Campus

De onbekommerde geest van ‘Jan des Copies’

In 1969 landde hij met de kubusbank in de Nederlandse huiskamer. Sindsdien is hij niet meer uit het interieur verdwenen. Zelfs zijn critici kunnen hem amper ontlopen, zo vaak is hij op de buis.

Een domein waar hij nog niet is doorgedrongen is het museum. Strikt genomen is Jan des Bouvrie dat nog steeds niet, maar met een overzichtstentoonstelling in de Kunsthal lijkt hij aardig op weg.


1 De Kunsthal, afgelopen zaterdag

Zoals verwacht was het auditorium van de Kunsthal afgelopen zaterdagmiddag tot de nok toe gevuld. Een uitnodiging om een vernissage bij te wonen van Jan des Bouvrie, laat zich nu eenmaal niet gauw afslaan. Per slot van rekening wil iedereen weleens proeven van het goede leven. Bovendien was er nog een trekker in de persoon van Gert Jan Dröge die de opening verrichtte. Dat levert steevast een paar kwinkslagen op plus een kans dat je jezelf terugziet in Glamourland.

De camera stond te snorren recht tegenover de ingang, zodat iedereen met zijn beste gezicht de zaal betrad. Zoals het een mega-happening betaamt, hing voorin een videoscherm waarop de sprekers ook voor de mensen achterin goed zichtbaar waren. ,,We hebben een tentoonstelling ingericht vanwege zijn invloed op het Nederlandse interieur”, begon Wim van Krimpen, directeur van de Kunsthal. Bovendien, voegde hij eraan toe, is Des Bouvrie een verzamelaar van moderne kunst. Toen werd hij persoonlijk en ontboezemde dat hij hem al ‘levenslang’ kent. Nogmaals, waarom deze tentoonstelling? ,,Jan is gewoon een ontzettend aardige man.”

Dröge deed er nog een schepje bovenop door zijn broodheer te complimenteren met het feit dat hij zijn hoofd boven het maaiveld durft uit te steken. Hij constateerde dat de pers voltallig aanwezig was, dus ook de Volkskrant en NRC Handelsblad. ,,Dat betekent dat Des Bouvrie nu door heel Nederland is geaccepteerd”, grapte hij. En voor degenen die nog niet bekend zijn met zijn werk: ,,Het is wit, niet goedkoop en je komt altijd thuis met een schilderij van Paul de Lussanet.”
Waardering

Jan des Bouvrie is ongetwijfeld een reuzegezellige man met wie het goed tafelen is. Hij is een productieve ontwerper – al zien sommige vakbroeders hem meer als stylist – die zijn nering uitzonderlijk goed aan de man weet te brengen. En waarin hij zich ook onderscheidt: hij geniet met volle teugen van zijn succes, een eigenschap die hier, ondanks de schijn van het tegendeel, steeds meer waardering geniet.

De kubusbank waarmee hij ooit de huiskamer veroverde was inderdaad een klapstuk. Een simpele bank die destijds nog geen duizend gulden kostte en ook nog lekker zit. Dat hij de kleur wit in het interieur introduceerde, toen iedereen zich vastklampte aan bruin, was nog zo’n troefkaart. Toch verklaart dat allerminst het hele succesverhaal.

De sleutel tot het geheim van zijn populariteit ligt misschien wel opgesloten in zijn naam. ‘Jan’ staat voor oerdegelijke Nederlandse kwaliteit geworteld in de traditie. ‘Des Bouvrie’ is van een Franse allure met een adellijke connotatie die vergezichten opent naar een bourgondisch leven. Het is de combinatie die het hem doet en die weerspiegeld wordt in de stijl van zijn meubelen: vierkant met ronde hoeken of modern op basis van traditie.

