Kinderen laten leren met behulp van spelletjes is een relatief nieuw verschijnsel in onderwijsland. Industrieel ontwerper Joke Visschedijk verdient haar brood met het ontwerpen van dergelijke educatieve spellen. "Opdrachtgevers vinden het maar raar dat ik een technische achtergrond heb."
“Het bedenken van nieuwe dingen is het allerleukste aan mijn vak”, vertelt Visschedijk. “Ik mag veel testen met kinderen, krijg veel reacties en leer zelf ook nog eens veel over uiteenlopende onderwerpen als geschiedenis, ruimtelijk inzicht etcetera.”
Tijdens haar studie, toen ze middelbare scholieren bijles gaf in exacte vakken, werd ze benieuwd naar wat voor leermiddelen er zoal zijn en vooral naar de ontwerpers ervan. “Ik merkte bijvoorbeeld dat sommige kinderen nog nooit een kubus hadden gezien.”
Geboeid door hoe kinderen leren, besloot ze in Leiden het keuzevak ontwikkelings- en onderwijspsychologie te volgen. Om de stof beter te kunnen begrijpen, deed ze eerst het vak inleiding psychologie, ook in Leiden. Ze vond de stof weliswaar vrij makkelijk, maar wel erg interessant. “Ik had verwacht dat het nogal vaag zou zijn, maar het bleek juist heel wetenschappelijk, haast technisch te zijn.” Zo werd bijvoorbeeld ingegaan op hoe de hersenen werken en wat voor invloed waarnemen precies heeft op de ontwikkeling.
Als aanvulling volgde ze in Delft bij TBM het vak onderwijskunde en ze liep stage bij de technische lerarenopleiding. “Voor de tweede fase van het voortgezet onderwijs heb ik verschillende ontwerpopdrachten ontwikkeld rond het thema ontwerpen voor ouderen en gehandicapten”, zegt de IO’er. “Veel ontwerpopdrachten spraken vooral jongens aan. Ik heb daarom opdrachten bedacht die ook interessant zouden zijn voor meisjes.” Enthousiast vertelt ze over een natuurkundeleraar die in zijn klas veel meisjes had die nooit wat deden en veelal zesjes haalden. “Die man wist niet wat hij zag toen die meisjes met mijn ontwerpopdrachten aan de slag gingen. Ze waren opeens echt geïnteresseerd en deden de opdracht heel goed.”
Toverschool
Tegen de tijd dat ze een afstudeeropdracht moest kiezen, wist Visschedijk allang wat ze wilde: een educatief spel voor kinderen ontwerpen. Ze schreef een heleboel bedrijven aan en kon uiteindelijk aan de slag bij de Rotterdamse CED-groep, een onderwijsbegeleidingsdienst. “Zij waren bezig met het ontwikkelen van een lessenserie, ‘Vakken vol verhalen’, waarbij aan de hand van verhalen wordt lesgegeven. Dat was een nieuwe manier van lesgeven. Een spel paste daar goed bij, vooral om de kinderen extra te motiveren.”
Om erachter te komen wat kinderen leuk vinden aan een spel, werkte de ontwerper samen met een groep kinderen op een buitenschoolse opvang. Ze liet de kinderen zelf spelletjes maken. Ook legde ze de kinderen een aantal onderwerpen voor, waarvan vooral het thema ‘de toverschool’ kinderen bleek aan te spreken. Visschedijk: “Volgens hen leerde je op een toverschool echt van alles, niet alleen toveren, maar ook dingen als geschiedenis en rekenen.” Voor Visschedijk was het meteen logisch om daar het spel op te baseren. Ook omdat, in tegenstelling tot thema’s als ridders of piraten, zowel jongens als meisjes het thema interessant vonden. “En toveren is natuurlijk mooi voor de beelden”, zegt de IO’er.
In het spel dat ze ontwierp, ‘De Toverschool’, spelen samenwerking en woordbegrip een grote rol. “Kinderen moeten begrippen aan elkaar uitleggen. Ieder kind doet dat op zijn eigen manier en zo leren ze verschillende nuances van het begrip.” Visschedijk studeerde cum laude af op het spel en inmiddels wordt de methode ook echt gebruikt op basisscholen.
Tijdsdruk
Na haar afstuderen kon ze voor de CED-groep direct aan de slag met andere opdrachten. “Maar dan moest ik wel als freelancer werken”, zegt Visschedijk. En dat betekende dat ze voor zichzelf moest beginnen, iets waar ze nooit aan gedacht had. In de praktijk merkte ze al snel dat dingen anders gingen dan tijdens haar studie. “Bij IO leer je voornamelijk nieuwe dingen ontwerpen, niet wat er in de praktijk allemaal bij komt kijken”, zegt ze. “Maar ik geloof dat dat inmiddels wel veranderd is.”
