,,Wat willen de faculteiten met het Rekencentrum”, wil rector Wakker weten. Het bestuurscollege heeft, op voorstel van de rector, besloten tot een TU-brede behoeftepeiling naar rekenfaciliteiten.
Het college van bestuur stelt daarmee in feite het bestaansrecht van het Rekencentrum aan de orde. Tegelijkertijd wil het het bedrijfsplan slechts voor een jaar goedkeuren, schort het een oordeel over de financiële paragraaf op en zet het de plannen voor een HPCN-centrum apart van het RC.
,,Over het Rekencentrum hoor je te vaak: ‘Daar hebben we niks aan’. Wij willen een eind maken aan die geluiden onder de oppervlakte. Helderheid, daar gaat het om. Dus we vragen de faculteiten hun wensen en behoeften wat betreft computerfaciliteiten in kaart te brengen. Dan is het niet zo dat de som van de wensen bepaalt wat er met het Rekencentrum gebeurt, maar het verschaft het college de gegevens om besluiten te nemen”, aldus Wakker.
Net als bij het Facilitair Bedrijf, vindt het bestuurscollege dat de tijd rijp is om de diensten die het Rekencentrum (RC) biedt, kritisch tegen het licht te houden om te zien of het goedkoper kan.
Het RC kamp al jaren met het verschijnsel dat de snelle ontwikkeling van krachtige werkstations en pc’s de ‘centrale’ voorziening uitholt. Waar vroeger kamervullende rekenmonsters nodig waren, volstaat nu een flinke personal computer. Menige vakgroep heeft door middel van derde geldstroom een krachtige rekenmachine aangeschaft. Wakker schrijft in een nota dat op die manier een verschuiving van het RC naar lokale pc’s heeft plaatsgevonden, en dat nu in negentig procent van de gevallen de lokale rekencapaciteit voldoet.
Achterhaald
Die spreiding heeft ook nadelen. Er is veel onnodig dubbel werk in de sfeer van onderhoud en nieuwe softwareversies installeren. Overhead die niet als zodanig wordt ervaren, volgens Wakker. Daarnaast heerst bij veel onderzoekers de gedachte ‘het is alleen goed als we het zelf hebben ontwikkeld’. ,,Dit moet als een volstrekt achterhaald uitgangsspunt worden beschouwd dat nog stamt uit de tijd dat het computergebruik met een zeker magie was omgeven”, meent de rector. Het is echt niet nodig eerst de hard- en software van andere rekenaars te doorgronden voordat hun metingen accepteerbaar zijn, zo schrijft hij.
Een ander nadelig effect is dat decentrale gebruikers niet afschrijven op hun eigen machines. Ze ervaren rekenen als gratis. En elk tarief dat het RC in rekening brengt voor centraal rekenen is dus te hoog. Met andere woorden: vakgroepen met een eigen werkstation of pc zijn niet gevoelig voor de ‘onzichtbare kosten’ per rekenklus. Het RC moet wel voor elke opdracht de teller laten lopen en die kosten zijn zeer zichtbaar. ,,Oneigenlijke concurrentie” voor het RC, stelt de rector.
‘Sharing’
Wakker ziet geen oplossing in het van bovenaf opleggen van regels over computergebruik. Hij hoopt dat na een intensieve peiling van behoeften en voorzieningen (te verrichten door het RC) computergebruikers overtuigd raken van het nut van ‘sharing’ van apparatuur en mensen. Dat onderzoek stekt zich uit over apparatuur van achtduizend gulden en hoger en de bijbehorende ondersteuning.
Het college wil zo komen tot een ‘Rekencentrum nieuwe stijl’ een ,,organisatie van en voor de gebruikers” in plaats van een ,,afzonderlijke kennis en equipment-organisatie” in Wakkers woorden.
RC-directeur ir. J. Zuidervaart wil in dit stadium nog niet reageren. Hij moet de nota nog lezen. (B.B.)