Des Bouvrie was de juiste man die op het juiste moment ten tonele verscheen om Nederland te bevrijden onder de klamme deken van na-oorlogse benauwdheid. Wat zijn achtergrond aangaat had hij alles mee. Doordat zijn vader een Goed Wonen-zaak runde was het verkopen en het ‘opvoeden’ hem met de paplepel ingegoten. De Rietveldacademie die hij bezocht deed vervolgens het zaadje, dat op deze vruchtbare akker was terechtgekomen, snel ontkiemen.
Opzien

In de Kunsthal zijn twee zij-verdiepingen voor zijn meubels vrijgemaakt. Tijdens de bezichtiging liepen de genodigden in een lange processie langs de witte chaise longue en het lampje op wielen. Opvallend genoeg bleef niemand erbij stilstaan. De meubelstukken van Des Bouvrie zijn zo bekend en vertrouwd dat ze nauwelijks opzien baren. Het enige verschil met de showroom waar de modellen doorgaans staan opgesteld, is dat in de Kunsthal het prijskaartje ontbreekt.

Al toen hij 21 jaar was had hij de bijnaam Jan des Copies. Hij schijnt een onbekommerde geest dus ook daar maalt hij niet om. Wat behelst creativiteit immers mèèr dan het combineren van verschillende zaken die er al zijn? Daarom geen wanklank bij de fauteuil Lotus waarvan de sierlijk ronde chroombuis die de armleuning vormt, ontleend lijkt aan het idioom van Rietveld. Ook al rept hij zelf van een heel andere inspiratiebron. ,,De ultieme perfectie van vorm is volgens mij te vinden in een Porsche. Er is geen moment waarop je beeld wordt verstoord als je er omheen loopt. Alles is rond.”

Zonder Jan des Bouvrie hadden we nog steeds in plaggenhutten gewoond, laat dat duidelijk zijn. Niet iedereen is tenslotte gezegend met het talent om eigenhandig een woning in te richten. Om de consument een handje te helpen, is hij niet te beroerd om adviezen en tips uit te delen, onder andere verwoord en gevisualiseerd in het Interieur-adviesboek, ,,een boek over prettig wonen met je eigen meubelen in je eigen sfeer.”

Jan des Bouvrie is de personificatie van de nieuwe Nederlander die heeft afgerekend met het calvinisme en vrijelijk doet waarhij zin in heeft. Dat hij de traditionele gezelligheid van een modern jasje heeft voorzien is wat dat betreft bijna bijzaak. Deze expositie is de eerste stap om deze erflater van de laat-twintigste eeuw bij te zetten in het Pantheon. Als hij zich nu nog wat moeite getroost om een paar stoelen te ontwerpen die niet zo lekker zitten, dan leidt de volgende stap misschien wel naar het museum.

De tentoonstelling ‘Jan des Bouvrie, Ontwerper’ is nog t/m 26 januari te bezichtigen in de Kunsthal.

Mannus van der Laan

,,,,

In 1969 landde hij met de kubusbank in de Nederlandse huiskamer. Sindsdien is hij niet meer uit het interieur verdwenen. Zelfs zijn critici kunnen hem amper ontlopen, zo vaak is hij op de buis. Een domein waar hij nog niet is doorgedrongen is het museum. Strikt genomen is Jan des Bouvrie dat nog steeds niet, maar met een overzichtstentoonstelling in de Kunsthal lijkt hij aardig op weg.


1 De Kunsthal, afgelopen zaterdag

Zoals verwacht was het auditorium van de Kunsthal afgelopen zaterdagmiddag tot de nok toe gevuld. Een uitnodiging om een vernissage bij te wonen van Jan des Bouvrie, laat zich nu eenmaal niet gauw afslaan. Per slot van rekening wil iedereen weleens proeven van het goede leven. Bovendien was er nog een trekker in de persoon van Gert Jan Dröge die de opening verrichtte. Dat levert steevast een paar kwinkslagen op plus een kans dat je jezelf terugziet in Glamourland.

