Deze week geen jonge hond of young urban professional, maar een baarddragende vijftiger die afgelopen weekend lustrum vierde met AAG. In de jaren zeventig was Auke Wouda drie jaar fulltime actievoerder en studentbestuurder, inmiddels werkt hij in het hol van de leeuw: Rijkswaterstaat.
Schuim blijft achter op de baard van Auke Wouda wanneer hij een slok cafeïnevrije cappuccino neemt. De baard groeide in de jaren zeventig en de baard bleef. In zijn bagage draagt Wouda een foto uit de jaren zeventig waarop hij staat afgebeeld achter een vergadertafel in Delft. Een nog woestere baard, haar tot over zijn schouders en zijn gezicht verborgen achter zijn hand. “Ik at altijd suikerklontjes wanneer ik me verveelde”, verklaart Wouda de hand voor zijn mond.
Bijna drie jaar van zijn studietijd besteedde hij aan besturen en actievoeren. Drie jaar fulltime demonstrant. Kom daar nog maar eens om in tijden van prestatiebeurs en studieplanning. “Studies zijn een tikkeltje schoolser geworden, waardoor minder tijd is voor acties”, constateert Wouda. “Maar ik zie wel veel studenten die maatschappelijk actief zijn in een bestuur of bijbaan. In de jaren vijftig waren studenten alleen student, nu zijn ze niet langer een aparte klasse in de maatschappij.”
Maar is het niet pijnlijk om te zien dat de huidige generatie studenten nauwelijks nog op de barricades klimt? “Een belangrijke reden daarvoor is dat wij in de jaren zeventig veel hebben bereikt, waardoor nu minder behoefte is aan actievoeren”, denkt Wouda. “Veel twistpunten van toen gelden inmiddels als vanzelfsprekend. Bijvoorbeeld de zekerheid dat je docent je tentamen eerlijk beoordeelt. De zekerheid dat je aan het begin van je studie een programma kunt lezen, waarin staat aangegeven wat je in de komende vijf jaar ongeveer zult moeten doen. Dat bestond allemaal nog niet. Vroeger kon een hoogleraar de collegezaal binnenlopen en zeggen: Nou, waar zullen we het vandaag eens over hebben?”
Nog een oorzaak voor de geringe actiebereidheid van de huidige generatie studenten ligt volgens Wouda in de studies zelf. “Studies zijn een stuk maatschappijgerichter en politieker geworden. Wie nu civiele techniek studeert leert niet alleen hoe hij een brug moet bouwen met staal en beton. Voor mij was dat gebrek aan maatschappelijke inhoud een van de redenen om met civiele techniek te stoppen. Een andere was dat ik het besturen veel leuker vond dan de collegebankjes.”
Slinkse trucs
Een flinke reeks bestuurtjes versleet Wouda tijdens zijn studie: voor Krashna Musika hield hij de financiën scherp in de gaten, voor AAG nam hij plaats in de hogeschoolraad die moest adviseren over veranderingen in het onderwijs, voor de Raad Studenten Voorzieningen bedacht hij met zijn kompanen slinkse trucs om de zwaar verliesgevende eettafels van de ondergang te redden. “Die stonden op het randje van faillissement. De truc was dat we het eten centraal lieten koken in de mensa, om het vervolgens razendsnel te distribueren naar de verenigingen zodat iedereen toch het gevoel kon hebben zijn eigen verenigingseten te eten. Ik weet niet of het nog steeds zo gaat, maar dat was toen de enige manier om de eettafels rendabel te laten draaien.”
Afgelopen weekend vierde Wouda lustrum met zijn voormalige strijdmakkers van AAG. “A-A-G zeg ik zelf nog altijd, met puntjes ertussen dus. De Afdelings Actie Groepen. Ik heb net weer even over de Oude Delft gelopen. Leuk om te zien dat mijn oude studentenhuis en koffiehuis Kleyweg nog altijd bestaan.”
Als meest gedenkwaardige moment uit zijn tijd als actievoerder beschouwt Wouda de eerste bezetting van het hoofdgebouw. “Die bezetting had van alle acties ook de meest verstrekkende gevolgen. Bovendien bleek toen hoe hecht de hele studentengemeenschap was. We waren geen klein groepje onruststokers. Op alle fronten trokken studentenorganisaties één lijn, waardoor een groot draagvlak bestond voor acties.”
