Campus

‘De promotor geeft richting’

Universitair hoofddocent dr. Homayoun Nikookar van de EWI-afdeling telecommunicatie is vorige week door promovendivereniging Promood uitgeroepen tot de eerste ‘promotor van het jaar’.

Eén van zijn promovendi noemt hem een geduldig luisteraar, een empathisch gids, een inspirerend mentor en een sympathiek vaderfiguur.


Wat maakt een promotor een goede promotor?

“Masterstudenten en promovendi zijn helemaal anders. De begeleiding vereist andere specialiteiten. Een masterstudent heeft vakken, keuzevakken en een scriptie. Een promovendus heeft eigenlijk geen vakken. Hij heeft veel meer vrijheid en moet zijn onderzoek zelf uitvoeren. Een goede promotor moet dat onderzoek aandrijven. De promovendus draagt de verantwoordelijkheid, de promotor geeft richting.”


Hoe gaat dat, richting geven in zijn werk?

“Een promotor moet zijn promovendus monitoren en feedback geven. Het hangt van de promovendus af hoe vaak dat nodig is. Maar hij moet weten waar hij staat in zijn onderzoekstraject. Gaat het niet goed, dat laat de promotor dat op tijd weten. Hij geeft dan een signaal, zegt ‘ga dieper’, of ‘ga verder’. Nog belangrijker is het om een promovendus te introduceren bij de goede conferenties en de goede tijdschriften, want hij kan in het begin nog niet weten welke goed zijn en welke niet. Er zijn er zoveel en op het eerste gezicht is er geen onderscheid. De promotor weet waar de topkwaliteit zit.”


U schrijft in een artikel in het Promood-tijdschrift ‘Het Proefschrift’ dat een promotor een promovendus ook moet leren structureel te denken. Wat bedoelt u daarmee?

“Dat een promotor samen met zijn promovendus op een structurele, logische manier problemen moet benaderen. Promovendi moeten leren stap voor stap verder te werken, tot het doel is bereikt. Een proefschrift schrijven is zeker niet gemakkelijk. Om dat tot een goed einde te brengen, moeten de verwachtingen hoog zijn.”


Kritiek van promovendi is vaak dat hun begeleiders ze teveel laten zwemmen.

“Vooral in het eerste jaar is het belangrijk veel begeleiding te geven. Daarna wordt het geleidelijk minder. Maar ook dan moet een promotor altijd tijd vrij maken, hij moet openstaan voor zijn promovendi. Het moet altijd mogelijk zijn de voortgang te bespreken.”


Ik kan me voorstellen dat die tijd niet altijd gemakkelijk te vinden is.

“Ik heb vier promovendi gehad die naar tevredenheid zijn gepromoveerd en begeleid er nu nog vier. Dat is een hele klus. Ik ben ook thuis en in het weekend met ze bezig. Dit is het geheim: je moet het leuk vinden om te doen. Ik vind het interessant om met mijn promovendi te discussiëren over hun nieuwe ideeën. Daar komt voor mezelf soms ook wat uit.”


In de graduate school krijgen niet alleen promovendi meer begeleiding. Ook hun promotoren kunnen bijgeschoold worden. Is dat nodig?

“Voor promovendi is de graduate school essentieel. Voor promotoren hoeft het niet. Aan de andere kant, als er een cursus is waar ik wat kan leren waar uiteindelijk mijn promovendi voordeel bij hebben, dan zal ik dat doen.”


Hoe bent u de beste promotor van de TU Delft geworden?

“Ik heb het geleerd door tijd en ervaring. Ik ben hartstikke blij met die titel.”

Naam: Jan-Harm Betting
Leeftijd: 19 jaar
Studie: Werktuigbouwkunde
Advies: Positief

“In de eerste periode heb ik alle studiepunten gehaald. We hadden vakken zoals analyse, statica, 2D-tekenen en materiaalkunde. Ik heb hard gewerkt in de eerste witte week om alle tentamens te halen.”
Betting is positief over het bindend studieadvies. “Ik vind het een goed middel om studenten op de juiste plaats te krijgen. Het is niet de bedoeling dat je te lang aanrommelt met een studie die je eigenlijk niet aankunt.” Hij heeft wel het idee dat dit voorlopige advies, over één studieperiode, misschien te kort is voor een goede indicatie van de prestaties van studenten. “Een vriend heeft door een gebroken been in de eerste periode nog helemaal geen punten kunnen halen. Een negatief advies is dan niet eerlijk. De studieadviseur heeft ook aangegeven dat het voorlopige advies nu, na een periode, nog niet veel voorstelt.”
Extra druk op zijn studievoortgang door de invoering van het bindend studieadvies voelt Betting niet. “Ik weet dat ik goed ben in bepaalde vakken en ik was er zeker van dat ik de tentamens zou halen. Andere studenten ervaren misschien extra druk door het bsa. Het kan op twee manieren werken: je kunt worden gestimuleerd of juist worden tegengewerkt.”
Betting heeft niet het idee dat hij, met zijn positieve advies, een uitzondering is binnen de faculteit. “Sommige medestudenten moeten erg hard werken voor hertentamens, maar het moet natuurlijk makkelijk mogelijk zijn om de helft van het totale aantal studiepunten te halen binnen een jaar.” De positieve indicatie verandert volgens hem niets aan zijn studiestijl.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.