Campus

De regie van Berlijn

Als het aan Hitler gelegen had, heette Berlijn nu Germania, en zag de stad er totaal anders uit. De plannen uit die tijd zijn te zien in het Nederlands Architectuurinstituut.


1 De Stalin-Allee en Karl Marx-Allee in Oost Berlijn (1952-56) foto: Bauinformation Berlin. (
Klik voor grotere foto)

Het moet het hoogtepunt van de tentoonstelling worden: een enorme maquette van 49 vierkante meter waarop de binnenstad van het nieuwe Berlijn te zien is. In minutieus bewerkte stukken hout zijn de bouwkolossen te zien die gepland, of al in aanbouw zijn. Een compleet nieuwe regeringswijk staat op het programma. Plus het herstel van stukken binnenstad die tot voor kort mijnenveld waren.

Geen andere Europese stad van vergelijkbare grootte gaat zo op de schop als de nieuwe hoofdstad van het herenigde Duitsland. Berlijn heeft dan ook een prominente plaats gekregen op de tentoonstelling ‘De regie van de stad’, vanaf vandaag in het Nederlands Architectuurinstituut.

‘De regie van de stad’ geeft een overzicht van de hoogtepunten in de stedenbouw van deze eeuw en de stand van zaken rond het jaar 2000 in de grote stedelijke gebieden van Europa. ,,De steden waarvan we de stedenbouwkundige plannen laten zien, lopen erg uiteen qua karakter. Zo laten we naast plannen voor Parijs, Moskou en Berlijn, tekeningen zien uit Emmen, waar het woonerf is uitgevonden”, vertelt Koos Bosma. Bosma is hoofddocent architectuur- en stedenbouwgeschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en een van de organisatoren.

De 24 steden op de tentoonstelling hebben één ding in ieder geval gemeen. Bosma: ,,Ze zijn niet geselecteerd op bekende namen die aan de ideeën verbonden zijn, maar op de karakters van de plannen zelf. We hebben gekeken naar steden in Noord-West-Europa die algemene uitbreidingsplannen hadden gemaakt, plannen voor de hele stad dus. Projecten als de Kop van Zuid van Riek Bakker zul je daarom tevergeefs zoeken.”

Het draait om invloedrijke plannen, legt hij uit, niet om invloedrijke namen. Toch is er ook werk van ‘helden’ uit de wereld van stedenbouw en architectuur te vinden. Een originele presentatietekening van Tony Garniers’ utopische stad Cité Industrielle en een beschadigde tekening van Le Corbusiers idee van een ideale stad, La Ville Radieuse, zullen voor kenners ware relieken zijn. ,,Deze plannen zijn voor het eerst hier te zien”, meldt Bosma trots. ,,Ook de plantekeningen van steden uit het voormalige Oostblok zijn voor het eerst in Nederland. Er hangen plannen van bijvoorbeeld Oost-Berlijn en Moskou: monumentale en totalitaire stedenbouw.”


2 Albert Speers grote as door Berlijn (1938) foto: Landesarchiv Berlin.
Hitler

Van Berlijn zijn plannen uit vier periodes van de twintigste eeuw te zien. Dat is interessant, want zo kun je de ontwikkeling (en karakterwijziging) van de stadsplanning vandeze stad goed zien. Ruime plaats is ingeruimd voor het Generalbebeauungsplan für die Reichshauptstadt uit 1938, oftewel: de gedachten voor de hoofdstad van Hitlers Derde Rijk. De nazi-‘hofarchitect’ Albert Speer tekende voor dit plan, dat voor een groot deel geïnspireerd was op de architectonische visies van de Führer zelf.

Berlijn, dat bij verwachte voltooiing van het plan in 1950 omgedoopt zou worden in ‘Germania’, moest het zinnebeeld van de nationaal-socialistische macht worden. Daartoe voorzag Speer de stad van een enorme, zeven kilometer lange as die de stad van noord naar zuid doorsneed. Langs deze as, op sommige plaatsen wel vijfhonderd meter breed, werden de ministeries en representatieve gebouwen van de nieuwe orde gevestigd. Een koepelvormige hal van 290 meter hoogte vormde de climax.

Hitler zelf (ooit wegens gebrek aan talent afgewezen voor een architectuuropleiding) tekende voor een 120 meter hoge triomfboog. Een speciale wet werd aangenomen om grond te kunnen onteigenen die nodig was voor het verbouwen van de stad. Hele straten werden geruimd. Vervangende woonruimte werd gevonden in woningen van joden die daartoe, mede op advies van architecten, gedeporteerd werden.

