Campus

De bleekheid van Austin

Het vorige academische jaar tekende de TU Delft samenwerkingsovereenkomsten met twee Amerikaanse universiteiten: de University of Texas in Austin en de University of Michigan in Ann Arbor.

Met het Massachusetts Institute of Technology in Cambridge is een overeenkomst in de maak. Dit is het eerste van drie portretten van de Amerikaanse ‘partners’.

De Texaan mag er graag aan herinnerd worden dat zijn staat van 1836 tot 1845 een zelfstandig land was. Een groot land, wel te verstaan. Als bewijs daarvan is het Capitool in de hoofdstad Austin groter dan het federale Capitool in Washington DC. En uiteraard is er ook een grote universiteit.

De universiteit van Texas wordt al genoemd in de onafhankelijkheidsverklaring van de staat. Een van de verwijten aan de Mexicaanse regering was namelijk dat het geen goed onderwijs geregeld had in de provincie Tejas. Niettemin waren er vijf pogingen (in 1837, 1839, 1858, 1866 en 1881) voor nodig voor de universiteit in 1883 daadwerkelijk van de grond kwam. Als bruidsschat kreeg de universiteit twee miljoen acres land mee, waardoor ze meteen een van de rijkste universiteiten ter wereld werd (vooral toen er in de jaren twintig olie onder bleek te zitten).

De University of Texas at Austin is dus groot. Er studeren 48.000 studenten, er lopen 15.000 medewerkers rond en de bibliotheek heeft meer dan drie miljoen boeken. De eerlijkheid gebiedt echter te zeggen dat de campus er in al zijn grootheid toch enigszins bleekjes uitziet.

Het begint veelbelovend. Vanaf de rose koepel van het Capitool leidt een brede en groengerande weg naar het hoofdgebouw van de universiteit. Om de een of andere reden staat in Austin George Washington waar in Delft Prometheus staat. De hoofdingang achter het plein wordt nauwelijks gebruikt, maar bij de achteringang van het gebouw is het dringen. Hier moeten de dames en heren studenten zich melden om hun collegegeld te betalen.

Achter het hoofdgebouw, bekend als the Tower, strekt zich een enorme reeks gebouwen uit, die vooral opvallen door hun eenvormigheid. Een ratjetoe is het dus niet, maar de eindeloze reeks zandsteenkleurige bouwsels straalt niet bepaald inspiratie uit. Gelukkig is er het nodige groen en een fontein (waarom heeft Delft eigenlijk nog geen fontein – daar moet het cvb zich toch eens over buigen), maar dat een aantal gebouwen officieel bestand is tegen atoombommen geeft al aan dat het hier niet om frivole constructies gaat. Absoluut dieptepunt is het stadion van het Longhorn football-team, een betontempel waarvan de troosteloosheid zich niet in woorden laat uitdrukken.
Oase

Is het dan allemaal ellende? Nee, natuurlijk niet. Het service-gebouw, the Union, is een oase waar iedere andere universiteit jaloers op kan zijn. Op de begane grond bevindt zich een veelheid aan fast-food opties en een bioscoop, terwijl de verdiepingen daarboven in klassieke stijl zijn ingericht. Dat betekent veel hout, zachte vloerbedekkingen en comfortabele fauteuils – allemaal ter beschikking van studenten die willen studeren, gewoon wat lezen of televisie kijken.

Ook de andere faciliteiten zijn prima in orde. De bibliotheek is binnen het fletse jasje van absolute topkwaliteit, de universiteit heeft een theater en een concertzaal, van overal in de stad rijden gratis bussen naar de campus. Wat opvalt is de relatief geringe hoeveelheid studentenhuisvesting op de campus zelf, welgeteld één complex. Met het formaat van vier Krakeelhoven, dat wel. De prikborden hangen vol met roommate needed briefjes – een gebrek aan woonruimte is er niet in Austin.

Al die goed geoutilleerde studenten kunnen bovendien onderwijs volgen dat tot het beste in de VS hoort. Met name het College of Engineering, daterend uit 1894, kent enkele topnoteringen, zoals civiele techniek (4) en luchtvaarttechniek (8). Daarnaast leidt Texas ingenieurs op in chemie, elektrotechniek, werktuigbouw, geotechniek en biomedische toepassingen. Informatica, wiskunde en natuurkunde vallen onder het College of Natural Sciences. Verder zijn er nog de School of Architecture en twaalf andere schools en colleges in alfa- en gamma-wetenschappen. Er is bijna niets dat je niet kunt studeren in Austin.