De camera stond te snorren recht tegenover de ingang, zodat iedereen met zijn beste gezicht de zaal betrad. Zoals het een mega-happening betaamt, hing voorin een videoscherm waarop de sprekers ook voor de mensen achterin goed zichtbaar waren. ,,We hebben een tentoonstelling ingericht vanwege zijn invloed op het Nederlandse interieur”, begon Wim van Krimpen, directeur van de Kunsthal. Bovendien, voegde hij eraan toe, is Des Bouvrie een verzamelaar van moderne kunst. Toen werd hij persoonlijk en ontboezemde dat hij hem al ‘levenslang’ kent. Nogmaals, waarom deze tentoonstelling? ,,Jan is gewoon een ontzettend aardige man.”

Dröge deed er nog een schepje bovenop door zijn broodheer te complimenteren met het feit dat hij zijn hoofd boven het maaiveld durft uit te steken. Hij constateerde dat de pers voltallig aanwezig was, dus ook de Volkskrant en NRC Handelsblad. ,,Dat betekent dat Des Bouvrie nu door heel Nederland is geaccepteerd”, grapte hij. En voor degenen die nog niet bekend zijn met zijn werk: ,,Het is wit, niet goedkoop en je komt altijd thuis met een schilderij van Paul de Lussanet.”
Waardering

Jan des Bouvrie is ongetwijfeld een reuzegezellige man met wie het goed tafelen is. Hij is een productieve ontwerper – al zien sommige vakbroeders hem meer als stylist – die zijn nering uitzonderlijk goed aan de man weet te brengen. En waarin hij zich ook onderscheidt: hij geniet met volle teugen van zijn succes, een eigenschap die hier, ondanks de schijn van het tegendeel, steeds meer waardering geniet.

De kubusbank waarmee hij ooit de huiskamer veroverde was inderdaad een klapstuk. Een simpele bank die destijds nog geen duizend gulden kostte en ook nog lekker zit. Dat hij de kleur wit in het interieur introduceerde, toen iedereen zich vastklampte aan bruin, was nog zo’n troefkaart. Toch verklaart dat allerminst het hele succesverhaal.

De sleutel tot het geheim van zijn populariteit ligt misschien wel opgesloten in zijn naam. ‘Jan’ staat voor oerdegelijke Nederlandse kwaliteit geworteld in de traditie. ‘Des Bouvrie’ is van een Franse allure met een adellijke connotatie die vergezichten opent naar een bourgondisch leven. Het is de combinatie die het hem doet en die weerspiegeld wordt in de stijl van zijn meubelen: vierkant met ronde hoeken of modern op basis van traditie.

Des Bouvrie was de juiste man die op het juiste moment ten tonele verscheen om Nederland te bevrijden onder de klamme deken van na-oorlogse benauwdheid. Wat zijn achtergrond aangaat had hij alles mee. Doordat zijn vader een Goed Wonen-zaak runde was het verkopen en het ‘opvoeden’ hem met de paplepel ingegoten. De Rietveldacademie die hij bezocht deed vervolgens het zaadje, dat op deze vruchtbare akker was terechtgekomen, snel ontkiemen.
Opzien

In de Kunsthal zijn twee zij-verdiepingen voor zijn meubels vrijgemaakt. Tijdens de bezichtiging liepen de genodigden in een lange processie langs de witte chaise longue en het lampje op wielen. Opvallend genoeg bleef niemand erbij stilstaan. De meubelstukken van Des Bouvrie zijn zo bekend en vertrouwd dat ze nauwelijks opzien baren. Het enige verschil met de showroom waar de modellen doorgaans staan opgesteld, is dat in de Kunsthal het prijskaartje ontbreekt.

Al toen hij 21 jaar was had hij de bijnaam Jan des Copies. Hij schijnt een onbekommerde geest dus ook daar maalt hij niet om. Wat behelst creativiteit immers mèèr dan het combineren van verschillende zaken die er al zijn? Daarom geen wanklank bij de fauteuil Lotus waarvan de sierlijk ronde chroombuis die de armleuning vormt, ontleend lijkt aan het idioom van Rietveld. Ook al rept hij zelf van een heel andere inspiratiebron. ,,De ultieme perfectie van vorm is volgens mij te vinden in een Porsche. Er is geen moment waarop je beeld wordt verstoord als je er omheen loopt. Alles is rond.”