Speers grootse plannen voor Berlijn kwamen niet verder dan de fraaie tekeningen die nu in Rotterdam te zien zijn. Zijn bouwheer kreeg het te druk met landjepik en hijzelf werd in 1942 benoemd tot minister van Bewapening en Munitie. Drie jaar later zou de stad voor een groot deel in puin liggen. De oprichting van de communistische DDR luidde voor Oost-Berlijn een nieuw stedenbouwkundig tijdperk in.

Naar voorbeeld van het Moskou van Stalin werd een stedenbouwkundig plan opgesteld dat gekenmerkt werd door lange, vanuit het centrum lopende assen met grote woonblokken. De Stalin-allee, een negentig meter brede straat waarmee in ’52 werd begonnen, vertoont veel gelijkenis met de bekende Moskouse Gorkistraat. In de Sovjet-stedenbouw was de voetganger belangrijk. Het centrum van de stad moest met openbare ruimten zo ontworpen zijn, dat politieke demonstraties en militaire marsen er een passend decor konden vinden.

De stedelijke ruimte moest het vermogen van het politieke systeem verbeelden. Daarin verschilde de stedenbouw van de communisten dus niet zo veel van die van de nationaal-socialisten.


3 Le Corbusier: La Ville Radieuse (1930) foto: Fondation Le Corbusier.
Plattelandsdorpje

De volgende fase is te zien op kaarten en in de grote maquette. Het huidige ‘Berlijn-van-na-de-muur’ maakte van de binnenstad ’s werelds grootste bouwput. De – schitterende – maquette wordt geflankeerd door beloopbare, grote satellietfoto’s van niet alleen Berlijn zelf, maar ook van Parijs, het Ruhrgebied en de Randstad. In al deze stedelijke gebieden zijn belangrijke en grootschalige ruimtelijke veranderingen gaande.

Van een bijzonder uitbreidingsplan bij Parijs is een schaalmodel neergezet. Tremblay-en-France is een typisch Frans plattelandsdorpje; wat straten, huizen – eigenlijk een dorpje van niets dus. De ligging maakt het bijzonder: tussen de zich als een olievlek uitbreidende stad en de landingsbanen vanluchthaven Charles de Gaulle in de laatste stukjes landbouwgrond van de regio.

De maquette laat de veranderingen zien die het dorp met omgeving te wachten staan. Als een Asterix en Obelix-dorpje wordt het plaatsje op een eiland van landbouwgrond ingekapseld in de enorme uitbreidingswijken van Parijs. Het dorpje zelf wordt ook onder handen genomen. Architecten van internationale faam als Philip Johnson en Dominique Perrault, maar ook de Nederlander Kees Christiaanse gaan er bouwen.

‘De regie van de stad – 100 jaar stedenbouw in Europa’ is te zien van 18 december tot en met 5 april in het Nederlands Architectuurinstituut, Rotterdam.

,,


1 De Stalin-Allee en Karl Marx-Allee in Oost Berlijn (1952-56) foto: Bauinformation Berlin. (
Klik voor grotere foto)

Het moet het hoogtepunt van de tentoonstelling worden: een enorme maquette van 49 vierkante meter waarop de binnenstad van het nieuwe Berlijn te zien is. In minutieus bewerkte stukken hout zijn de bouwkolossen te zien die gepland, of al in aanbouw zijn. Een compleet nieuwe regeringswijk staat op het programma. Plus het herstel van stukken binnenstad die tot voor kort mijnenveld waren.

Geen andere Europese stad van vergelijkbare grootte gaat zo op de schop als de nieuwe hoofdstad van het herenigde Duitsland. Berlijn heeft dan ook een prominente plaats gekregen op de tentoonstelling ‘De regie van de stad’, vanaf vandaag in het Nederlands Architectuurinstituut.

‘De regie van de stad’ geeft een overzicht van de hoogtepunten in de stedenbouw van deze eeuw en de stand van zaken rond het jaar 2000 in de grote stedelijke gebieden van Europa. ,,De steden waarvan we de stedenbouwkundige plannen laten zien, lopen erg uiteen qua karakter. Zo laten we naast plannen voor Parijs, Moskou en Berlijn, tekeningen zien uit Emmen, waar het woonerf is uitgevonden”, vertelt Koos Bosma. Bosma is hoofddocent architectuur- en stedenbouwgeschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en een van de organisatoren.

