Opinie

De nieuwe bewoners van de oude haven

Oude havengebieden krijgen overal nieuwe bestemmingen. De samenstellers van ‘Het Kerend Tij’ vragen aandacht voor de rol van de gebruikers.

Veel oude haventerreinen hebben na de oorlog hun functie verloren. Reusachtige pakhuizen en silo’s kwamen leeg te staan. Kranen roestten weg op verlaten kades. Spoorrails werden door onkruid overwoekerd. Waar scheepsgetoeter en stoomgefluit ooit klankrijk getuigden van de bedrijvigheid, staken de dukdalven voortaan eenzaam boven het water uit. Wanneer donkere wolken laag overdreven en de wind door de kapotte ramen van een loods gierde, kon het er zowaar ouderwets spoken.

Dergelijke industriële wastelands bevinden zich in bijna alle traditionele havensteden van het westelijk halfrond. Hoewel de haventerreinen vaak tegen de stadscentra aanschurken, hadden de bewoners die er niet werkten er weinig te zoeken. In sommige steden was het hen zelfs verboden het gebied te betreden. Om roof en smokkel tegen te gaan, zijn in Liverpool en Dublin rond de dokken metershoge muren opgetrokken.


2 Illustratie Victor Lemstra (
Klik voor grotere foto)

‘Het Kerend Tij’ gaat in op de revitalisering van acht havengebieden in Noord-West Europa, al gaat verreweg de meeste aandacht uit naar Amsterdam. Gezien de achtergrond van de initiatiefnemers van het boek is dat niet vreemd. Evenals de uitgever komen de auteurs Peti Buchel en Bert Hogervorst uit Het Veem aan de Amsterdamse Van Diemenstraat. Dit pakhuis werd in 1980 – het jaar van ‘Geen woning, geen kroning’ – gekraakt. De nieuwkomers knapten het grondig op en sindsdien is deze waterburcht een uiterst gewild woonwerkpand.

Verlaten havengebieden hebben altijd als een magneet gewerkt op mensen die zich niet kunnen vinden in het burgermansideaal van het rijtjeshuis. Lang voordat projectontwikkelaars zich ontfermden over de Docklands in Londen of Louis van Gaal een maisonnette betrok in Emerald Empire op de kop van het KNSM-eiland, hadden kunstenaars er ateliers, muzikanten er oefenruimtes en stadsnomaden er hun caravans geplaatst. Het waren vrijstaten voor alternativo’s en paria’s, met als meest beruchte voorbeeld Christiania in Kopenhagen, dat na ruim een kwart eeuw nog steeds bestaat.

De prachtige zwart-wit foto’s in het boek van Willem Vermaase van de bakstenen gebouwen rond het Albert Dock in Liverpool tonen een ander beeld dan het verkommerde Christiania. Het overgerestaureerde havengebied is een typisch product van publiek-private samenwerking, waarbij de markt het programma bepaalt. De auteurs van het boek verzetten zich daar tegen. Zij vinden dat de gebruikers van gekraakte pakhuizen – zoals de graansilo’s aan het IJ, Vrieshuis Amerika en pakhuis Wilhelmina op de Oostelijke Handelskade – recht hebben op inspraak. Een late noodkreet, want degemeentelijke plannen voor appartementenbouw zijn in een vergevorderd stadium.

Iedere grote stad heeft plekken nodig waar mensen kunnen experimenteren met leven en werk. Het freaky veganistische restaurant in het ketelhuis van de Silo en het Indoor Skatepark in Vrieshuis Amerika plus de danceparties en andere culturele activiteiten die er plaatsvinden, zijn een welkome aanvulling op het Leidse Plein-vermaak. Dat pleit ervoor dat projectontwikkelaars het niet alleen voor het zeggen moeten krijgen. Het plaatje heeft echter ook een andere kant. Wie wil immers niet voor een habbekrats in een antiek pakhuis met uitzicht over het water wonen?

De ‘Vemers’ hanteren voor hun eigen gebouw een strikt toelatingsbeleid. Mensen van vergelijkbare achtergrond en met dezelfde idealen genieten de voorkeur. De auteurs maken er gewag van dat de Vemers niet alleen hoogopgeleid zijn maar ook ‘gezagsgetrouw’. De goegemeente moest eens denken! De krakers van het eerste uur, zogeheten ‘oerkrakers’, zitten inmiddels hoog en droog in hun burcht. Het uitzicht schijnt goed te bevallen. Laten we hopen dat de pakhuizen nog lang in hun oude luister blijven staan. Maar ook dat de Vemers met hun ‘groepsprocessen’ en ‘complete maatschappelijke visies’ hier nooit aan de macht zullen komen.