De samenwerking met Delft is op een aantal gebieden stevig gegrondvest. Op het terrein van satellieten voor aardonderzoek, het vakgebied van rector Wakker, wordt bijvoorbeeld al twintig jaar samengewerkt. Ook in petroleum engineering en geofysica zijn reeds bestaande contacten geformaliseerd in de vorig jaar oktober getekende overeenkomst.
Tempo

Binnenkomen aan de University of Texas is trouwens niet eenvoudig: er bestaat een complexe toelatingsregeling. Wie tot de beste tien procent op de highschool behoorde, maakt de meeste kans. Ook wordt de voorkeur gegeven aan Texanen. Iedere kandidaat moet bovendien een test afleggen. Wie niet aan de minimumeisen voldoet, kan voorwaardelijk toegelaten worden, wat betekent dat een enkele onvoldoende in het eerste semester afwijzing tot gevolg heeft. Ook wie eenmaal binnen is, wordt stevig in de gaten gehouden. De universiteit stelt minimum- en maximumeisen aan het aantal gevolgde vakken per semester, en volgt ook de resultaten op de voet.

De studenten die op de campus in Austin rondlopen wekken net zo min als hun Nederlandse collega’s de indruk dat zij zwaar lijden onder al deze tempo-maatregelen. In de pauzes oogt het drukker dan tijdens de colleges, maar er zijn altijd genoeg studenten die schijnbaar weinig meer te doen hebben dan rondhangen, een pizza-slice te bestellen bij een van de stalletjes, of onder een boom de Daily Texan te lezen, de universiteitskrant die tegelijk het dagblad is van Austin (opde campus gratis, elders een kwartje). De onenigheid tussen Amerika en Irak gaat op de voorpagina moeiteloos over in de prestaties van de Longhorns de avond ervoor.

Studenten worden overigens niet geclassificeerd naar het aantal jaren dat ze op de universiteit rondhangen (x-dejaars), maar naar het aantal studiepunten dat ze verzameld hebben. Met dertig studiepunten per studiejaar ben je achtereenvolgens freshman (tot 30), sophomore (tot 60), junior (tot 90) en senior (tot afstuderen). Die studiepunten hoeven niet per se in het eigen vakgebied gehaald te worden – een techniekstudent die graag kunstvakken volgt, mag zijn gang gaan. Het aanbod is gigantisch. Zelfheling, yoga, rappen, tarotkaarten lezen, bruiloftsreportages maken, skateboarden, je kunt het allemaal leren aan de University of Texas. Voor deze echte pretvakken, waarvan er in een kleurrijk scala zo’n vijfhonderd worden aangeboden, zijn helaas geen studiepunten te verdienen. Je kunt dan weliswaar bijna alles studeren in Austin, maar er ook op afstuderen, dat gaat wat ver.

,

Het vorige academische jaar tekende de TU Delft samenwerkingsovereenkomsten met twee Amerikaanse universiteiten: de University of Texas in Austin en de University of Michigan in Ann Arbor. Met het Massachusetts Institute of Technology in Cambridge is een overeenkomst in de maak. Dit is het eerste van drie portretten van de Amerikaanse ‘partners’.

De Texaan mag er graag aan herinnerd worden dat zijn staat van 1836 tot 1845 een zelfstandig land was. Een groot land, wel te verstaan. Als bewijs daarvan is het Capitool in de hoofdstad Austin groter dan het federale Capitool in Washington DC. En uiteraard is er ook een grote universiteit.

De universiteit van Texas wordt al genoemd in de onafhankelijkheidsverklaring van de staat. Een van de verwijten aan de Mexicaanse regering was namelijk dat het geen goed onderwijs geregeld had in de provincie Tejas. Niettemin waren er vijf pogingen (in 1837, 1839, 1858, 1866 en 1881) voor nodig voor de universiteit in 1883 daadwerkelijk van de grond kwam. Als bruidsschat kreeg de universiteit twee miljoen acres land mee, waardoor ze meteen een van de rijkste universiteiten ter wereld werd (vooral toen er in de jaren twintig olie onder bleek te zitten).

