Het nieuw opgerichte Delftse bureau Next Generation Infrastuctures (NGI) onderzoekt de komende jaren hoe de Nederlandse stroommarkt georganiseerd moet worden nu volledige liberalisering voorlopig van de baan is.
Delen
Het NGI moet voor de zomer een volwassen onderzoekscentrum worden en research doen naar de organisatie van energienetwerken. Het NGI kreeg hiervoor twintig miljoen euro uit de zogeheten Bsik-pot. Grote instituten als Gasunie, Schiphol, Kema en de ministeries van Economische Zaken en Verkeer en Waterstaat nemen ook deel in het project.
Een van de studieonderwerpen vormt de vrije energiemarkt die nu anders wordt ingericht dan aanvankelijk het plan was. Netbeheerder Tennet, het overheidsorgaan voor energiebeheer krijgt vanaf 2007 zeggenschap over het hele hoofdtransportnet, alle 110-kilovoltlijnen en ook een groot deel van het 50-kilovoltnet. Het kabinet liet in zijn besluit van afgelopen maand de angst voor black-outs meewegen, die zou kunnen ontstaan wanneer een private partij door bezuinigingen het netbeheer zou verwaarlozen.
In paginagrote advertenties uitten energiemaatschappijen als Nuon hun frustraties over het besluit. Zij moeten de netten die nu nog bij henzelf in beheer zijn afstaan aan Tennet en mogen alleen nog maar stroom verkopen. “Wie doet straks het licht aan?” vroegen ze zich af. Ook uitten ze hun angst voor buitenlandse overname.
Volgens zakelijk directeur van het NGI, dr.ir. Martijn Kuit is het helemaal niet erg als een Nederlandse energiemaatschappij door een buitenlander wordt overgenomen. “Ik snap wel dat energiebedrijven absoluut niet blij zijn”, zegt hij. “Voor de levering van stroom maakt het niet uit wie het verkoopt. De leveringsbetrouwbaarheid is veel meer gebaat bij de opsplitsing tussen degene die het net beheert en de stroomleverancier. Dat is nu besloten.”
Kuit promoveerde afgelopen jaar nog bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management op marktspelletjes bij volledige liberalisering van de energiemarkt. Toen uitte hij al zijn reservering over de plannen. “Als een leverancier eigenaar is van een stuk net, zal hij andere maatschappijen benadelen die ook gebruik willen maken van zijn net. Kleinere maatschappijen met minder net in eigendom hebben dan al gauw het nakijken.”
De knip tussen leverancier en netbeheerder maakt de markt volgens hem transparanter. Controle op maatschappijen die een ander benadelen blijkt in de praktijk namelijk erg lastig te zijn. Door de knip is dit voorkomen.
Het NGI moet voor de zomer een volwassen onderzoekscentrum worden en research doen naar de organisatie van energienetwerken. Het NGI kreeg hiervoor twintig miljoen euro uit de zogeheten Bsik-pot. Grote instituten als Gasunie, Schiphol, Kema en de ministeries van Economische Zaken en Verkeer en Waterstaat nemen ook deel in het project.
Een van de studieonderwerpen vormt de vrije energiemarkt die nu anders wordt ingericht dan aanvankelijk het plan was. Netbeheerder Tennet, het overheidsorgaan voor energiebeheer krijgt vanaf 2007 zeggenschap over het hele hoofdtransportnet, alle 110-kilovoltlijnen en ook een groot deel van het 50-kilovoltnet. Het kabinet liet in zijn besluit van afgelopen maand de angst voor black-outs meewegen, die zou kunnen ontstaan wanneer een private partij door bezuinigingen het netbeheer zou verwaarlozen.
In paginagrote advertenties uitten energiemaatschappijen als Nuon hun frustraties over het besluit. Zij moeten de netten die nu nog bij henzelf in beheer zijn afstaan aan Tennet en mogen alleen nog maar stroom verkopen. “Wie doet straks het licht aan?” vroegen ze zich af. Ook uitten ze hun angst voor buitenlandse overname.
Volgens zakelijk directeur van het NGI, dr.ir. Martijn Kuit is het helemaal niet erg als een Nederlandse energiemaatschappij door een buitenlander wordt overgenomen. “Ik snap wel dat energiebedrijven absoluut niet blij zijn”, zegt hij. “Voor de levering van stroom maakt het niet uit wie het verkoopt. De leveringsbetrouwbaarheid is veel meer gebaat bij de opsplitsing tussen degene die het net beheert en de stroomleverancier. Dat is nu besloten.”
Kuit promoveerde afgelopen jaar nog bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management op marktspelletjes bij volledige liberalisering van de energiemarkt. Toen uitte hij al zijn reservering over de plannen. “Als een leverancier eigenaar is van een stuk net, zal hij andere maatschappijen benadelen die ook gebruik willen maken van zijn net. Kleinere maatschappijen met minder net in eigendom hebben dan al gauw het nakijken.”
De knip tussen leverancier en netbeheerder maakt de markt volgens hem transparanter. Controle op maatschappijen die een ander benadelen blijkt in de praktijk namelijk erg lastig te zijn. Door de knip is dit voorkomen.
Comments are closed.