De 24 steden op de tentoonstelling hebben één ding in ieder geval gemeen. Bosma: ,,Ze zijn niet geselecteerd op bekende namen die aan de ideeën verbonden zijn, maar op de karakters van de plannen zelf. We hebben gekeken naar steden in Noord-West-Europa die algemene uitbreidingsplannen hadden gemaakt, plannen voor de hele stad dus. Projecten als de Kop van Zuid van Riek Bakker zul je daarom tevergeefs zoeken.”

Het draait om invloedrijke plannen, legt hij uit, niet om invloedrijke namen. Toch is er ook werk van ‘helden’ uit de wereld van stedenbouw en architectuur te vinden. Een originele presentatietekening van Tony Garniers’ utopische stad Cité Industrielle en een beschadigde tekening van Le Corbusiers idee van een ideale stad, La Ville Radieuse, zullen voor kenners ware relieken zijn. ,,Deze plannen zijn voor het eerst hier te zien”, meldt Bosma trots. ,,Ook de plantekeningen van steden uit het voormalige Oostblok zijn voor het eerst in Nederland. Er hangen plannen van bijvoorbeeld Oost-Berlijn en Moskou: monumentale en totalitaire stedenbouw.”


2 Albert Speers grote as door Berlijn (1938) foto: Landesarchiv Berlin.
Hitler

Van Berlijn zijn plannen uit vier periodes van de twintigste eeuw te zien. Dat is interessant, want zo kun je de ontwikkeling (en karakterwijziging) van de stadsplanning vandeze stad goed zien. Ruime plaats is ingeruimd voor het Generalbebeauungsplan für die Reichshauptstadt uit 1938, oftewel: de gedachten voor de hoofdstad van Hitlers Derde Rijk. De nazi-‘hofarchitect’ Albert Speer tekende voor dit plan, dat voor een groot deel geïnspireerd was op de architectonische visies van de Führer zelf.

Berlijn, dat bij verwachte voltooiing van het plan in 1950 omgedoopt zou worden in ‘Germania’, moest het zinnebeeld van de nationaal-socialistische macht worden. Daartoe voorzag Speer de stad van een enorme, zeven kilometer lange as die de stad van noord naar zuid doorsneed. Langs deze as, op sommige plaatsen wel vijfhonderd meter breed, werden de ministeries en representatieve gebouwen van de nieuwe orde gevestigd. Een koepelvormige hal van 290 meter hoogte vormde de climax.

Hitler zelf (ooit wegens gebrek aan talent afgewezen voor een architectuuropleiding) tekende voor een 120 meter hoge triomfboog. Een speciale wet werd aangenomen om grond te kunnen onteigenen die nodig was voor het verbouwen van de stad. Hele straten werden geruimd. Vervangende woonruimte werd gevonden in woningen van joden die daartoe, mede op advies van architecten, gedeporteerd werden.

Speers grootse plannen voor Berlijn kwamen niet verder dan de fraaie tekeningen die nu in Rotterdam te zien zijn. Zijn bouwheer kreeg het te druk met landjepik en hijzelf werd in 1942 benoemd tot minister van Bewapening en Munitie. Drie jaar later zou de stad voor een groot deel in puin liggen. De oprichting van de communistische DDR luidde voor Oost-Berlijn een nieuw stedenbouwkundig tijdperk in.

Naar voorbeeld van het Moskou van Stalin werd een stedenbouwkundig plan opgesteld dat gekenmerkt werd door lange, vanuit het centrum lopende assen met grote woonblokken. De Stalin-allee, een negentig meter brede straat waarmee in ’52 werd begonnen, vertoont veel gelijkenis met de bekende Moskouse Gorkistraat. In de Sovjet-stedenbouw was de voetganger belangrijk. Het centrum van de stad moest met openbare ruimten zo ontworpen zijn, dat politieke demonstraties en militaire marsen er een passend decor konden vinden.

De stedelijke ruimte moest het vermogen van het politieke systeem verbeelden. Daarin verschilde de stedenbouw van de communisten dus niet zo veel van die van de nationaal-socialisten.


