Onderwijs

De nieuwe bestuursstructuur

College van bestuur Het doorvoeren van het principe van integraal management heeft zowel consequenties op facultair als op instellingsniveau. Op centraal niveau is de bevoegdheid van het college van bestuur veranderd.

Het cvb stelt in de nieuwe organisatievorm onder meer de begroting, het instellingsplan en het bestuurs- en beheersreglement vast. De afgelopen jaren bereidde het cvb plannen en voorstellen voor, die vervolgens goedgekeurd moesten worden door de universiteitsraad.

Toch is het cvb nu niet helemaal vrij in haar doen en laten. Het kan de meeste besluiten pas doorvoeren als het advies of de instemming van de ondernemingsraad en/of de studentenraad is verkregen. Over de begroting moet het college bijvoorbeeld advies inwinnen bij de studentenraad. En voor onder meer het instellingsplan en het bestuurs- en beheersreglement wordt in gezamenlijke vergaderingen de instemming van de studentenraad én de ondernemingsraad gevraagd.

Staf college van bestuur

De afgelopen periode werden veel ondersteunende diensten voor de instelling als geheel of de afzonderlijke faculteiten verleend door de 253,4 fte (fulltime equivalent – voltijdsbaan) van het hoofdbureau. Een deel van deze taken wordt gedelegeerd naar de clusters en naar het Bedrijven Service Centrum, het Studenten Service Centrum en het Universitair Service Centrum.

De taak van de ondersteuning van het cvb is ondergebracht in de staf. Deze bestaat uit 50 fte en vormt de ondersteuning en de denktank van het college.

Raad van toezicht

Sinds mei 1997 heeft de TU Delft een raad van toezicht. Deze benoemt de leden van het college van bestuur. Daarnaast heeft de raad ook het goedkeuringsrecht over onder meer de begroting, het instellingsplan en het bestuurs- en beheersreglement. Een besluit dat geaccepteerd is door de or en de studentenraad moet aan het eind van de procedure ter goedkeuring aan de raad van toezicht worden voorgelegd.

De ondernemingsraad

Door het invoeren van de MUB verdwijnen de universiteitsraad, de faculteitsraden en de medezeggenschapscommissies. Hiervoor in de plaats komen onder meer de studentenraad – op instellings- en faculteitsniveau – , de ondernemingsraad en de onderdeelcommissies. De ondernemingsraad (or) van de TU Delft bestaat uit 21 leden: 11 leden van het ondersteunend en beheerspersoneel en 10 medewerkers van de wetenschappelijke staf. De ondernemingsraad stelt onderdeelcommissies in voor de faculteiten en diensten. De or moet de komende periode beslissen of de leden van onderdeelcommissie gekozen en/of benoemd worden.

De bevoegdheden van de or vallen in vier categorieën uiteen. Allereerst heeft de raad het adviesrecht. Het cvb vraagt hem om advies bij besluiten over financiële enbedrijfsorganisatorische kwesties zoals bezuinigingen en organisatie. Als het cvb het advies niet opvolgt, kan de or in beroep gaan bij de Ondernemingskamer van de rechtbank van Amsterdam.

Het instemmingsrecht houdt in dat de or moet instemmen met besluiten over sociale kwesties en personeelsaangelegenheden, die niet in de cao zijn geregeld. Mocht de or het niet eens zijn met een besluit dan kan het cvb dat niet uitvoeren, tenzij ze toestemming bij de rechter gaat halen.

De rechten van de or zijn niet beperkt tot uitsluitend reageren op beleid. De ondernemingsraad heeft ook initiatiefrecht. Dat houdt in dat de raad zelf met voorstellen kan komen op het gebied van alle sociale, organisatorische, financiële en economische zaken die de universiteit betreffen. Verder heeft de or informatierecht. Het cvb moet de or voorzien van alle informatie die deze denkt nodig te hebben bij het goed uitvoeren van zijn taak.