De University of Texas at Austin is dus groot. Er studeren 48.000 studenten, er lopen 15.000 medewerkers rond en de bibliotheek heeft meer dan drie miljoen boeken. De eerlijkheid gebiedt echter te zeggen dat de campus er in al zijn grootheid toch enigszins bleekjes uitziet.

Het begint veelbelovend. Vanaf de rose koepel van het Capitool leidt een brede en groengerande weg naar het hoofdgebouw van de universiteit. Om de een of andere reden staat in Austin George Washington waar in Delft Prometheus staat. De hoofdingang achter het plein wordt nauwelijks gebruikt, maar bij de achteringang van het gebouw is het dringen. Hier moeten de dames en heren studenten zich melden om hun collegegeld te betalen.

Achter het hoofdgebouw, bekend als the Tower, strekt zich een enorme reeks gebouwen uit, die vooral opvallen door hun eenvormigheid. Een ratjetoe is het dus niet, maar de eindeloze reeks zandsteenkleurige bouwsels straalt niet bepaald inspiratie uit. Gelukkig is er het nodige groen en een fontein (waarom heeft Delft eigenlijk nog geen fontein – daar moet het cvb zich toch eens over buigen), maar dat een aantal gebouwen officieel bestand is tegen atoombommen geeft al aan dat het hier niet om frivole constructies gaat. Absoluut dieptepunt is het stadion van het Longhorn football-team, een betontempel waarvan de troosteloosheid zich niet in woorden laat uitdrukken.
Oase

Is het dan allemaal ellende? Nee, natuurlijk niet. Het service-gebouw, the Union, is een oase waar iedere andere universiteit jaloers op kan zijn. Op de begane grond bevindt zich een veelheid aan fast-food opties en een bioscoop, terwijl de verdiepingen daarboven in klassieke stijl zijn ingericht. Dat betekent veel hout, zachte vloerbedekkingen en comfortabele fauteuils – allemaal ter beschikking van studenten die willen studeren, gewoon wat lezen of televisie kijken.

Ook de andere faciliteiten zijn prima in orde. De bibliotheek is binnen het fletse jasje van absolute topkwaliteit, de universiteit heeft een theater en een concertzaal, van overal in de stad rijden gratis bussen naar de campus. Wat opvalt is de relatief geringe hoeveelheid studentenhuisvesting op de campus zelf, welgeteld één complex. Met het formaat van vier Krakeelhoven, dat wel. De prikborden hangen vol met roommate needed briefjes – een gebrek aan woonruimte is er niet in Austin.

Al die goed geoutilleerde studenten kunnen bovendien onderwijs volgen dat tot het beste in de VS hoort. Met name het College of Engineering, daterend uit 1894, kent enkele topnoteringen, zoals civiele techniek (4) en luchtvaarttechniek (8). Daarnaast leidt Texas ingenieurs op in chemie, elektrotechniek, werktuigbouw, geotechniek en biomedische toepassingen. Informatica, wiskunde en natuurkunde vallen onder het College of Natural Sciences. Verder zijn er nog de School of Architecture en twaalf andere schools en colleges in alfa- en gamma-wetenschappen. Er is bijna niets dat je niet kunt studeren in Austin.

De samenwerking met Delft is op een aantal gebieden stevig gegrondvest. Op het terrein van satellieten voor aardonderzoek, het vakgebied van rector Wakker, wordt bijvoorbeeld al twintig jaar samengewerkt. Ook in petroleum engineering en geofysica zijn reeds bestaande contacten geformaliseerd in de vorig jaar oktober getekende overeenkomst.
Tempo

Binnenkomen aan de University of Texas is trouwens niet eenvoudig: er bestaat een complexe toelatingsregeling. Wie tot de beste tien procent op de highschool behoorde, maakt de meeste kans. Ook wordt de voorkeur gegeven aan Texanen. Iedere kandidaat moet bovendien een test afleggen. Wie niet aan de minimumeisen voldoet, kan voorwaardelijk toegelaten worden, wat betekent dat een enkele onvoldoende in het eerste semester afwijzing tot gevolg heeft. Ook wie eenmaal binnen is, wordt stevig in de gaten gehouden. De universiteit stelt minimum- en maximumeisen aan het aantal gevolgde vakken per semester, en volgt ook de resultaten op de voet.

