Opinie

De natte droom van ware wetenschappers

In de vierde roman van Yves Petry vindt een wiskundige misantroop een machine uit die de mensheid overbodig maakt. “De hel, dat zijn de anderen”, schreef filosoof Jean-Paul Sartre in ‘Met gesloten deuren’.

Het zou de lijfspreuk van Gram Goetleven, hoofdpersoon in ‘De achterblijver’, kunnen zijn. Deze wiskundige heeft genoeg van het eeuwige gekonkel van de mensheid. Er is maar een manier om van de mensheid af te komen: mensen uitroeien en opnieuw beginnen. Daarvoor bedenkt hij bij zijn computertechnologiebedrijf de oplossing: ‘Baby’, een machine.

De Vlaamse schrijver Yves Petry, die wiskunde en filosofie studeerde, legt in zijn vierde roman de nadruk op de waanzin van zijn hoofdpersoon. De lezer zit in het hoofd van misantroop Goetleven en neemt via zijn cynische blik de wereld waar en dat levert fascinerende beelden op.

Het boek gaat over de weken voor een congres in het Texaanse Austin. Gram moet daar de openingslezing verzorgen. Voor het eerst zal hij de wereld kennis laten maken met Baby. “De toekomst zal een toekomst zonder vaders zijn en bijgevolg een toekomst zonder kinderen”, mijmert Gram. “Het zal een millennium worden van pure intelligentie die alleen maar intelligente manieren kent om zich te handhaven of voort te planten. Wat geen betekenis heeft, zal geen betekenis krijgen.”

Dat is, volgens Gram, de natte droom van ware wetenschappers. Alles draait om objectieve vooruitgang, niet langer om zoiets triviaals als emotie. Ook individualiteit is passé. “Baby hoeft nergens in te geloven om te handelen. Zijn activiteit berust niet op een identiteit. Hij handelt louter uit kracht, de kracht tot analyseren en manipuleren.”

Gram kan niet wachten om zijn lezing uit te spreken en heeft een enorm bord voor zijn kop. Kortzichtig als hij is, begrijpt hij niet dat de mensen niet op hun eigen Waterloo zitten te wachten.

Maar al snel wordt Gram van zijn grote plannen afgeleid. Net als hij de eerste letters van zijn lezing op papier wil zetten, krijgt hij bericht dat zijn vader, ingenieur Zak Goetleven, is overleden. Hij moet de begrafenis regelen. Gram en zijn vader konden het nooit goed met elkaar vinden. Zak deed zijn naam eer aan: hij vernederde vrouwen met een satanisch genoegen. Na zijn pensioen maakte hij vooral erotische snoepreisjes naar Cuba.

Yves Petry werd door recensenten al vergeleken met het Franse enfant terrible Michel Houellebecq. En daar doet de stijl en het onderwerp van het begin van de roman sterk aan denken. Net als de hoofdpersoon in ‘Platform’ van Houellebecq, verblijft Gram een tijdje na het overlijden van zijn vader in diens woning. In het laatste futuristische boek van Houellebecq ‘Mogelijkheid van een eiland’ hebben de klonen uit het boek weinig gevoel. Daarnaast komt de nihilistische levensvisie van Gram met de hoofdpersonen uit de boeken van de Franse romancier overeen.

De dood van vader Zak doet Gram dan ook helemaal niets. “Toen het ziekenhuis mij zijn overlijden meldde, liet ik weten dat er wat mij of wie dan ook betrof onmiddellijk tot kisten mocht worden overgegaan. […] Dat ik met de helft van zijn chromosomen op zak in het verlengde van zijn kiembaan was geprojecteerd, wilde ik nu naar aanleiding van zijn dood niet opblazen tot een buitengewoon betekenisvol feit.”

Natuurlijk loopt Gram, ondanks zijn bravoure, in zeven sloten tegelijk. Na de begrafenis haast harteloze Gram zich naar het vliegveld om nog op tijd te zijn voor de openingsspeech. Hij verwacht daar zijn held, afdelingshoofd en bedenker van Baby dr. Benjamin Miami, aan te treffen. Maar hij is er niet. In plaats daarvan staat bij de incheckbalie zijn angst-gegner: carrièrevrouw Valeria. Dan stort het ongeluk zich uit over Gram. Hoog in de lucht. Letterlijk neerkijkend op de mensheid, die hij zo haat.

Met bloemrijke en cynische zinnen, zet Petry Gram Goetleven overtuigend neer als zonderlinge sarcast. Het maakt meeleven met Gram moeilijk. Maar dat maakt hem des te meer fascinerend. Petry beschrijft de ondergang van Gram hilarisch en beklemmend. Dat maakt het boek zo goed: Petry weet perfect te doceren tussen de grap en de vaak pijnlijke werkelijkheid van Grams leven. ‘De Achterblijver’ is daardoor niet alleen overtuigend, maar ook een van de beste romans van dit jaar.