De eerste zittingstermijn van de or is twee jaar. Na deze periode bekijkt het cvb of deze wijze van inspraak aan de verwachtingen voldoet.

Studentenraad

Op 3 juni 1997 hebben de studenten hun vertegenwoordigers gekozen voor de studentenraad op instellingsniveau en bij de faculteiten. De sr op centraal niveau heeft onder meer het adviesrecht over de begroting. Ook adviseert de sr over aangelegenheden betreffende het voortbestaan en de goede gang van zaken binnen de universiteit.

Verder heeft de sr het instemmingsrecht over het studentenstatuut, de afstudeerregeling, keuze uit medezeggenschapsstelsels en het reglement van de sr. Ook wordt de sr vertrouwelijk gehoord over benoeming of ontslag van een lid van het college van bestuur of van een lid van de raad van toezicht. Bovendien moet het cvb de studentenraad alle inlichtingen verschaffen die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft.

Raad van hoogleraren

De raad van hoogleraren adviseert het cvb over de kwaliteitszorg van de wetenschappelijke staf en het wetenschappelijk onderzoek. Hij adviseert het cvb over de aanstelling van hoogleraren.

College voor promoties

Dit college, bestaande uit hoogleraren, is verantwoordelijk voor de promoties bij de TU en de eredoctoraten.

Groepsraad

Om goed op te hoogte te blijven van elkaars plannen en besluiten komen de decanen en het cvb bij elkaar in de zogenaamde groepsraad. Deze groepsraad is vooral bedoeld als gespreksplatform voor het cvb en de decanen.

De groepsraad is een orgaan dat niet in de MUB voorkomt. In de groepsraad worden de komende maanden afspraken gemaakt over de onderwerpen die behandeld zullen worden.

Centra diensten

Hierin worden verschillende ondersteunende dienstenondergebracht, zoals het Bedrijven Service Centrum (BSC) en het Studenten Service Centrum (SSC). Het BSC heeft als voornaamste taak een schakel te zijn tussen de wetenschap en het bedrijfsleven. Medewerkers houden in de gaten welke kennis, ontwikkeld aan de TU, aan het bedrijfsleven verkocht kan worden.

In het SSC zijn onder meer ondergebracht het studentenadviesbureau en de centrale studentenadministratie. Een student kan voortaan bij het SSC terecht voor verschillende diensten en uiteenlopende vragen.

Adviesraad voor het Technologiebeleid TU Delft (ARTD)

De ARTD, opgericht in 1994, bestaat uit hoogleraren van de TU en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en de overheid. De raad adviseert het cvb over keuzen op technologiebeleid op basis van toekomstverkenningen naar technologische en maatschappelijke ontwikkelingen.

In 1996 heeft de ARTD tien multidisciplinaire technologiethema’s geselecteerd, die nu de speerpunten vormen voor het technologiebeleid van de TU voor de komende jaren.

Begeleiding toepassing allocatiemodel (BTA)

De TU heeft voor outputfinanciering gekozen. Dit betekent dat de faculteiten betaald krijgen voor de resultaten die ze leveren, zoals bijvoorbeeld het aantal wetenschappelijke publicaties en afgestudeerde ingenieurs. Om te voorkomen dat het streven naar meer output ten koste gaat van de kwaliteit is de BTA ingesteld. Deze bestaat uit een groep hoogleraren, die de output ‘weegt’ en bekijkt wat wel en niet meetelt bij de outputfinanciering. Zo nodig adviseert de BTA over aanpassing van het allocatiemodel.

Adviescommissie Kwaliteitszorg Onderwijs (AKO)

Alle clusters bewaken zorgvuldig de kwaliteit van hun onderwijs. Hiervoor hanteren ze verschillende kwaliteitssystemen. De AKO bestaat sinds 1996 en heeft het voornemen om deze kwaliteitszorgsystemen te bekijken, analyseren en evalueren samen met de faculteiten. Daarnaast adviseert de AKO het cvb over de effectiviteit van deze systemen. De AKO bestaat uit hoogleraren, studenten en twee externe leden.

