wat belangrijker is: mensen kunnen het zélf doen, en dat is wat ze willen. Het maakt ze minder afhankelijk van anderen. “Het voelt als een verlengstuk van mezelf”, reageerde iemand tijdens een praktijktest.
Naast materiële meerwaarde (is het goedkoper of sneller) zijn er namelijk ook immateriële meerwaarden, vertelt ze. Dat zijn onafhankelijkheid, (stimuleren tot) beweging, (bevorderen van) sociaal contact en veiligheidsgevoel. Het zijn vooral die immateriële kwaliteiten die gebruikers aanspreken, en die de robot hen biedt. Over zeven jaar moet robot Rose voor zevenduizend euro te koop zijn. Dat is het streven. De babyboomers moeten maar vast gaan sparen, want ook financieel moeten ouderen zo lang mogelijk zelfredzaam blijven.
Robots over de vloer
Paro is een therapeutische knuffelrobot, ontwikkeld door Takanori Shibata op basis van een babyzeehond. Het dier, sinds 2004 op de markt, kan praktisch niks, maar is
onweerstaanbaar schattig.
GiraffPlus is een ‘iPad op wielen’ dat samen met een heel netwerk van sensors in huis ouderen in staat stelt langer thuis te wonen. Het is een Europees project met medewerking uit Örebrö (Zweden) en Rome.
Psychologen van de VU ontwikkelden Alice, een pratende pop die mensen weet te boeien en te activeren ondanks dat ze zelf op de bank blijft zitten. De documentaire ‘Ik ben Alice’ is nog te zien op npo.nl
Robot Care Systems uit Den Haag ontwikkelt Lea. Het wordt een kruising tussen een intelligente elektrische rollator en een rollende iPad.
TU Delft presenteerde in 2012 de thuiszorg-robot Eva, het resultaat van een minor robotics van zes studenten. Eva kon pakken, rijden en brengen. Bijvoorbeeld koffie.
In hetzelfde jaar presenteerde de TU Eindhoven robot Rose, een op afstand bestuurbare robot voor thuis. De ontwikkeling stopte in de zomer.
TU Eindhoven werkt nu vanuit de Robocup groep aan de tweearmige Amigo voor ondersteunend huishoudelijk werk.
Comments are closed.