Yves Petry, ‘De Achterblijver’, 286 p., De Bezige Bij, 18,90 euro.

“De hel, dat zijn de anderen”, schreef filosoof Jean-Paul Sartre in ‘Met gesloten deuren’. Het zou de lijfspreuk van Gram Goetleven, hoofdpersoon in ‘De achterblijver’, kunnen zijn. Deze wiskundige heeft genoeg van het eeuwige gekonkel van de mensheid. Er is maar een manier om van de mensheid af te komen: mensen uitroeien en opnieuw beginnen. Daarvoor bedenkt hij bij zijn computertechnologiebedrijf de oplossing: ‘Baby’, een machine.

De Vlaamse schrijver Yves Petry, die wiskunde en filosofie studeerde, legt in zijn vierde roman de nadruk op de waanzin van zijn hoofdpersoon. De lezer zit in het hoofd van misantroop Goetleven en neemt via zijn cynische blik de wereld waar en dat levert fascinerende beelden op.

Het boek gaat over de weken voor een congres in het Texaanse Austin. Gram moet daar de openingslezing verzorgen. Voor het eerst zal hij de wereld kennis laten maken met Baby. “De toekomst zal een toekomst zonder vaders zijn en bijgevolg een toekomst zonder kinderen”, mijmert Gram. “Het zal een millennium worden van pure intelligentie die alleen maar intelligente manieren kent om zich te handhaven of voort te planten. Wat geen betekenis heeft, zal geen betekenis krijgen.”

Dat is, volgens Gram, de natte droom van ware wetenschappers. Alles draait om objectieve vooruitgang, niet langer om zoiets triviaals als emotie. Ook individualiteit is passé. “Baby hoeft nergens in te geloven om te handelen. Zijn activiteit berust niet op een identiteit. Hij handelt louter uit kracht, de kracht tot analyseren en manipuleren.”

Gram kan niet wachten om zijn lezing uit te spreken en heeft een enorm bord voor zijn kop. Kortzichtig als hij is, begrijpt hij niet dat de mensen niet op hun eigen Waterloo zitten te wachten.

Maar al snel wordt Gram van zijn grote plannen afgeleid. Net als hij de eerste letters van zijn lezing op papier wil zetten, krijgt hij bericht dat zijn vader, ingenieur Zak Goetleven, is overleden. Hij moet de begrafenis regelen. Gram en zijn vader konden het nooit goed met elkaar vinden. Zak deed zijn naam eer aan: hij vernederde vrouwen met een satanisch genoegen. Na zijn pensioen maakte hij vooral erotische snoepreisjes naar Cuba.

Yves Petry werd door recensenten al vergeleken met het Franse enfant terrible Michel Houellebecq. En daar doet de stijl en het onderwerp van het begin van de roman sterk aan denken. Net als de hoofdpersoon in ‘Platform’ van Houellebecq, verblijft Gram een tijdje na het overlijden van zijn vader in diens woning. In het laatste futuristische boek van Houellebecq ‘Mogelijkheid van een eiland’ hebben de klonen uit het boek weinig gevoel. Daarnaast komt de nihilistische levensvisie van Gram met de hoofdpersonen uit de boeken van de Franse romancier overeen.

De dood van vader Zak doet Gram dan ook helemaal niets. “Toen het ziekenhuis mij zijn overlijden meldde, liet ik weten dat er wat mij of wie dan ook betrof onmiddellijk tot kisten mocht worden overgegaan. […] Dat ik met de helft van zijn chromosomen op zak in het verlengde van zijn kiembaan was geprojecteerd, wilde ik nu naar aanleiding van zijn dood niet opblazen tot een buitengewoon betekenisvol feit.”

Natuurlijk loopt Gram, ondanks zijn bravoure, in zeven sloten tegelijk. Na de begrafenis haast harteloze Gram zich naar het vliegveld om nog op tijd te zijn voor de openingsspeech. Hij verwacht daar zijn held, afdelingshoofd en bedenker van Baby dr. Benjamin Miami, aan te treffen. Maar hij is er niet. In plaats daarvan staat bij de incheckbalie zijn angst-gegner: carrièrevrouw Valeria. Dan stort het ongeluk zich uit over Gram. Hoog in de lucht. Letterlijk neerkijkend op de mensheid, die hij zo haat.

Met bloemrijke en cynische zinnen, zet Petry Gram Goetleven overtuigend neer als zonderlinge sarcast. Het maakt meeleven met Gram moeilijk. Maar dat maakt hem des te meer fascinerend. Petry beschrijft de ondergang van Gram hilarisch en beklemmend. Dat maakt het boek zo goed: Petry weet perfect te doceren tussen de grap en de vaak pijnlijke werkelijkheid van Grams leven. ‘De Achterblijver’ is daardoor niet alleen overtuigend, maar ook een van de beste romans van dit jaar.

Yves Petry, ‘De Achterblijver’, 286 p., De Bezige Bij, 18,90 euro.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.