3 Le Corbusier: La Ville Radieuse (1930) foto: Fondation Le Corbusier.
Plattelandsdorpje

De volgende fase is te zien op kaarten en in de grote maquette. Het huidige ‘Berlijn-van-na-de-muur’ maakte van de binnenstad ’s werelds grootste bouwput. De – schitterende – maquette wordt geflankeerd door beloopbare, grote satellietfoto’s van niet alleen Berlijn zelf, maar ook van Parijs, het Ruhrgebied en de Randstad. In al deze stedelijke gebieden zijn belangrijke en grootschalige ruimtelijke veranderingen gaande.

Van een bijzonder uitbreidingsplan bij Parijs is een schaalmodel neergezet. Tremblay-en-France is een typisch Frans plattelandsdorpje; wat straten, huizen – eigenlijk een dorpje van niets dus. De ligging maakt het bijzonder: tussen de zich als een olievlek uitbreidende stad en de landingsbanen vanluchthaven Charles de Gaulle in de laatste stukjes landbouwgrond van de regio.

De maquette laat de veranderingen zien die het dorp met omgeving te wachten staan. Als een Asterix en Obelix-dorpje wordt het plaatsje op een eiland van landbouwgrond ingekapseld in de enorme uitbreidingswijken van Parijs. Het dorpje zelf wordt ook onder handen genomen. Architecten van internationale faam als Philip Johnson en Dominique Perrault, maar ook de Nederlander Kees Christiaanse gaan er bouwen.

‘De regie van de stad – 100 jaar stedenbouw in Europa’ is te zien van 18 december tot en met 5 april in het Nederlands Architectuurinstituut, Rotterdam.


1 De Stalin-Allee en Karl Marx-Allee in Oost Berlijn (1952-56) foto: Bauinformation Berlin. (
Klik voor grotere foto)

Het moet het hoogtepunt van de tentoonstelling worden: een enorme maquette van 49 vierkante meter waarop de binnenstad van het nieuwe Berlijn te zien is. In minutieus bewerkte stukken hout zijn de bouwkolossen te zien die gepland, of al in aanbouw zijn. Een compleet nieuwe regeringswijk staat op het programma. Plus het herstel van stukken binnenstad die tot voor kort mijnenveld waren.

Geen andere Europese stad van vergelijkbare grootte gaat zo op de schop als de nieuwe hoofdstad van het herenigde Duitsland. Berlijn heeft dan ook een prominente plaats gekregen op de tentoonstelling ‘De regie van de stad’, vanaf vandaag in het Nederlands Architectuurinstituut.

‘De regie van de stad’ geeft een overzicht van de hoogtepunten in de stedenbouw van deze eeuw en de stand van zaken rond het jaar 2000 in de grote stedelijke gebieden van Europa. ,,De steden waarvan we de stedenbouwkundige plannen laten zien, lopen erg uiteen qua karakter. Zo laten we naast plannen voor Parijs, Moskou en Berlijn, tekeningen zien uit Emmen, waar het woonerf is uitgevonden”, vertelt Koos Bosma. Bosma is hoofddocent architectuur- en stedenbouwgeschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en een van de organisatoren.

De 24 steden op de tentoonstelling hebben één ding in ieder geval gemeen. Bosma: ,,Ze zijn niet geselecteerd op bekende namen die aan de ideeën verbonden zijn, maar op de karakters van de plannen zelf. We hebben gekeken naar steden in Noord-West-Europa die algemene uitbreidingsplannen hadden gemaakt, plannen voor de hele stad dus. Projecten als de Kop van Zuid van Riek Bakker zul je daarom tevergeefs zoeken.”

Het draait om invloedrijke plannen, legt hij uit, niet om invloedrijke namen. Toch is er ook werk van ‘helden’ uit de wereld van stedenbouw en architectuur te vinden. Een originele presentatietekening van Tony Garniers’ utopische stad Cité Industrielle en een beschadigde tekening van Le Corbusiers idee van een ideale stad, La Ville Radieuse, zullen voor kenners ware relieken zijn. ,,Deze plannen zijn voor het eerst hier te zien”, meldt Bosma trots. ,,Ook de plantekeningen van steden uit het voormalige Oostblok zijn voor het eerst in Nederland. Er hangen plannen van bijvoorbeeld Oost-Berlijn en Moskou: monumentale en totalitaire stedenbouw.”


