Wonen naast studenten, hoe is dat? Gaat dat gepaard met een hoop overlast of vallen ze eigenlijk helemaal niet op? Mevr. Ten Hoope, Warmoezierstraat 50. Buurvrouw van het studentenhuis op nummer 54.
/em>
Mevrouw Ten Hoope woont al zo’n zestig jaar aan de Warmoezierstraat. Ze trok ooit in bij haar man en schoonouders, die oorspronkelijk in het huis ernaast woonden. Haar – inmiddels overleden – man werd er geboren, op zolder in 1918. Nu is dat een van de studentenkamers van het vijf man tellende studentenhuis.
Voordat nummer 54 een studentenhuis werd, deed mevrouw Ten Hoope af en toe huishoudelijk werk bij de echtparen die er in de loop der jaren woonden.
“Vanaf de jaren tachtig kwamen er studenten wonen”, herinnert ze zich. “Nee, ik heb geen last van ze. Een enkele keer komt een student wat lenen. Bestek voor een feestje, of een schroevendraaier, zoals laatst. Dat krijg ik altijd netjes terug, met een flesje wijn of een bosje bloemen.”
Een paar van de huidige bewoners zijn eens op haar dak geklommen, om zo via hun eigen dakraam naar binnen te klimmen. Met toestemming, verklaart mevrouw Ten Hoope. “Ze konden niet meer naar binnen, omdat ze geen sleutels bij zich hadden.”
Af en toe dreunt een harde beat het huis binnen, maar blijkbaar zijn een paar tikken op de muur voldoende om dat te laten veranderen. “Misschien komen die jongens uit een villa, maar hier is het de bebouwde kom. Daar moet je rekening houden met de buren. Er wordt nooit over gezeurd hoor, het zijn beleefde jongens. Ik heb ook een kerstkaart van ze gekregen.” (DL)
Comments are closed.