Hecht of niet, zijn medestrijders van toen spreekt hij nauwelijks nog. “Een stuk of twintig man ken ik nog van naam. Vooral de namen van degenen die ergens hoogleraar zijn geworden of lid van een college van bestuur kan ik me heugen. Maar de meeste contacten uit die tijd zijn verwaterd. Ik kan goed samenwerken, maar zodra ik begin aan iets anders verlies ik mensen snel uit het oog.”
Pluche
Na een paar jaar had Wouda genoeg van de colleges over staal en beton en vertrok hij naar Sneek. “Ik was tijdens mijn studie al zeilinstructeur en ben toen maar hoofdinstructeur zeilen geworden.” Het besturen kon hij echter niet laten. “Zeilinstructeur is een seizoensbaan, dus ja, wat doe je dan in oktober?” Binnen driekwart jaar zat hij in alle bestuurtjes op het gebied van zeilen en zeilinstructie: van Friese tot landelijke zeilschoolorganisaties.
In 1979 werd hij gekozen in de gemeenteraad van Sneek. Niet alleen zijn bestuurservaring, maar ook zijn studie civiele techniek bleek ineens goed van pas te komen. “Ik ben een paar jaar wethouder geweest voor GroenLinks, met als portefeuille onder andere Milieu, Openbare Werken en Volkshuisvesting. Dat is de plek waarop aannemers je een oor aan proberen te naaien. Groot voordeel van een achtergrond in de civiele techniek is dat geen aannemer je iets wijsmaakt.”
Geen bouwfraude in Sneek dus, maar ouderwets op de barricades was er sindsdien ook niet meer bij. “Als wethouder op het pluche kun je moeilijk actie voeren.”
Afgelopen maand nam Wouda afscheid als gemeenteraadslid voor GroenLinks. “Wanneer je het einde van je tijd als raadslid ziet naderen, kun je beter voortijdig zelf opstappen. Dan kun je tenminste ook nog even een opvolger inwerken. Bovendien was de timing niet slecht: ik zat dit jaar 25 jaar in de gemeenteraad en dat gegeven leverde ook nog wat publiciteit op voor mijn partij.”
Inmiddels werkt Wouda voor Rijkswaterstaat. Is dat niet die eigenzinnige organisatie die zich van democratisch genomen beslissingen traditioneel niet al te veel aantrekt? En is een baarddragende voormalig actievoerder daar niet een beetje een vreemde eend in de bijt? “Vroeger was Rijkswaterstaat wel een staat in de staat”, volgens Wouda. “Inmiddels bestaat meer aandacht voor maatschappelijke ontwikkelingen. Rijkswaterstaat doet nu veel meer met bijvoorbeeld natuurontwikkeling en duurzaam waterbeheer. Een groot deel van dat gedachtegoed is ook in de ‘Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening’ terechtgekomen.”
Met de uitvoering van die Vijfde Nota schiet het vooralsnog niet erg op. “Ik moet bekennen dat voor de dingen die ik leuk vind steeds minder geld beschikbaar is. Ik werk dus bij een organisatie die in toenemende mate opschuift richting een apparaat dat slechts wegen, wegen en nog eens wegen bouwt en zo af en toe een vaarweg. Hoe verder dat doorgaat, hoe meer ik mij een vreemde eend in de bijt zal voelen.”
Naam: Auke Wouda
Leeftijd: 56 jaar
Woonplaats: Sneek
Studies: civiele techniek (TU Delft), bestuurskunde & recht (Rijksuniversiteit Groningen)
Afstudeerrichting: bestuursrecht
Afstudeerjaar: 1989
Verliefd/verloofd/getrouwd: vriendin en twee kinderen
Loopbaan: werkte naast zijn studie als koster in de Oude Kerk in Delft, als zeilinstructeur in Friesland en als penningmeester van Krashna Musika, maar legde de basis voor zijn politieke loopbaan als bestuurslid en actievoerder voor AAG en andere studentenorganisaties. Na zijn afstuderen werkte Auke Wouda bij de IB Groep, was hij 25 jaar gemeenteraadslid en een poosje wethouder van de Friese gemeente Sneek. Op dit moment werkt hij als jurist voor Rijkswaterstaat.
(Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)
Schuim blijft achter op de baard van Auke Wouda wanneer hij een slok cafeïnevrije cappuccino neemt. De baard groeide in de jaren zeventig en de baard bleef. In zijn bagage draagt Wouda een foto uit de jaren zeventig waarop hij staat afgebeeld achter een vergadertafel in Delft. Een nog woestere baard, haar tot over zijn schouders en zijn gezicht verborgen achter zijn hand. “Ik at altijd suikerklontjes wanneer ik me verveelde”, verklaart Wouda de hand voor zijn mond.
Bijna drie jaar van zijn studietijd besteedde hij aan besturen en actievoeren. Drie jaar fulltime demonstrant. Kom daar nog maar eens om in tijden van prestatiebeurs en studieplanning. “Studies zijn een tikkeltje schoolser geworden, waardoor minder tijd is voor acties”, constateert Wouda. “Maar ik zie wel veel studenten die maatschappelijk actief zijn in een bestuur of bijbaan. In de jaren vijftig waren studenten alleen student, nu zijn ze niet langer een aparte klasse in de maatschappij.”
Maar is het niet pijnlijk om te zien dat de huidige generatie studenten nauwelijks nog op de barricades klimt? “Een belangrijke reden daarvoor is dat wij in de jaren zeventig veel hebben bereikt, waardoor nu minder behoefte is aan actievoeren”, denkt Wouda. “Veel twistpunten van toen gelden inmiddels als vanzelfsprekend. Bijvoorbeeld de zekerheid dat je docent je tentamen eerlijk beoordeelt. De zekerheid dat je aan het begin van je studie een programma kunt lezen, waarin staat aangegeven wat je in de komende vijf jaar ongeveer zult moeten doen. Dat bestond allemaal nog niet. Vroeger kon een hoogleraar de collegezaal binnenlopen en zeggen: Nou, waar zullen we het vandaag eens over hebben?”
Nog een oorzaak voor de geringe actiebereidheid van de huidige generatie studenten ligt volgens Wouda in de studies zelf. “Studies zijn een stuk maatschappijgerichter en politieker geworden. Wie nu civiele techniek studeert leert niet alleen hoe hij een brug moet bouwen met staal en beton. Voor mij was dat gebrek aan maatschappelijke inhoud een van de redenen om met civiele techniek te stoppen. Een andere was dat ik het besturen veel leuker vond dan de collegebankjes.”
Slinkse trucs
Een flinke reeks bestuurtjes versleet Wouda tijdens zijn studie: voor Krashna Musika hield hij de financiën scherp in de gaten, voor AAG nam hij plaats in de hogeschoolraad die moest adviseren over veranderingen in het onderwijs, voor de Raad Studenten Voorzieningen bedacht hij met zijn kompanen slinkse trucs om de zwaar verliesgevende eettafels van de ondergang te redden. “Die stonden op het randje van faillissement. De truc was dat we het eten centraal lieten koken in de mensa, om het vervolgens razendsnel te distribueren naar de verenigingen zodat iedereen toch het gevoel kon hebben zijn eigen verenigingseten te eten. Ik weet niet of het nog steeds zo gaat, maar dat was toen de enige manier om de eettafels rendabel te laten draaien.”
Afgelopen weekend vierde Wouda lustrum met zijn voormalige strijdmakkers van AAG. “A-A-G zeg ik zelf nog altijd, met puntjes ertussen dus. De Afdelings Actie Groepen. Ik heb net weer even over de Oude Delft gelopen. Leuk om te zien dat mijn oude studentenhuis en koffiehuis Kleyweg nog altijd bestaan.”
Als meest gedenkwaardige moment uit zijn tijd als actievoerder beschouwt Wouda de eerste bezetting van het hoofdgebouw. “Die bezetting had van alle acties ook de meest verstrekkende gevolgen. Bovendien bleek toen hoe hecht de hele studentengemeenschap was. We waren geen klein groepje onruststokers. Op alle fronten trokken studentenorganisaties één lijn, waardoor een groot draagvlak bestond voor acties.”