Zonder Jan des Bouvrie hadden we nog steeds in plaggenhutten gewoond, laat dat duidelijk zijn. Niet iedereen is tenslotte gezegend met het talent om eigenhandig een woning in te richten. Om de consument een handje te helpen, is hij niet te beroerd om adviezen en tips uit te delen, onder andere verwoord en gevisualiseerd in het Interieur-adviesboek, ,,een boek over prettig wonen met je eigen meubelen in je eigen sfeer.”

Jan des Bouvrie is de personificatie van de nieuwe Nederlander die heeft afgerekend met het calvinisme en vrijelijk doet waarhij zin in heeft. Dat hij de traditionele gezelligheid van een modern jasje heeft voorzien is wat dat betreft bijna bijzaak. Deze expositie is de eerste stap om deze erflater van de laat-twintigste eeuw bij te zetten in het Pantheon. Als hij zich nu nog wat moeite getroost om een paar stoelen te ontwerpen die niet zo lekker zitten, dan leidt de volgende stap misschien wel naar het museum.

De tentoonstelling ‘Jan des Bouvrie, Ontwerper’ is nog t/m 26 januari te bezichtigen in de Kunsthal.

Mannus van der Laan

In 1969 landde hij met de kubusbank in de Nederlandse huiskamer. Sindsdien is hij niet meer uit het interieur verdwenen. Zelfs zijn critici kunnen hem amper ontlopen, zo vaak is hij op de buis. Een domein waar hij nog niet is doorgedrongen is het museum. Strikt genomen is Jan des Bouvrie dat nog steeds niet, maar met een overzichtstentoonstelling in de Kunsthal lijkt hij aardig op weg.


1 De Kunsthal, afgelopen zaterdag

Zoals verwacht was het auditorium van de Kunsthal afgelopen zaterdagmiddag tot de nok toe gevuld. Een uitnodiging om een vernissage bij te wonen van Jan des Bouvrie, laat zich nu eenmaal niet gauw afslaan. Per slot van rekening wil iedereen weleens proeven van het goede leven. Bovendien was er nog een trekker in de persoon van Gert Jan Dröge die de opening verrichtte. Dat levert steevast een paar kwinkslagen op plus een kans dat je jezelf terugziet in Glamourland.

De camera stond te snorren recht tegenover de ingang, zodat iedereen met zijn beste gezicht de zaal betrad. Zoals het een mega-happening betaamt, hing voorin een videoscherm waarop de sprekers ook voor de mensen achterin goed zichtbaar waren. ,,We hebben een tentoonstelling ingericht vanwege zijn invloed op het Nederlandse interieur”, begon Wim van Krimpen, directeur van de Kunsthal. Bovendien, voegde hij eraan toe, is Des Bouvrie een verzamelaar van moderne kunst. Toen werd hij persoonlijk en ontboezemde dat hij hem al ‘levenslang’ kent. Nogmaals, waarom deze tentoonstelling? ,,Jan is gewoon een ontzettend aardige man.”

Dröge deed er nog een schepje bovenop door zijn broodheer te complimenteren met het feit dat hij zijn hoofd boven het maaiveld durft uit te steken. Hij constateerde dat de pers voltallig aanwezig was, dus ook de Volkskrant en NRC Handelsblad. ,,Dat betekent dat Des Bouvrie nu door heel Nederland is geaccepteerd”, grapte hij. En voor degenen die nog niet bekend zijn met zijn werk: ,,Het is wit, niet goedkoop en je komt altijd thuis met een schilderij van Paul de Lussanet.”
Waardering

Jan des Bouvrie is ongetwijfeld een reuzegezellige man met wie het goed tafelen is. Hij is een productieve ontwerper – al zien sommige vakbroeders hem meer als stylist – die zijn nering uitzonderlijk goed aan de man weet te brengen. En waarin hij zich ook onderscheidt: hij geniet met volle teugen van zijn succes, een eigenschap die hier, ondanks de schijn van het tegendeel, steeds meer waardering geniet.

