Maak van een ethisch vraagstuk geen gewetensprobleem, luidde een van de lessen tijdens een ethiek-symposium, vorige week bij Civiele Techniek.
Het is begin jaren zeventig. In Zuid-Afrika regeert de apartheid. Een boycot op politiek, sportief of cultureel gebied is er nog niet. Wel roept het ANC andere landen op Zuid-Afrika uit te sluiten, om zo de apartheidspolitiek geen kans te geven. En prof.ir. L.A.G. Wagemans krijgt de vraag voorgelegd of hij in het land ontwerper en directievoerder wil zijn bij de bouw van een kerncentrale. Moet hij gaan of niet?
Deze ‘ethische vraag’ stelden studievereniging Practische Studie en het Studentenpastoraat vorige week tijdens het symposium ‘De ingenieur en zijn overtuiging’. Om het de dertig aanwezige studenten wat moeilijker te maken, gaf de hoogleraar algemene constructieleer ter plekke nog wat tekst en uitleg.
Al tijdens zijn studententijd was Wagemans duidelijk ‘links georiënteerd’, durfde hij zijn nek uit te steken en ergens ’tegen’ te zijn. Dat paste geheel in de tijd van feminisme, Provo’s, Maagdenhuisbezetting en gewetensbezwaarde dienstweigeraars.
Het ‘middelgrote ingenieursbureau in het midden van het land’ waar Wagemans na zijn studie werkte – door hem consequent niet bij naam genoemd – was redelijk vooruitstrevend. Ethische vragen mochten best gesteld worden, alleen was de vraag wat ermee gedaan werd. Een ondernemingsraad was in oprichting.
De bedrijfsleiding had al laten doorschemeren dat een weigering negatief voor Wagemans’ carrière zou uitpakken. Bovendien zou dan een collega moeten gaan die inmiddels projectleider was en voor de bouw van de centrale dus een stap terug zou moeten doen.
Schoft
Twaalf van de aanwezige studenten laten via hand-opsteken weten in zo’n geval toch gaan. Eén van hen: ,,Als ik niet ga, dan gaat een andere schoft daar wel bouwen.”
De weigeraars redeneren dat ze juist op die manier de regering van Zuid-Afrika een signaal willen geven. Bovendien kan de eigen regering dat opvatten als een teken dat een boycot op zijn plaats zou zijn. Daarnaast zijn enkele tegenstemmers tegen kernenergie. Dat laatste is niet Wagemans grootste bezwaar. Deze vindt de apartheid een groter probleem.
Dr. I. van de Poel, docent ethiek bij WTM, brengt een derde partij in de discussie: de gebruikers. In dit geval de Zuid-Afrikaanse bevolking. Wordt deze geholpen door de bouw van de kerncentrale? Op korte termijn wel: werk en dus geld, maar op de lange termijn blijft het onduidelijk. Wel is helder dat de zwarte bevolking een boycot van het apartheidsregime welkom heet.
Wethouder Astrid Janssen, eveneens studente civiele techniek, droeg weinig nieuws bij aan de discussie. Behalve dan dat de politiek nog wel eens achter de feiten aanloopt. Kortom, hetontbreken van boycot is nog geen alibi om wel te gaan. Je nek uitsteken kan ook goed zijn, vindt zij.
Aan het eind van de middag zou onthuld worden of Wagemans wel of niet is gegaan, maar hij had het al laten doorklinken: hij ging niet. Wat hem door zijn collega trouwens niet in dank werd afgenomen. Die collega kon bovendien gewoon thuisblijven, want het ingenieursbureau kreeg de opdracht niet. Een Frans consortium bouwde de kerncentrale.
Achteraf zegt Wagemans, als wijze raad aan de studenten, dat van ethische problemen geen gewetensprobleem moeten worden gemaakt. ,,Praat over de keuzes. Zoek zoveel mogelijk informatie. Ga niet in je eentje aan het strand zitten of met een dobbelsteen gooien. Weet waarover je besluit en weet wat de consequenties zijn.”