2 Albert Speers grote as door Berlijn (1938) foto: Landesarchiv Berlin.
Hitler

Van Berlijn zijn plannen uit vier periodes van de twintigste eeuw te zien. Dat is interessant, want zo kun je de ontwikkeling (en karakterwijziging) van de stadsplanning vandeze stad goed zien. Ruime plaats is ingeruimd voor het Generalbebeauungsplan für die Reichshauptstadt uit 1938, oftewel: de gedachten voor de hoofdstad van Hitlers Derde Rijk. De nazi-‘hofarchitect’ Albert Speer tekende voor dit plan, dat voor een groot deel geïnspireerd was op de architectonische visies van de Führer zelf.

Berlijn, dat bij verwachte voltooiing van het plan in 1950 omgedoopt zou worden in ‘Germania’, moest het zinnebeeld van de nationaal-socialistische macht worden. Daartoe voorzag Speer de stad van een enorme, zeven kilometer lange as die de stad van noord naar zuid doorsneed. Langs deze as, op sommige plaatsen wel vijfhonderd meter breed, werden de ministeries en representatieve gebouwen van de nieuwe orde gevestigd. Een koepelvormige hal van 290 meter hoogte vormde de climax.

Hitler zelf (ooit wegens gebrek aan talent afgewezen voor een architectuuropleiding) tekende voor een 120 meter hoge triomfboog. Een speciale wet werd aangenomen om grond te kunnen onteigenen die nodig was voor het verbouwen van de stad. Hele straten werden geruimd. Vervangende woonruimte werd gevonden in woningen van joden die daartoe, mede op advies van architecten, gedeporteerd werden.

Speers grootse plannen voor Berlijn kwamen niet verder dan de fraaie tekeningen die nu in Rotterdam te zien zijn. Zijn bouwheer kreeg het te druk met landjepik en hijzelf werd in 1942 benoemd tot minister van Bewapening en Munitie. Drie jaar later zou de stad voor een groot deel in puin liggen. De oprichting van de communistische DDR luidde voor Oost-Berlijn een nieuw stedenbouwkundig tijdperk in.

Naar voorbeeld van het Moskou van Stalin werd een stedenbouwkundig plan opgesteld dat gekenmerkt werd door lange, vanuit het centrum lopende assen met grote woonblokken. De Stalin-allee, een negentig meter brede straat waarmee in ’52 werd begonnen, vertoont veel gelijkenis met de bekende Moskouse Gorkistraat. In de Sovjet-stedenbouw was de voetganger belangrijk. Het centrum van de stad moest met openbare ruimten zo ontworpen zijn, dat politieke demonstraties en militaire marsen er een passend decor konden vinden.

De stedelijke ruimte moest het vermogen van het politieke systeem verbeelden. Daarin verschilde de stedenbouw van de communisten dus niet zo veel van die van de nationaal-socialisten.


3 Le Corbusier: La Ville Radieuse (1930) foto: Fondation Le Corbusier.
Plattelandsdorpje

De volgende fase is te zien op kaarten en in de grote maquette. Het huidige ‘Berlijn-van-na-de-muur’ maakte van de binnenstad ’s werelds grootste bouwput. De – schitterende – maquette wordt geflankeerd door beloopbare, grote satellietfoto’s van niet alleen Berlijn zelf, maar ook van Parijs, het Ruhrgebied en de Randstad. In al deze stedelijke gebieden zijn belangrijke en grootschalige ruimtelijke veranderingen gaande.

Van een bijzonder uitbreidingsplan bij Parijs is een schaalmodel neergezet. Tremblay-en-France is een typisch Frans plattelandsdorpje; wat straten, huizen – eigenlijk een dorpje van niets dus. De ligging maakt het bijzonder: tussen de zich als een olievlek uitbreidende stad en de landingsbanen vanluchthaven Charles de Gaulle in de laatste stukjes landbouwgrond van de regio.

De maquette laat de veranderingen zien die het dorp met omgeving te wachten staan. Als een Asterix en Obelix-dorpje wordt het plaatsje op een eiland van landbouwgrond ingekapseld in de enorme uitbreidingswijken van Parijs. Het dorpje zelf wordt ook onder handen genomen. Architecten van internationale faam als Philip Johnson en Dominique Perrault, maar ook de Nederlander Kees Christiaanse gaan er bouwen.

‘De regie van de stad – 100 jaar stedenbouw in Europa’ is te zien van 18 december tot en met 5 april in het Nederlands Architectuurinstituut, Rotterdam.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.