De studenten die op de campus in Austin rondlopen wekken net zo min als hun Nederlandse collega’s de indruk dat zij zwaar lijden onder al deze tempo-maatregelen. In de pauzes oogt het drukker dan tijdens de colleges, maar er zijn altijd genoeg studenten die schijnbaar weinig meer te doen hebben dan rondhangen, een pizza-slice te bestellen bij een van de stalletjes, of onder een boom de Daily Texan te lezen, de universiteitskrant die tegelijk het dagblad is van Austin (opde campus gratis, elders een kwartje). De onenigheid tussen Amerika en Irak gaat op de voorpagina moeiteloos over in de prestaties van de Longhorns de avond ervoor.

Studenten worden overigens niet geclassificeerd naar het aantal jaren dat ze op de universiteit rondhangen (x-dejaars), maar naar het aantal studiepunten dat ze verzameld hebben. Met dertig studiepunten per studiejaar ben je achtereenvolgens freshman (tot 30), sophomore (tot 60), junior (tot 90) en senior (tot afstuderen). Die studiepunten hoeven niet per se in het eigen vakgebied gehaald te worden – een techniekstudent die graag kunstvakken volgt, mag zijn gang gaan. Het aanbod is gigantisch. Zelfheling, yoga, rappen, tarotkaarten lezen, bruiloftsreportages maken, skateboarden, je kunt het allemaal leren aan de University of Texas. Voor deze echte pretvakken, waarvan er in een kleurrijk scala zo’n vijfhonderd worden aangeboden, zijn helaas geen studiepunten te verdienen. Je kunt dan weliswaar bijna alles studeren in Austin, maar er ook op afstuderen, dat gaat wat ver.

Het vorige academische jaar tekende de TU Delft samenwerkingsovereenkomsten met twee Amerikaanse universiteiten: de University of Texas in Austin en de University of Michigan in Ann Arbor. Met het Massachusetts Institute of Technology in Cambridge is een overeenkomst in de maak. Dit is het eerste van drie portretten van de Amerikaanse ‘partners’.

De Texaan mag er graag aan herinnerd worden dat zijn staat van 1836 tot 1845 een zelfstandig land was. Een groot land, wel te verstaan. Als bewijs daarvan is het Capitool in de hoofdstad Austin groter dan het federale Capitool in Washington DC. En uiteraard is er ook een grote universiteit.

De universiteit van Texas wordt al genoemd in de onafhankelijkheidsverklaring van de staat. Een van de verwijten aan de Mexicaanse regering was namelijk dat het geen goed onderwijs geregeld had in de provincie Tejas. Niettemin waren er vijf pogingen (in 1837, 1839, 1858, 1866 en 1881) voor nodig voor de universiteit in 1883 daadwerkelijk van de grond kwam. Als bruidsschat kreeg de universiteit twee miljoen acres land mee, waardoor ze meteen een van de rijkste universiteiten ter wereld werd (vooral toen er in de jaren twintig olie onder bleek te zitten).

De University of Texas at Austin is dus groot. Er studeren 48.000 studenten, er lopen 15.000 medewerkers rond en de bibliotheek heeft meer dan drie miljoen boeken. De eerlijkheid gebiedt echter te zeggen dat de campus er in al zijn grootheid toch enigszins bleekjes uitziet.

Het begint veelbelovend. Vanaf de rose koepel van het Capitool leidt een brede en groengerande weg naar het hoofdgebouw van de universiteit. Om de een of andere reden staat in Austin George Washington waar in Delft Prometheus staat. De hoofdingang achter het plein wordt nauwelijks gebruikt, maar bij de achteringang van het gebouw is het dringen. Hier moeten de dames en heren studenten zich melden om hun collegegeld te betalen.

Achter het hoofdgebouw, bekend als the Tower, strekt zich een enorme reeks gebouwen uit, die vooral opvallen door hun eenvormigheid. Een ratjetoe is het dus niet, maar de eindeloze reeks zandsteenkleurige bouwsels straalt niet bepaald inspiratie uit. Gelukkig is er het nodige groen en een fontein (waarom heeft Delft eigenlijk nog geen fontein – daar moet het cvb zich toch eens over buigen), maar dat een aantal gebouwen officieel bestand is tegen atoombommen geeft al aan dat het hier niet om frivole constructies gaat. Absoluut dieptepunt is het stadion van het Longhorn football-team, een betontempel waarvan de troosteloosheid zich niet in woorden laat uitdrukken.
Oase

Is het dan allemaal ellende? Nee, natuurlijk niet. Het service-gebouw, the Union, is een oase waar iedere andere universiteit jaloers op kan zijn. Op de begane grond bevindt zich een veelheid aan fast-food opties en een bioscoop, terwijl de verdiepingen daarboven in klassieke stijl zijn ingericht. Dat betekent veel hout, zachte vloerbedekkingen en comfortabele fauteuils – allemaal ter beschikking van studenten die willen studeren, gewoon wat lezen of televisie kijken.