De kubusbank waarmee hij ooit de huiskamer veroverde was inderdaad een klapstuk. Een simpele bank die destijds nog geen duizend gulden kostte en ook nog lekker zit. Dat hij de kleur wit in het interieur introduceerde, toen iedereen zich vastklampte aan bruin, was nog zo’n troefkaart. Toch verklaart dat allerminst het hele succesverhaal.

De sleutel tot het geheim van zijn populariteit ligt misschien wel opgesloten in zijn naam. ‘Jan’ staat voor oerdegelijke Nederlandse kwaliteit geworteld in de traditie. ‘Des Bouvrie’ is van een Franse allure met een adellijke connotatie die vergezichten opent naar een bourgondisch leven. Het is de combinatie die het hem doet en die weerspiegeld wordt in de stijl van zijn meubelen: vierkant met ronde hoeken of modern op basis van traditie.

Des Bouvrie was de juiste man die op het juiste moment ten tonele verscheen om Nederland te bevrijden onder de klamme deken van na-oorlogse benauwdheid. Wat zijn achtergrond aangaat had hij alles mee. Doordat zijn vader een Goed Wonen-zaak runde was het verkopen en het ‘opvoeden’ hem met de paplepel ingegoten. De Rietveldacademie die hij bezocht deed vervolgens het zaadje, dat op deze vruchtbare akker was terechtgekomen, snel ontkiemen.
Opzien

In de Kunsthal zijn twee zij-verdiepingen voor zijn meubels vrijgemaakt. Tijdens de bezichtiging liepen de genodigden in een lange processie langs de witte chaise longue en het lampje op wielen. Opvallend genoeg bleef niemand erbij stilstaan. De meubelstukken van Des Bouvrie zijn zo bekend en vertrouwd dat ze nauwelijks opzien baren. Het enige verschil met de showroom waar de modellen doorgaans staan opgesteld, is dat in de Kunsthal het prijskaartje ontbreekt.

Al toen hij 21 jaar was had hij de bijnaam Jan des Copies. Hij schijnt een onbekommerde geest dus ook daar maalt hij niet om. Wat behelst creativiteit immers mèèr dan het combineren van verschillende zaken die er al zijn? Daarom geen wanklank bij de fauteuil Lotus waarvan de sierlijk ronde chroombuis die de armleuning vormt, ontleend lijkt aan het idioom van Rietveld. Ook al rept hij zelf van een heel andere inspiratiebron. ,,De ultieme perfectie van vorm is volgens mij te vinden in een Porsche. Er is geen moment waarop je beeld wordt verstoord als je er omheen loopt. Alles is rond.”

Zonder Jan des Bouvrie hadden we nog steeds in plaggenhutten gewoond, laat dat duidelijk zijn. Niet iedereen is tenslotte gezegend met het talent om eigenhandig een woning in te richten. Om de consument een handje te helpen, is hij niet te beroerd om adviezen en tips uit te delen, onder andere verwoord en gevisualiseerd in het Interieur-adviesboek, ,,een boek over prettig wonen met je eigen meubelen in je eigen sfeer.”

Jan des Bouvrie is de personificatie van de nieuwe Nederlander die heeft afgerekend met het calvinisme en vrijelijk doet waarhij zin in heeft. Dat hij de traditionele gezelligheid van een modern jasje heeft voorzien is wat dat betreft bijna bijzaak. Deze expositie is de eerste stap om deze erflater van de laat-twintigste eeuw bij te zetten in het Pantheon. Als hij zich nu nog wat moeite getroost om een paar stoelen te ontwerpen die niet zo lekker zitten, dan leidt de volgende stap misschien wel naar het museum.

De tentoonstelling ‘Jan des Bouvrie, Ontwerper’ is nog t/m 26 januari te bezichtigen in de Kunsthal.

Mannus van der Laan