,,Wat willen de faculteiten met het Rekencentrum”, wil rector Wakker weten. Het bestuurscollege heeft, op voorstel van de rector, besloten tot een TU-brede behoeftepeiling naar rekenfaciliteiten. Het college van bestuur stelt daarmee in feite het bestaansrecht van het Rekencentrum aan de orde. Tegelijkertijd wil het het bedrijfsplan slechts voor een jaar goedkeuren, schort het een oordeel over de financiële paragraaf op en zet het de plannen voor een HPCN-centrum apart van het RC.
,,Over het Rekencentrum hoor je te vaak: ‘Daar hebben we niks aan’. Wij willen een eind maken aan die geluiden onder de oppervlakte. Helderheid, daar gaat het om. Dus we vragen de faculteiten hun wensen en behoeften wat betreft computerfaciliteiten in kaart te brengen. Dan is het niet zo dat de som van de wensen bepaalt wat er met het Rekencentrum gebeurt, maar het verschaft het college de gegevens om besluiten te nemen”, aldus Wakker.
Net als bij het Facilitair Bedrijf, vindt het bestuurscollege dat de tijd rijp is om de diensten die het Rekencentrum (RC) biedt, kritisch tegen het licht te houden om te zien of het goedkoper kan.
Het RC kamp al jaren met het verschijnsel dat de snelle ontwikkeling van krachtige werkstations en pc’s de ‘centrale’ voorziening uitholt. Waar vroeger kamervullende rekenmonsters nodig waren, volstaat nu een flinke personal computer. Menige vakgroep heeft door middel van derde geldstroom een krachtige rekenmachine aangeschaft. Wakker schrijft in een nota dat op die manier een verschuiving van het RC naar lokale pc’s heeft plaatsgevonden, en dat nu in negentig procent van de gevallen de lokale rekencapaciteit voldoet.
Achterhaald
Die spreiding heeft ook nadelen. Er is veel onnodig dubbel werk in de sfeer van onderhoud en nieuwe softwareversies installeren. Overhead die niet als zodanig wordt ervaren, volgens Wakker. Daarnaast heerst bij veel onderzoekers de gedachte ‘het is alleen goed als we het zelf hebben ontwikkeld’. ,,Dit moet als een volstrekt achterhaald uitgangsspunt worden beschouwd dat nog stamt uit de tijd dat het computergebruik met een zeker magie was omgeven”, meent de rector. Het is echt niet nodig eerst de hard- en software van andere rekenaars te doorgronden voordat hun metingen accepteerbaar zijn, zo schrijft hij.
Een ander nadelig effect is dat decentrale gebruikers niet afschrijven op hun eigen machines. Ze ervaren rekenen als gratis. En elk tarief dat het RC in rekening brengt voor centraal rekenen is dus te hoog. Met andere woorden: vakgroepen met een eigen werkstation of pc zijn niet gevoelig voor de ‘onzichtbare kosten’ per rekenklus. Het RC moet wel voor elke opdracht de teller laten lopen en die kosten zijn zeer zichtbaar. ,,Oneigenlijke concurrentie” voor het RC, stelt de rector.
‘Sharing’
Wakker ziet geen oplossing in het van bovenaf opleggen van regels over computergebruik. Hij hoopt dat na een intensieve peiling van behoeften en voorzieningen (te verrichten door het RC) computergebruikers overtuigd raken van het nut van ‘sharing’ van apparatuur en mensen. Dat onderzoek stekt zich uit over apparatuur van achtduizend gulden en hoger en de bijbehorende ondersteuning.
Het college wil zo komen tot een ‘Rekencentrum nieuwe stijl’ een ,,organisatie van en voor de gebruikers” in plaats van een ,,afzonderlijke kennis en equipment-organisatie” in Wakkers woorden.
RC-directeur ir. J. Zuidervaart wil in dit stadium nog niet reageren. Hij moet de nota nog lezen. (B.B.)
Comments are closed.