Niet alleen moest ze nu de bedrijfskundige en financiële zaken regelen, projecten moesten ook sneller afgerond worden. “Negen maanden over een spel doen, zoals bij mijn afstuderen, kan in de praktijk echt niet. Een spel moet in maximaal een half jaar helemaal klaar zijn. Dat betekent dat vooral de analysefase veel korter is.”
Gelukkig kan ze steeds beter inschatten wat wel en niet werkt. “In het begin dacht ik wel eens dat iets veel te schools zou zijn, maar dan bleek bij het testen dat de kinderen juist nog meer informatie wilden en honderduit praatten. En als ik dacht ‘hiervoor moeten ze veel te veel praten’, zaten ze juist helemaal stil.” Ook over de communicatie met opdrachtgevers heeft ze de afgelopen twee jaar veel geleerd. “In het begin moest ik dingen nog wel eens drie keer zeggen”, aldus de ontwerper. “Opdrachtgevers weten vaak niets van wat ik doe, of ze vinden het maar raar dat ik een technische achtergrond heb. Maar het grootste probleem is dat veel mensen moeilijk zien wat het verschil is tussen mijn spellen en een al bestaand kwartetspelletje.” Toch heeft ze aan opdrachten geen gebrek. “Ik werk fulltime, misschien wel meer.”
Recentelijk maakte Visschedijk voor fabrikant Jegro ‘Drie dimensies’, een leermiddel dat kinderen op de basisschool helpt bij het ontwikkelen van ruimtelijk inzicht. “Ik was echt verbaasd dat zoiets er nog niet was”, aldus de ontwerper. ‘Drie dimensies’ bestaat uit een houten ondergrond met daarop een raster van vierkanten en een aantal verwisselbare, transparante platen die haaks op de ondergrond bevestigd kunnen worden. Op die platen staat bijvoorbeeld een aanzicht van een stapel blokken. Vervolgens kunnen kinderen zelf aan de slag met een stapel blokken en zo proberen het aanzicht in 3D na te bouwen. “Zelfs kinderen in groep vijf kunnen hier al mee werken.”
Ontwikkelingshulp
Anders dan je zou verwachten, krijgt ze de meeste opdrachten niet van leermiddelenproducenten of educatieve uitgeverijen. In plaats daarvan werkt ze bijvoorbeeld voor bedrijven als TPG of organisaties als Plan Nederland. “TPG werkt mee aan het World Food Programme en wilde iets doen om Nederlandse kinderen meer bewust te maken van ontwikkelingssamenwerking. Omdat scholen al heel veel boekjes krijgen, dachten ze aan een spel.”
Visschedijk ontwierp ‘Kids Moving the World’, een spel waarbij kinderen in groepjes van vijf een drietal dorpen moeten opbouwen. Bij het spel hoort lesmateriaal, dat de klas in drie lessen behandelt voordat een vrijwilliger van TPG als game guide langskomt om met de kinderen het spel te spelen. Zo zijn ze al enigszins bekend met de complexiteit van ontwikkelingshulp wanneer ze aan het spel beginnen.
In ‘Kids Moving the World’ moeten de kinderen geld en mankracht zodanig inzetten, dat de bewoners voldoende voeding en onderwijs hebben, maar ook gezond blijven. Elk kind krijgt een ministerspost toegewezen, bijvoorbeeld onderwijs of financiën, zodat ieder kind een deel van de verantwoording draagt. En daarnaast vinden er op verschillende momenten natuurrampen plaats, waar de kinderen op moeten anticiperen. Het spel is sinds de lente van 2004 in gebruik en TPG heeft maar liefst zeshonderd vrijwilligers als game guides. “De reacties op het spel zijn erg leuk. Ieder team heeft een hulpverlener die inzetbaar is om dingen op te starten, als ze nog geen of te weinig mankracht hebben. Ik heb wel eens meegemaakt dat iemand zei: ‘Kunnen we die hulpverlener niet gewoon kopen?’. Maar al snel realiseerden de kinderen zich dat zoiets in werkelijkheid ook niet kan. Door dit spel leren ze echt dingen die ze anders niet zouden leren, en dat is precies de bedoeling.”
Naam: Ir. Joke Visschedijk
Leeftijd: 27
Studie: industrieel ontwerpen
Afstudeerrichting: productontwerpen
Afstudeerjaar: 2003
Woonplaats: Delft
Verliefd/verloofd/getrouwd: samenwonend
Loopbaan: freelance ontwerper van educatieve spellen en leermiddelen voor verschillende opdrachtgevers, waaronder de CED-groep, Plan Nederland, TPG Post/TNT Support en leermiddelenfabrikant Jegro.
(Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)
“Het bedenken van nieuwe dingen is het allerleukste aan mijn vak”, vertelt Visschedijk. “Ik mag veel testen met kinderen, krijg veel reacties en leer zelf ook nog eens veel over uiteenlopende onderwerpen als geschiedenis, ruimtelijk inzicht etcetera.”
Tijdens haar studie, toen ze middelbare scholieren bijles gaf in exacte vakken, werd ze benieuwd naar wat voor leermiddelen er zoal zijn en vooral naar de ontwerpers ervan. “Ik merkte bijvoorbeeld dat sommige kinderen nog nooit een kubus hadden gezien.”
Geboeid door hoe kinderen leren, besloot ze in Leiden het keuzevak ontwikkelings- en onderwijspsychologie te volgen. Om de stof beter te kunnen begrijpen, deed ze eerst het vak inleiding psychologie, ook in Leiden. Ze vond de stof weliswaar vrij makkelijk, maar wel erg interessant. “Ik had verwacht dat het nogal vaag zou zijn, maar het bleek juist heel wetenschappelijk, haast technisch te zijn.” Zo werd bijvoorbeeld ingegaan op hoe de hersenen werken en wat voor invloed waarnemen precies heeft op de ontwikkeling.
Als aanvulling volgde ze in Delft bij TBM het vak onderwijskunde en ze liep stage bij de technische lerarenopleiding. “Voor de tweede fase van het voortgezet onderwijs heb ik verschillende ontwerpopdrachten ontwikkeld rond het thema ontwerpen voor ouderen en gehandicapten”, zegt de IO’er. “Veel ontwerpopdrachten spraken vooral jongens aan. Ik heb daarom opdrachten bedacht die ook interessant zouden zijn voor meisjes.” Enthousiast vertelt ze over een natuurkundeleraar die in zijn klas veel meisjes had die nooit wat deden en veelal zesjes haalden. “Die man wist niet wat hij zag toen die meisjes met mijn ontwerpopdrachten aan de slag gingen. Ze waren opeens echt geïnteresseerd en deden de opdracht heel goed.”
Toverschool
Tegen de tijd dat ze een afstudeeropdracht moest kiezen, wist Visschedijk allang wat ze wilde: een educatief spel voor kinderen ontwerpen. Ze schreef een heleboel bedrijven aan en kon uiteindelijk aan de slag bij de Rotterdamse CED-groep, een onderwijsbegeleidingsdienst. “Zij waren bezig met het ontwikkelen van een lessenserie, ‘Vakken vol verhalen’, waarbij aan de hand van verhalen wordt lesgegeven. Dat was een nieuwe manier van lesgeven. Een spel paste daar goed bij, vooral om de kinderen extra te motiveren.”
Om erachter te komen wat kinderen leuk vinden aan een spel, werkte de ontwerper samen met een groep kinderen op een buitenschoolse opvang. Ze liet de kinderen zelf spelletjes maken. Ook legde ze de kinderen een aantal onderwerpen voor, waarvan vooral het thema ‘de toverschool’ kinderen bleek aan te spreken. Visschedijk: “Volgens hen leerde je op een toverschool echt van alles, niet alleen toveren, maar ook dingen als geschiedenis en rekenen.” Voor Visschedijk was het meteen logisch om daar het spel op te baseren. Ook omdat, in tegenstelling tot thema’s als ridders of piraten, zowel jongens als meisjes het thema interessant vonden. “En toveren is natuurlijk mooi voor de beelden”, zegt de IO’er.
In het spel dat ze ontwierp, ‘De Toverschool’, spelen samenwerking en woordbegrip een grote rol. “Kinderen moeten begrippen aan elkaar uitleggen. Ieder kind doet dat op zijn eigen manier en zo leren ze verschillende nuances van het begrip.” Visschedijk studeerde cum laude af op het spel en inmiddels wordt de methode ook echt gebruikt op basisscholen.
Tijdsdruk
Na haar afstuderen kon ze voor de CED-groep direct aan de slag met andere opdrachten. “Maar dan moest ik wel als freelancer werken”, zegt Visschedijk. En dat betekende dat ze voor zichzelf moest beginnen, iets waar ze nooit aan gedacht had. In de praktijk merkte ze al snel dat dingen anders gingen dan tijdens haar studie. “Bij IO leer je voornamelijk nieuwe dingen ontwerpen, niet wat er in de praktijk allemaal bij komt kijken”, zegt ze. “Maar ik geloof dat dat inmiddels wel veranderd is.”