Hecht of niet, zijn medestrijders van toen spreekt hij nauwelijks nog. “Een stuk of twintig man ken ik nog van naam. Vooral de namen van degenen die ergens hoogleraar zijn geworden of lid van een college van bestuur kan ik me heugen. Maar de meeste contacten uit die tijd zijn verwaterd. Ik kan goed samenwerken, maar zodra ik begin aan iets anders verlies ik mensen snel uit het oog.”
Pluche
Na een paar jaar had Wouda genoeg van de colleges over staal en beton en vertrok hij naar Sneek. “Ik was tijdens mijn studie al zeilinstructeur en ben toen maar hoofdinstructeur zeilen geworden.” Het besturen kon hij echter niet laten. “Zeilinstructeur is een seizoensbaan, dus ja, wat doe je dan in oktober?” Binnen driekwart jaar zat hij in alle bestuurtjes op het gebied van zeilen en zeilinstructie: van Friese tot landelijke zeilschoolorganisaties.
In 1979 werd hij gekozen in de gemeenteraad van Sneek. Niet alleen zijn bestuurservaring, maar ook zijn studie civiele techniek bleek ineens goed van pas te komen. “Ik ben een paar jaar wethouder geweest voor GroenLinks, met als portefeuille onder andere Milieu, Openbare Werken en Volkshuisvesting. Dat is de plek waarop aannemers je een oor aan proberen te naaien. Groot voordeel van een achtergrond in de civiele techniek is dat geen aannemer je iets wijsmaakt.”
Geen bouwfraude in Sneek dus, maar ouderwets op de barricades was er sindsdien ook niet meer bij. “Als wethouder op het pluche kun je moeilijk actie voeren.”
Afgelopen maand nam Wouda afscheid als gemeenteraadslid voor GroenLinks. “Wanneer je het einde van je tijd als raadslid ziet naderen, kun je beter voortijdig zelf opstappen. Dan kun je tenminste ook nog even een opvolger inwerken. Bovendien was de timing niet slecht: ik zat dit jaar 25 jaar in de gemeenteraad en dat gegeven leverde ook nog wat publiciteit op voor mijn partij.”
Inmiddels werkt Wouda voor Rijkswaterstaat. Is dat niet die eigenzinnige organisatie die zich van democratisch genomen beslissingen traditioneel niet al te veel aantrekt? En is een baarddragende voormalig actievoerder daar niet een beetje een vreemde eend in de bijt? “Vroeger was Rijkswaterstaat wel een staat in de staat”, volgens Wouda. “Inmiddels bestaat meer aandacht voor maatschappelijke ontwikkelingen. Rijkswaterstaat doet nu veel meer met bijvoorbeeld natuurontwikkeling en duurzaam waterbeheer. Een groot deel van dat gedachtegoed is ook in de ‘Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening’ terechtgekomen.”
Met de uitvoering van die Vijfde Nota schiet het vooralsnog niet erg op. “Ik moet bekennen dat voor de dingen die ik leuk vind steeds minder geld beschikbaar is. Ik werk dus bij een organisatie die in toenemende mate opschuift richting een apparaat dat slechts wegen, wegen en nog eens wegen bouwt en zo af en toe een vaarweg. Hoe verder dat doorgaat, hoe meer ik mij een vreemde eend in de bijt zal voelen.”
Naam: Auke Wouda
Leeftijd: 56 jaar
Woonplaats: Sneek
Studies: civiele techniek (TU Delft), bestuurskunde & recht (Rijksuniversiteit Groningen)
Afstudeerrichting: bestuursrecht
Afstudeerjaar: 1989
Verliefd/verloofd/getrouwd: vriendin en twee kinderen
Loopbaan: werkte naast zijn studie als koster in de Oude Kerk in Delft, als zeilinstructeur in Friesland en als penningmeester van Krashna Musika, maar legde de basis voor zijn politieke loopbaan als bestuurslid en actievoerder voor AAG en andere studentenorganisaties. Na zijn afstuderen werkte Auke Wouda bij de IB Groep, was hij 25 jaar gemeenteraadslid en een poosje wethouder van de Friese gemeente Sneek. Op dit moment werkt hij als jurist voor Rijkswaterstaat.
(Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)
Comments are closed.