Wetenschap

De Master: Roy Heijnsdijk

De Erasmusbrug: statig torent hij boven de Rotterdamse skyline uit. Elke stad wil wel zo’n iconisch bouwwerk. Maar hoeveel is dat eigenlijk waard?​ Een mooi onderzoek voor Roy Heijnsdijk (24), die net ging afstuderen bij Techniek, Bestuur en Management.

  • Onderwerp: ‘The Iconic Value of Infrastructure Projects’
  • Eindcijfer: 8,5


“Een veelgebruikte methode in de publieke besluitvorming, vooral bij infrastructurele projecten, is de maatschappelijke kosten/batenanalyse (MKBA). Deze methode probeert de effecten van een project uit te drukken in geld. Alleen, er zíjn projecten waarvoor de baten moeilijk in geld uit te drukken zijn, terwijl dat voor de kosten relatief eenvoudig is.”


Neem de Erasmusbrug. “De gemeente bouwde hem in 1996 als verbinding tussen het centrum en Rotterdam Zuid, maar bovenal als stadsicoon. Ze koos daarom voor het duurste ontwerp; achttien miljoen euro duurder dan de alternatieven. Gelukkig wordt het nu wereldwijd gezien als een succes project, maar toen was er wel even discussie of de iconische status van die brug nou werkelijk zoveel geld waard was.” Op basis van de traditionele maatschappelijke kosten/batenanalyse zou het antwoord waarschijnlijk nee geweest zijn. “Daarin zouden conservatieve ontwerpen voor de brug hoger scoren, omdat die minder ‘ontastbare’ baten (zoals iconische waarde) hebben, maar ook minder ’tastbare’ kosten”, aldus de ingenieur.


Maar wat als je die iconische baten toch óók zou kunnen uitdrukken in geld? Dat zou dit soort projecten op een meer gelijke voet plaatsen met conservatieve projecten in de MKBA. “De iconische kosten spreken voor zich. De architect, de materialen… In mijn onderzoek heb ik geprobeerd ook de iconische baten van de Erasmusbrug uit te drukken in euro’s, door burgers – één groep Rotterdammers en één groep niet-Rotterdammers – door middel van een keuze-experiment te testen op hun betalingsbereidheid. Ik heb ze in de voeten geplaatst van de besluitvormers, een saaie brug en de Erasmusbrug onder ogen geschoven, en gevraagd: ‘Zou u bereid zijn om een bepaald bedrag te betalen om de Erasmusbrug te bouwen in plaats van de saaie brug?’


Wat bleek: de geschatte totale betalingsbereidheid van beide groepen lag tussen de 70 en 96 miljoen euro. De achttien miljoen euro die de gemeente extra besteedde aan het uiterlijk, is lager dan dat bedrag. Daaruit mag je concluderen dat de iconische waarde aanzienlijk is.”


De vraag is natuurlijk hoe betrouwbaar die uitkomsten zijn. De deelnemers wisten al dat de Erasmusbrug een icoon is geworden. Daarnaast is elk nieuw bouwwerk contextafhankelijk: als het in een omgeving komt waar al een icoon staat, is de kans op succes kleiner. ” Je dwingt mensen op deze manier om na te denken over de omvang van bouwwerken”, aldus Heijnsdijk. “Nu moeten we alleen nog bedenken hoe we die bevindingen meenemen in de besluitvorming.”


Jorinde Benner

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.