‘Het Kerend Tij’ is uitgegeven door De Appelbloesem Pers (020-6258859), prijs 49,50 gulden, ISBN 90 70459 15 9.

Veel oude haventerreinen hebben na de oorlog hun functie verloren. Reusachtige pakhuizen en silo’s kwamen leeg te staan. Kranen roestten weg op verlaten kades. Spoorrails werden door onkruid overwoekerd. Waar scheepsgetoeter en stoomgefluit ooit klankrijk getuigden van de bedrijvigheid, staken de dukdalven voortaan eenzaam boven het water uit. Wanneer donkere wolken laag overdreven en de wind door de kapotte ramen van een loods gierde, kon het er zowaar ouderwets spoken.

Dergelijke industriële wastelands bevinden zich in bijna alle traditionele havensteden van het westelijk halfrond. Hoewel de haventerreinen vaak tegen de stadscentra aanschurken, hadden de bewoners die er niet werkten er weinig te zoeken. In sommige steden was het hen zelfs verboden het gebied te betreden. Om roof en smokkel tegen te gaan, zijn in Liverpool en Dublin rond de dokken metershoge muren opgetrokken.


2 Illustratie Victor Lemstra (
Klik voor grotere foto)

‘Het Kerend Tij’ gaat in op de revitalisering van acht havengebieden in Noord-West Europa, al gaat verreweg de meeste aandacht uit naar Amsterdam. Gezien de achtergrond van de initiatiefnemers van het boek is dat niet vreemd. Evenals de uitgever komen de auteurs Peti Buchel en Bert Hogervorst uit Het Veem aan de Amsterdamse Van Diemenstraat. Dit pakhuis werd in 1980 – het jaar van ‘Geen woning, geen kroning’ – gekraakt. De nieuwkomers knapten het grondig op en sindsdien is deze waterburcht een uiterst gewild woonwerkpand.

Verlaten havengebieden hebben altijd als een magneet gewerkt op mensen die zich niet kunnen vinden in het burgermansideaal van het rijtjeshuis. Lang voordat projectontwikkelaars zich ontfermden over de Docklands in Londen of Louis van Gaal een maisonnette betrok in Emerald Empire op de kop van het KNSM-eiland, hadden kunstenaars er ateliers, muzikanten er oefenruimtes en stadsnomaden er hun caravans geplaatst. Het waren vrijstaten voor alternativo’s en paria’s, met als meest beruchte voorbeeld Christiania in Kopenhagen, dat na ruim een kwart eeuw nog steeds bestaat.

De prachtige zwart-wit foto’s in het boek van Willem Vermaase van de bakstenen gebouwen rond het Albert Dock in Liverpool tonen een ander beeld dan het verkommerde Christiania. Het overgerestaureerde havengebied is een typisch product van publiek-private samenwerking, waarbij de markt het programma bepaalt. De auteurs van het boek verzetten zich daar tegen. Zij vinden dat de gebruikers van gekraakte pakhuizen – zoals de graansilo’s aan het IJ, Vrieshuis Amerika en pakhuis Wilhelmina op de Oostelijke Handelskade – recht hebben op inspraak. Een late noodkreet, want degemeentelijke plannen voor appartementenbouw zijn in een vergevorderd stadium.

Iedere grote stad heeft plekken nodig waar mensen kunnen experimenteren met leven en werk. Het freaky veganistische restaurant in het ketelhuis van de Silo en het Indoor Skatepark in Vrieshuis Amerika plus de danceparties en andere culturele activiteiten die er plaatsvinden, zijn een welkome aanvulling op het Leidse Plein-vermaak. Dat pleit ervoor dat projectontwikkelaars het niet alleen voor het zeggen moeten krijgen. Het plaatje heeft echter ook een andere kant. Wie wil immers niet voor een habbekrats in een antiek pakhuis met uitzicht over het water wonen?

De ‘Vemers’ hanteren voor hun eigen gebouw een strikt toelatingsbeleid. Mensen van vergelijkbare achtergrond en met dezelfde idealen genieten de voorkeur. De auteurs maken er gewag van dat de Vemers niet alleen hoogopgeleid zijn maar ook ‘gezagsgetrouw’. De goegemeente moest eens denken! De krakers van het eerste uur, zogeheten ‘oerkrakers’, zitten inmiddels hoog en droog in hun burcht. Het uitzicht schijnt goed te bevallen. Laten we hopen dat de pakhuizen nog lang in hun oude luister blijven staan. Maar ook dat de Vemers met hun ‘groepsprocessen’ en ‘complete maatschappelijke visies’ hier nooit aan de macht zullen komen.

‘Het Kerend Tij’ is uitgegeven door De Appelbloesem Pers (020-6258859), prijs 49,50 gulden, ISBN 90 70459 15 9.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.