Het doorvoeren van het principe van integraal management heeft zowel consequenties op facultair als op instellingsniveau. Op centraal niveau is de bevoegdheid van het college van bestuur veranderd. Het cvb stelt in de nieuwe organisatievorm onder meer de begroting, het instellingsplan en het bestuurs- en beheersreglement vast. De afgelopen jaren bereidde het cvb plannen en voorstellen voor, die vervolgens goedgekeurd moesten worden door de universiteitsraad.

Toch is het cvb nu niet helemaal vrij in haar doen en laten. Het kan de meeste besluiten pas doorvoeren als het advies of de instemming van de ondernemingsraad en/of de studentenraad is verkregen. Over de begroting moet het college bijvoorbeeld advies inwinnen bij de studentenraad. En voor onder meer het instellingsplan en het bestuurs- en beheersreglement wordt in gezamenlijke vergaderingen de instemming van de studentenraad én de ondernemingsraad gevraagd.

Staf college van bestuur

De afgelopen periode werden veel ondersteunende diensten voor de instelling als geheel of de afzonderlijke faculteiten verleend door de 253,4 fte (fulltime equivalent – voltijdsbaan) van het hoofdbureau. Een deel van deze taken wordt gedelegeerd naar de clusters en naar het Bedrijven Service Centrum, het Studenten Service Centrum en het Universitair Service Centrum.

De taak van de ondersteuning van het cvb is ondergebracht in de staf. Deze bestaat uit 50 fte en vormt de ondersteuning en de denktank van het college.

Raad van toezicht

Sinds mei 1997 heeft de TU Delft een raad van toezicht. Deze benoemt de leden van het college van bestuur. Daarnaast heeft de raad ook het goedkeuringsrecht over onder meer de begroting, het instellingsplan en het bestuurs- en beheersreglement. Een besluit dat geaccepteerd is door de or en de studentenraad moet aan het eind van de procedure ter goedkeuring aan de raad van toezicht worden voorgelegd.

De ondernemingsraad

Door het invoeren van de MUB verdwijnen de universiteitsraad, de faculteitsraden en de medezeggenschapscommissies. Hiervoor in de plaats komen onder meer de studentenraad – op instellings- en faculteitsniveau – , de ondernemingsraad en de onderdeelcommissies. De ondernemingsraad (or) van de TU Delft bestaat uit 21 leden: 11 leden van het ondersteunend en beheerspersoneel en 10 medewerkers van de wetenschappelijke staf. De ondernemingsraad stelt onderdeelcommissies in voor de faculteiten en diensten. De or moet de komende periode beslissen of de leden van onderdeelcommissie gekozen en/of benoemd worden.

De bevoegdheden van de or vallen in vier categorieën uiteen. Allereerst heeft de raad het adviesrecht. Het cvb vraagt hem om advies bij besluiten over financiële enbedrijfsorganisatorische kwesties zoals bezuinigingen en organisatie. Als het cvb het advies niet opvolgt, kan de or in beroep gaan bij de Ondernemingskamer van de rechtbank van Amsterdam.

Het instemmingsrecht houdt in dat de or moet instemmen met besluiten over sociale kwesties en personeelsaangelegenheden, die niet in de cao zijn geregeld. Mocht de or het niet eens zijn met een besluit dan kan het cvb dat niet uitvoeren, tenzij ze toestemming bij de rechter gaat halen.

De rechten van de or zijn niet beperkt tot uitsluitend reageren op beleid. De ondernemingsraad heeft ook initiatiefrecht. Dat houdt in dat de raad zelf met voorstellen kan komen op het gebied van alle sociale, organisatorische, financiële en economische zaken die de universiteit betreffen. Verder heeft de or informatierecht. Het cvb moet de or voorzien van alle informatie die deze denkt nodig te hebben bij het goed uitvoeren van zijn taak.

De eerste zittingstermijn van de or is twee jaar. Na deze periode bekijkt het cvb of deze wijze van inspraak aan de verwachtingen voldoet.