Het is begin jaren zeventig. In Zuid-Afrika regeert de apartheid. Een boycot op politiek, sportief of cultureel gebied is er nog niet. Wel roept het ANC andere landen op Zuid-Afrika uit te sluiten, om zo de apartheidspolitiek geen kans te geven. En prof.ir. L.A.G. Wagemans krijgt de vraag voorgelegd of hij in het land ontwerper en directievoerder wil zijn bij de bouw van een kerncentrale. Moet hij gaan of niet?
Deze ‘ethische vraag’ stelden studievereniging Practische Studie en het Studentenpastoraat vorige week tijdens het symposium ‘De ingenieur en zijn overtuiging’. Om het de dertig aanwezige studenten wat moeilijker te maken, gaf de hoogleraar algemene constructieleer ter plekke nog wat tekst en uitleg.
Al tijdens zijn studententijd was Wagemans duidelijk ‘links georiënteerd’, durfde hij zijn nek uit te steken en ergens ’tegen’ te zijn. Dat paste geheel in de tijd van feminisme, Provo’s, Maagdenhuisbezetting en gewetensbezwaarde dienstweigeraars.
Het ‘middelgrote ingenieursbureau in het midden van het land’ waar Wagemans na zijn studie werkte – door hem consequent niet bij naam genoemd – was redelijk vooruitstrevend. Ethische vragen mochten best gesteld worden, alleen was de vraag wat ermee gedaan werd. Een ondernemingsraad was in oprichting.
De bedrijfsleiding had al laten doorschemeren dat een weigering negatief voor Wagemans’ carrière zou uitpakken. Bovendien zou dan een collega moeten gaan die inmiddels projectleider was en voor de bouw van de centrale dus een stap terug zou moeten doen.
Schoft
Twaalf van de aanwezige studenten laten via hand-opsteken weten in zo’n geval toch gaan. Eén van hen: ,,Als ik niet ga, dan gaat een andere schoft daar wel bouwen.”
De weigeraars redeneren dat ze juist op die manier de regering van Zuid-Afrika een signaal willen geven. Bovendien kan de eigen regering dat opvatten als een teken dat een boycot op zijn plaats zou zijn. Daarnaast zijn enkele tegenstemmers tegen kernenergie. Dat laatste is niet Wagemans grootste bezwaar. Deze vindt de apartheid een groter probleem.
Dr. I. van de Poel, docent ethiek bij WTM, brengt een derde partij in de discussie: de gebruikers. In dit geval de Zuid-Afrikaanse bevolking. Wordt deze geholpen door de bouw van de kerncentrale? Op korte termijn wel: werk en dus geld, maar op de lange termijn blijft het onduidelijk. Wel is helder dat de zwarte bevolking een boycot van het apartheidsregime welkom heet.
Wethouder Astrid Janssen, eveneens studente civiele techniek, droeg weinig nieuws bij aan de discussie. Behalve dan dat de politiek nog wel eens achter de feiten aanloopt. Kortom, hetontbreken van boycot is nog geen alibi om wel te gaan. Je nek uitsteken kan ook goed zijn, vindt zij.
Aan het eind van de middag zou onthuld worden of Wagemans wel of niet is gegaan, maar hij had het al laten doorklinken: hij ging niet. Wat hem door zijn collega trouwens niet in dank werd afgenomen. Die collega kon bovendien gewoon thuisblijven, want het ingenieursbureau kreeg de opdracht niet. Een Frans consortium bouwde de kerncentrale.
Achteraf zegt Wagemans, als wijze raad aan de studenten, dat van ethische problemen geen gewetensprobleem moeten worden gemaakt. ,,Praat over de keuzes. Zoek zoveel mogelijk informatie. Ga niet in je eentje aan het strand zitten of met een dobbelsteen gooien. Weet waarover je besluit en weet wat de consequenties zijn.”
Comments are closed.