Al 34 jaar werkt hij aan de Julianalaan. Begonnen toen de TU nog hogeschool was, en de vakgroep OCK nog organische chemie heette. Met de volledige verantwoordelijkheid voor het klein technisch onderhoud van de vakgroep.
En inmiddels een specialist op het gebied van autoclaven. Maar die taken moeten overgedragen worden. Ernst Wurtz (65) neemt afscheid van scheikunde.
,,Ik heb vier klappen meegemaakt. De eerste was na een maand. Dat was letterlijk mijn vuurdoop. Toen wilde ik meteen vertrekken. Dat vond ik te gevaarlijk. Maar de hoogleraar heeft me toen overgehaald om te blijven. ” Ernst Wurtz is 34 jaar lang verantwoordelijk geweest voor het technisch onderhoud op de vakgroep OCK van de faculteit Scheikundige Technologie. Maar specifiek was Wurtz bezig met de autoclaven; reactoren waarin onder hoge druk gassen kunnen worden gemengd. Een vak apart. Want buiten het feit dat het werken met de autoclaaf specifieke kennis vereist, is het doen van experimenten met de autoclaven niet altijd ongevaarlijk. Omdat de processen onder soms zeer hoge druk plaatsvinden is er soms kans op explosiegevaar. Wurtz: ,,Bij sommige van dat soort ontploffingen ontstaan steekvlammen waar ze in Pernis jaloers op zijn. Dat maakt wel een indruk, ja. Zeker als je net een maand met die apparatuur werkt.”
Bedenkingen
Wurtz:,, Na de eerste explosie wilde ik ook meteen alles weten van de autoclaaf. Ik ben er over gaan lezen, en veel gaan vragen. Het werd een soort liefhebberij. En vaak ging ik voordat een experiment gehouden werd even informeren bij professor Van Bekkum te raden. Om te vragen of er niks fout kon gaan.”
Wurtz heeft in de loop der jaren veel studenten en profs zien komen en gaan. ,,Ik ben bij veel experimenten geweest. Na verloop van tijd kon ik vaak ook wel adviseren hoe een bepaald experiment ging verlopen. Soms had ik bij bepaalde experimenten ook wel mijn bedenkingen. En dat zei ik dan ook.” Wurtz’ bijdrage varieerde van het helpen van studenten tot het meewerken met belangwekkend onderzoek. Wurtz:,, Ik ben altijd van mening geweest dat elk resultaat telt. Ik was na elke proef ook benieuwd wat het geworden was. En soms kon ik een suggestie doen om het resultaat te verbeteren.”
Citroën
Toen Wurtz halverwege de jaren zestig op de faculteit binnenkwam waren er zes autoclaven in gebruik. Inmiddels draaien er een stuk of twaalf. Vrijwel continu. Want dat is Wurtz’ doel geweest: de autoclaven zoveel mogelijk operationeel hebben. Daarbij kwam van pas dat Wurtz al gewerkt had in een autogarage. ,,We repareerden daar veel Citroëns, en die zitten helemaal vol met pneumatische systemen. Dus werken met drukcilinders had ik al eens gedaan. Bovendien kende ik uit die tijd nog leveranciers. Dus vaak wist ik waar ik moestzijn als er bijvoorbeeld een cilinder uitgehoond moest worden.”
Er werd vaak een beroep gedaan op Wurtz en de apparatuur die hij in beheer had. Wurtz: ,,Ik wilde de spullen altijd graag op een rijtje hebben. En de autoclaven wilde ik draaiende hebben. Want er was altijd wel iemand die een autoclaaf wilde gebruiken. Bovendien vormde een experiment met de autoclaaf soms een onderdeel van een serie experimenten. Dus moest alles altijd te gebruiken zijn.”
Een uitzondering: wanneer Wurtz met vakantie was. ,,Dan gingen de autoclaven ook uit. Daar werd dan rekening mee gehouden door studenten. ”
Onderhoud
Het beheer van de autoclaven betekende ook het onderhoud van de apparatuur. Apparatuur waar volgens Wurtz niet altijd even zuinig mee om werd gegaan. Wurtz:,, Als je echt zorgvuldig werkt, weet je wat er gebeurt met zo’n autoclaaf. Variëren met druk en temperatuur, en dan vooral kijken. Goed kijken waar je mee bezig bent. Wat er gaat gebeuren in zo’n autoclaaf staat niet zwart op wit, dus je moet goed op blijven letten. Maar dat gebeurde niet altijd. Met als gevolg dat de apparatuur slijt. Ik zei altijd tegen de studenten: ‘Het is geen pakje boter waar je mee werkt, het is eerder een Mercedes”.
”Vaak worden onderdelen na een experiment niet goed worden schoongemaakt.” Een autoclaaf oppakkend:,, Kijk, ik weet bijvoorbeeld niet wat er in deze autoclaaf gezeten heeft. Maar dat heeft wel invloed op de volgende proef die ermee gedaan wordt. Wat dat betreft heeft het materiaal een geheugen. ”
,,Het liefst zou ik hebben dat iedereen zijn eigen autoclaaf had hier op de vakgroep. Want als ik dadelijk weg ben heb ik er geen zicht meer op.”
Na 34 jaar moet Wurtz er mee stoppen. Met pijn in het hart verlaat hij de faculteit. ,,Ik heb het altijd naar mijn zin gehad. Ben altijd met veel plezier naar mijn werk gegaan. Het was altijd wel druk, want naast de autoclaven waren er ook veel andere apparaten die moesten worden onderhouden. Maar ik kwam elke dag al om half acht, dan was het nog rustig in het gebouw. Geen telefoon die je stoort. Dan kon je lekker je eigen gang gaan voor de vakgroep.”