Ook de andere faciliteiten zijn prima in orde. De bibliotheek is binnen het fletse jasje van absolute topkwaliteit, de universiteit heeft een theater en een concertzaal, van overal in de stad rijden gratis bussen naar de campus. Wat opvalt is de relatief geringe hoeveelheid studentenhuisvesting op de campus zelf, welgeteld één complex. Met het formaat van vier Krakeelhoven, dat wel. De prikborden hangen vol met roommate needed briefjes – een gebrek aan woonruimte is er niet in Austin.

Al die goed geoutilleerde studenten kunnen bovendien onderwijs volgen dat tot het beste in de VS hoort. Met name het College of Engineering, daterend uit 1894, kent enkele topnoteringen, zoals civiele techniek (4) en luchtvaarttechniek (8). Daarnaast leidt Texas ingenieurs op in chemie, elektrotechniek, werktuigbouw, geotechniek en biomedische toepassingen. Informatica, wiskunde en natuurkunde vallen onder het College of Natural Sciences. Verder zijn er nog de School of Architecture en twaalf andere schools en colleges in alfa- en gamma-wetenschappen. Er is bijna niets dat je niet kunt studeren in Austin.

De samenwerking met Delft is op een aantal gebieden stevig gegrondvest. Op het terrein van satellieten voor aardonderzoek, het vakgebied van rector Wakker, wordt bijvoorbeeld al twintig jaar samengewerkt. Ook in petroleum engineering en geofysica zijn reeds bestaande contacten geformaliseerd in de vorig jaar oktober getekende overeenkomst.
Tempo

Binnenkomen aan de University of Texas is trouwens niet eenvoudig: er bestaat een complexe toelatingsregeling. Wie tot de beste tien procent op de highschool behoorde, maakt de meeste kans. Ook wordt de voorkeur gegeven aan Texanen. Iedere kandidaat moet bovendien een test afleggen. Wie niet aan de minimumeisen voldoet, kan voorwaardelijk toegelaten worden, wat betekent dat een enkele onvoldoende in het eerste semester afwijzing tot gevolg heeft. Ook wie eenmaal binnen is, wordt stevig in de gaten gehouden. De universiteit stelt minimum- en maximumeisen aan het aantal gevolgde vakken per semester, en volgt ook de resultaten op de voet.

De studenten die op de campus in Austin rondlopen wekken net zo min als hun Nederlandse collega’s de indruk dat zij zwaar lijden onder al deze tempo-maatregelen. In de pauzes oogt het drukker dan tijdens de colleges, maar er zijn altijd genoeg studenten die schijnbaar weinig meer te doen hebben dan rondhangen, een pizza-slice te bestellen bij een van de stalletjes, of onder een boom de Daily Texan te lezen, de universiteitskrant die tegelijk het dagblad is van Austin (opde campus gratis, elders een kwartje). De onenigheid tussen Amerika en Irak gaat op de voorpagina moeiteloos over in de prestaties van de Longhorns de avond ervoor.

Studenten worden overigens niet geclassificeerd naar het aantal jaren dat ze op de universiteit rondhangen (x-dejaars), maar naar het aantal studiepunten dat ze verzameld hebben. Met dertig studiepunten per studiejaar ben je achtereenvolgens freshman (tot 30), sophomore (tot 60), junior (tot 90) en senior (tot afstuderen). Die studiepunten hoeven niet per se in het eigen vakgebied gehaald te worden – een techniekstudent die graag kunstvakken volgt, mag zijn gang gaan. Het aanbod is gigantisch. Zelfheling, yoga, rappen, tarotkaarten lezen, bruiloftsreportages maken, skateboarden, je kunt het allemaal leren aan de University of Texas. Voor deze echte pretvakken, waarvan er in een kleurrijk scala zo’n vijfhonderd worden aangeboden, zijn helaas geen studiepunten te verdienen. Je kunt dan weliswaar bijna alles studeren in Austin, maar er ook op afstuderen, dat gaat wat ver.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.