Studentenraad

Op 3 juni 1997 hebben de studenten hun vertegenwoordigers gekozen voor de studentenraad op instellingsniveau en bij de faculteiten. De sr op centraal niveau heeft onder meer het adviesrecht over de begroting. Ook adviseert de sr over aangelegenheden betreffende het voortbestaan en de goede gang van zaken binnen de universiteit.

Verder heeft de sr het instemmingsrecht over het studentenstatuut, de afstudeerregeling, keuze uit medezeggenschapsstelsels en het reglement van de sr. Ook wordt de sr vertrouwelijk gehoord over benoeming of ontslag van een lid van het college van bestuur of van een lid van de raad van toezicht. Bovendien moet het cvb de studentenraad alle inlichtingen verschaffen die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft.

Raad van hoogleraren

De raad van hoogleraren adviseert het cvb over de kwaliteitszorg van de wetenschappelijke staf en het wetenschappelijk onderzoek. Hij adviseert het cvb over de aanstelling van hoogleraren.

College voor promoties

Dit college, bestaande uit hoogleraren, is verantwoordelijk voor de promoties bij de TU en de eredoctoraten.

Groepsraad

Om goed op te hoogte te blijven van elkaars plannen en besluiten komen de decanen en het cvb bij elkaar in de zogenaamde groepsraad. Deze groepsraad is vooral bedoeld als gespreksplatform voor het cvb en de decanen.

De groepsraad is een orgaan dat niet in de MUB voorkomt. In de groepsraad worden de komende maanden afspraken gemaakt over de onderwerpen die behandeld zullen worden.

Centra diensten

Hierin worden verschillende ondersteunende dienstenondergebracht, zoals het Bedrijven Service Centrum (BSC) en het Studenten Service Centrum (SSC). Het BSC heeft als voornaamste taak een schakel te zijn tussen de wetenschap en het bedrijfsleven. Medewerkers houden in de gaten welke kennis, ontwikkeld aan de TU, aan het bedrijfsleven verkocht kan worden.

In het SSC zijn onder meer ondergebracht het studentenadviesbureau en de centrale studentenadministratie. Een student kan voortaan bij het SSC terecht voor verschillende diensten en uiteenlopende vragen.

Adviesraad voor het Technologiebeleid TU Delft (ARTD)

De ARTD, opgericht in 1994, bestaat uit hoogleraren van de TU en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en de overheid. De raad adviseert het cvb over keuzen op technologiebeleid op basis van toekomstverkenningen naar technologische en maatschappelijke ontwikkelingen.

In 1996 heeft de ARTD tien multidisciplinaire technologiethema’s geselecteerd, die nu de speerpunten vormen voor het technologiebeleid van de TU voor de komende jaren.

Begeleiding toepassing allocatiemodel (BTA)

De TU heeft voor outputfinanciering gekozen. Dit betekent dat de faculteiten betaald krijgen voor de resultaten die ze leveren, zoals bijvoorbeeld het aantal wetenschappelijke publicaties en afgestudeerde ingenieurs. Om te voorkomen dat het streven naar meer output ten koste gaat van de kwaliteit is de BTA ingesteld. Deze bestaat uit een groep hoogleraren, die de output ‘weegt’ en bekijkt wat wel en niet meetelt bij de outputfinanciering. Zo nodig adviseert de BTA over aanpassing van het allocatiemodel.

Adviescommissie Kwaliteitszorg Onderwijs (AKO)

Alle clusters bewaken zorgvuldig de kwaliteit van hun onderwijs. Hiervoor hanteren ze verschillende kwaliteitssystemen. De AKO bestaat sinds 1996 en heeft het voornemen om deze kwaliteitszorgsystemen te bekijken, analyseren en evalueren samen met de faculteiten. Daarnaast adviseert de AKO het cvb over de effectiviteit van deze systemen. De AKO bestaat uit hoogleraren, studenten en twee externe leden.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.