Al 34 jaar werkt hij aan de Julianalaan. Begonnen toen de TU nog hogeschool was, en de vakgroep OCK nog organische chemie heette. Met de volledige verantwoordelijkheid voor het klein technisch onderhoud van de vakgroep. En inmiddels een specialist op het gebied van autoclaven. Maar die taken moeten overgedragen worden. Ernst Wurtz (65) neemt afscheid van scheikunde.
,,Ik heb vier klappen meegemaakt. De eerste was na een maand. Dat was letterlijk mijn vuurdoop. Toen wilde ik meteen vertrekken. Dat vond ik te gevaarlijk. Maar de hoogleraar heeft me toen overgehaald om te blijven. ” Ernst Wurtz is 34 jaar lang verantwoordelijk geweest voor het technisch onderhoud op de vakgroep OCK van de faculteit Scheikundige Technologie. Maar specifiek was Wurtz bezig met de autoclaven; reactoren waarin onder hoge druk gassen kunnen worden gemengd. Een vak apart. Want buiten het feit dat het werken met de autoclaaf specifieke kennis vereist, is het doen van experimenten met de autoclaven niet altijd ongevaarlijk. Omdat de processen onder soms zeer hoge druk plaatsvinden is er soms kans op explosiegevaar. Wurtz: ,,Bij sommige van dat soort ontploffingen ontstaan steekvlammen waar ze in Pernis jaloers op zijn. Dat maakt wel een indruk, ja. Zeker als je net een maand met die apparatuur werkt.”
Bedenkingen
Wurtz:,, Na de eerste explosie wilde ik ook meteen alles weten van de autoclaaf. Ik ben er over gaan lezen, en veel gaan vragen. Het werd een soort liefhebberij. En vaak ging ik voordat een experiment gehouden werd even informeren bij professor Van Bekkum te raden. Om te vragen of er niks fout kon gaan.”
Wurtz heeft in de loop der jaren veel studenten en profs zien komen en gaan. ,,Ik ben bij veel experimenten geweest. Na verloop van tijd kon ik vaak ook wel adviseren hoe een bepaald experiment ging verlopen. Soms had ik bij bepaalde experimenten ook wel mijn bedenkingen. En dat zei ik dan ook.” Wurtz’ bijdrage varieerde van het helpen van studenten tot het meewerken met belangwekkend onderzoek. Wurtz:,, Ik ben altijd van mening geweest dat elk resultaat telt. Ik was na elke proef ook benieuwd wat het geworden was. En soms kon ik een suggestie doen om het resultaat te verbeteren.”
Citroën
Toen Wurtz halverwege de jaren zestig op de faculteit binnenkwam waren er zes autoclaven in gebruik. Inmiddels draaien er een stuk of twaalf. Vrijwel continu. Want dat is Wurtz’ doel geweest: de autoclaven zoveel mogelijk operationeel hebben. Daarbij kwam van pas dat Wurtz al gewerkt had in een autogarage. ,,We repareerden daar veel Citroëns, en die zitten helemaal vol met pneumatische systemen. Dus werken met drukcilinders had ik al eens gedaan. Bovendien kende ik uit die tijd nog leveranciers. Dus vaak wist ik waar ik moestzijn als er bijvoorbeeld een cilinder uitgehoond moest worden.”
Er werd vaak een beroep gedaan op Wurtz en de apparatuur die hij in beheer had. Wurtz: ,,Ik wilde de spullen altijd graag op een rijtje hebben. En de autoclaven wilde ik draaiende hebben. Want er was altijd wel iemand die een autoclaaf wilde gebruiken. Bovendien vormde een experiment met de autoclaaf soms een onderdeel van een serie experimenten. Dus moest alles altijd te gebruiken zijn.”
Een uitzondering: wanneer Wurtz met vakantie was. ,,Dan gingen de autoclaven ook uit. Daar werd dan rekening mee gehouden door studenten. ”
Onderhoud
Het beheer van de autoclaven betekende ook het onderhoud van de apparatuur. Apparatuur waar volgens Wurtz niet altijd even zuinig mee om werd gegaan. Wurtz:,, Als je echt zorgvuldig werkt, weet je wat er gebeurt met zo’n autoclaaf. Variëren met druk en temperatuur, en dan vooral kijken. Goed kijken waar je mee bezig bent. Wat er gaat gebeuren in zo’n autoclaaf staat niet zwart op wit, dus je moet goed op blijven letten. Maar dat gebeurde niet altijd. Met als gevolg dat de apparatuur slijt. Ik zei altijd tegen de studenten: ‘Het is geen pakje boter waar je mee werkt, het is eerder een Mercedes”.
”Vaak worden onderdelen na een experiment niet goed worden schoongemaakt.” Een autoclaaf oppakkend:,, Kijk, ik weet bijvoorbeeld niet wat er in deze autoclaaf gezeten heeft. Maar dat heeft wel invloed op de volgende proef die ermee gedaan wordt. Wat dat betreft heeft het materiaal een geheugen. ”
,,Het liefst zou ik hebben dat iedereen zijn eigen autoclaaf had hier op de vakgroep. Want als ik dadelijk weg ben heb ik er geen zicht meer op.”
Na 34 jaar moet Wurtz er mee stoppen. Met pijn in het hart verlaat hij de faculteit. ,,Ik heb het altijd naar mijn zin gehad. Ben altijd met veel plezier naar mijn werk gegaan. Het was altijd wel druk, want naast de autoclaven waren er ook veel andere apparaten die moesten worden onderhouden. Maar ik kwam elke dag al om half acht, dan was het nog rustig in het gebouw. Geen telefoon die je stoort. Dan kon je lekker je eigen gang gaan voor de vakgroep.”

Comments are closed.