Niet alleen moest ze nu de bedrijfskundige en financiële zaken regelen, projecten moesten ook sneller afgerond worden. “Negen maanden over een spel doen, zoals bij mijn afstuderen, kan in de praktijk echt niet. Een spel moet in maximaal een half jaar helemaal klaar zijn. Dat betekent dat vooral de analysefase veel korter is.”
Gelukkig kan ze steeds beter inschatten wat wel en niet werkt. “In het begin dacht ik wel eens dat iets veel te schools zou zijn, maar dan bleek bij het testen dat de kinderen juist nog meer informatie wilden en honderduit praatten. En als ik dacht ‘hiervoor moeten ze veel te veel praten’, zaten ze juist helemaal stil.” Ook over de communicatie met opdrachtgevers heeft ze de afgelopen twee jaar veel geleerd. “In het begin moest ik dingen nog wel eens drie keer zeggen”, aldus de ontwerper. “Opdrachtgevers weten vaak niets van wat ik doe, of ze vinden het maar raar dat ik een technische achtergrond heb. Maar het grootste probleem is dat veel mensen moeilijk zien wat het verschil is tussen mijn spellen en een al bestaand kwartetspelletje.” Toch heeft ze aan opdrachten geen gebrek. “Ik werk fulltime, misschien wel meer.”
Recentelijk maakte Visschedijk voor fabrikant Jegro ‘Drie dimensies’, een leermiddel dat kinderen op de basisschool helpt bij het ontwikkelen van ruimtelijk inzicht. “Ik was echt verbaasd dat zoiets er nog niet was”, aldus de ontwerper. ‘Drie dimensies’ bestaat uit een houten ondergrond met daarop een raster van vierkanten en een aantal verwisselbare, transparante platen die haaks op de ondergrond bevestigd kunnen worden. Op die platen staat bijvoorbeeld een aanzicht van een stapel blokken. Vervolgens kunnen kinderen zelf aan de slag met een stapel blokken en zo proberen het aanzicht in 3D na te bouwen. “Zelfs kinderen in groep vijf kunnen hier al mee werken.”
Ontwikkelingshulp
Anders dan je zou verwachten, krijgt ze de meeste opdrachten niet van leermiddelenproducenten of educatieve uitgeverijen. In plaats daarvan werkt ze bijvoorbeeld voor bedrijven als TPG of organisaties als Plan Nederland. “TPG werkt mee aan het World Food Programme en wilde iets doen om Nederlandse kinderen meer bewust te maken van ontwikkelingssamenwerking. Omdat scholen al heel veel boekjes krijgen, dachten ze aan een spel.”
Visschedijk ontwierp ‘Kids Moving the World’, een spel waarbij kinderen in groepjes van vijf een drietal dorpen moeten opbouwen. Bij het spel hoort lesmateriaal, dat de klas in drie lessen behandelt voordat een vrijwilliger van TPG als game guide langskomt om met de kinderen het spel te spelen. Zo zijn ze al enigszins bekend met de complexiteit van ontwikkelingshulp wanneer ze aan het spel beginnen.
In ‘Kids Moving the World’ moeten de kinderen geld en mankracht zodanig inzetten, dat de bewoners voldoende voeding en onderwijs hebben, maar ook gezond blijven. Elk kind krijgt een ministerspost toegewezen, bijvoorbeeld onderwijs of financiën, zodat ieder kind een deel van de verantwoording draagt. En daarnaast vinden er op verschillende momenten natuurrampen plaats, waar de kinderen op moeten anticiperen. Het spel is sinds de lente van 2004 in gebruik en TPG heeft maar liefst zeshonderd vrijwilligers als game guides. “De reacties op het spel zijn erg leuk. Ieder team heeft een hulpverlener die inzetbaar is om dingen op te starten, als ze nog geen of te weinig mankracht hebben. Ik heb wel eens meegemaakt dat iemand zei: ‘Kunnen we die hulpverlener niet gewoon kopen?’. Maar al snel realiseerden de kinderen zich dat zoiets in werkelijkheid ook niet kan. Door dit spel leren ze echt dingen die ze anders niet zouden leren, en dat is precies de bedoeling.”
Naam: Ir. Joke Visschedijk
Leeftijd: 27
Studie: industrieel ontwerpen
Afstudeerrichting: productontwerpen
Afstudeerjaar: 2003
Woonplaats: Delft
Verliefd/verloofd/getrouwd: samenwonend
Loopbaan: freelance ontwerper van educatieve spellen en leermiddelen voor verschillende opdrachtgevers, waaronder de CED-groep, Plan Nederland, TPG Post/TNT Support en leermiddelenfabrikant Jegro.
(Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)

Comments are closed.