Customize Consent Preferences

We use cookies to help you navigate efficiently and perform certain functions. You will find detailed information about all cookies under each consent category below.

The cookies that are categorized as "Necessary" are stored on your browser as they are essential for enabling the basic functionalities of the site. ... 

Always Active

Necessary cookies are required to enable the basic features of this site, such as providing secure log-in or adjusting your consent preferences. These cookies do not store any personally identifiable data.

No cookies to display.

Functional cookies help perform certain functionalities like sharing the content of the website on social media platforms, collecting feedback, and other third-party features.

No cookies to display.

Analytical cookies are used to understand how visitors interact with the website. These cookies help provide information on metrics such as the number of visitors, bounce rate, traffic source, etc.

No cookies to display.

Performance cookies are used to understand and analyze the key performance indexes of the website which helps in delivering a better user experience for the visitors.

No cookies to display.

Advertisement cookies are used to provide visitors with customized advertisements based on the pages you visited previously and to analyze the effectiveness of the ad campaigns.

No cookies to display.

Campus

‘Dankbaar dat ik dit mag meemaken’

Schaats-Oostenrijker Marnix ten Kortenaar (27) is terug uit Nagano. Door toedoen van de Delftse aio schaatsten zijn concurrenten met de speedstrips wereldrecords aan flarden.

Ten Kortenaar heeft inmiddels ook het geestelijke geheim van topprestaties ontsluierd: ,,Totale berusting.”


Olympische Spelen

Hij werd tiende in Nagano, maar ‘had achtste kunnen zijn’ zonder Japans virus onder de leden op de tien kilometer. Desondanks had Ten Kortenaar over belangstelling van de vaderlandse media weinig te klagen. Vanwege zijn unieke, soms onnavolgbare commentaren; vanwege het boek dat hij schrijft; en vanwege het feit dat hij indirect verantwoordelijk was voor de recordtijden.

Het was immers Ten Kortenaar die een jaar geleden schaatsmaat en jeugdvriend Bart Veldkamp meelokte naar de Delftse windtunnel. Zodra de officiële Oranje-rijders er lucht van kregen, togen ook zij naar Delft om hun luchtweerstand te verlagen. De beroemde strips hebben hun diensten bewezen, maar wetenschapper Ten Kortenaar experimenteert verder. Hij zoekt naar de optimale schaatshouding. De handen plat op de bil, levert volgens hem seconden op.

Afgelopen zomer trainde Ten Kortenaar in het diepste geheim met een zogenaamde prisma-bril. Door de periscoopwerking kon hij het hoofd pal naar beneden houden: minder luchtweerstand. ,,Met die bril op heb ik mijn scriptie ingetikt, omdat je hersenen eraan moeten wennen dat je alles omgekeerd ziet.” Praktische problemen staan een doorbraak van de bril nog in de weg. Ten Kortenaar verwacht ondertussen meer heil aan een ander front: het glijvlak van de schaats. ,,Dat is nu van glad staal. Maar misschien dat het met groefjes of met een wax-laag veel minder weerstand geeft.”

Maar waar doet de scheikundige het voor? Toen hij twee jaar geleden de ijzers opnieuw onderbond, wist hij dat hij de top niet meer zou bereiken. En binnen afzienbare tijd stopt hij definitief. ,,Mijn eigen limiet bereiken”, geeft hij als antwoord. ,,En voor de rijkdom aan ervaringen en indrukken.”
Eerzuchtig

Dit is niet de Ten Kortenaar bij wie ik zes jaar lang in de klas gezeten heb. De puber die na schooltijd gelijk doorging naar de ijsbaan. Je eigen grenzen verleggen? Hij zou er om gelachen hebben. De Nederlandse juniorenkampioen wilde de rest van de wereld verslaan. Op je negentiende of twintigste blijkt of je echt naar de top doorgroeit, vertrouwde hij me een keer toe. Het leek mij een risicovolle onderneming. Voor Ten Kortenaar was het een reden nog harder te trainen.

,,Supereerzuchtig”, beschrijft hij die periode nu. ,,Maarzonder dat doorzettingsvermogen had ik geen vwo gedaan, en was ik geen doctorandus geworden. Wie echt heeft afgezien bij trainingen, vindt tot diep in de nacht leren om tentamens te halen een lachertje.”

Na de middelbare school heb ik de schaatssport nog enige jaren gevolgd om te weten hoe het Ten Kortenaar verging. Sporadisch viel zijn naam. Bij landelijke kampioenschappen werd hij zevende, soms zesde. Uiteindelijk verdween de naam Ten Kortenaar helemaal uit beeld.

,,Ik ben tweemaal Nederlands kampioen junioren geworden, en op mijn zeventiende kwam ik bij Jong Oranje”, zegt Ten Kortenaar nu. ,,Toen dacht ik: ik kom er wel. Maar er was te veel talent. Jongens die misschien nog eerzuchtiger waren dan ik zelf.” Het laatste jaar was hij misschien de sterkste van de vijf kroonprinsen, schat Ten Kortenaar nu. Maar pech achtervolgde hem. Ziekte en een valpartij vloerden hem tweemaal op een NK, het belangrijkste evenement. De twee plaatsen in de kernploeg gingen naar Ritsma en Zandstra; Ten Kortenaar ging terug naar ‘het gewest’. Minder begeleiding, minder geld, minder trainingsfaciliteiten: Ten Kortenaar gleed langzaam af naar de subtop om uiteindelijk helemaal te stoppen.

De dood van zijn vader een aantal jaren geleden vormde een keerpunt. ,,Dat greep me heel erg aan. Ik ging mijn leven eens op een rijtje zetten, en kwam tot de conclusie dat ik het schaatsen niet had afgemaakt.” En zo trok inmiddels-aio-Ten Kortenaar twee jaar geleden de schaatsen opnieuw aan. Maar er stond een andere jongen op het ijs. Eén die spreekt over liefde en warmte voor zijn omgeving, en spontaan tranen in zijn ogen krijgt bij het binnenlopen van de Olympische Hal.

Het verbeteren van zijn persoonlijk record is Ten Kortenaar in Nagano ruimschoots gelukt. Maar zijn herintrede had nog een reden: ,,Ik wilde nog één keer het leventje leiden van vliegtuig-in-vliegtuig-uit; babbelen met Willem Alexander in de pub; sponsor-contracten tekenen met Japanners; een column in het AD; en bellen met Martin Ross over mijn nieuwe boek. Indrukken die je nooit krijgt als je elke dag op en neer rijdt tussen Zoetermeer en Delft.”

‘Op weg naar Nagano’, heet zijn inmiddels veelbesproken boek. Komend najaar ligt het in de boekhandel. Grappige schaatsverhalen, volgens Ten Kortenaar. Maar dat is slechts de oppervlakte. Het boek is tevens een zoektocht naar het geheim van topprestaties. ,,Sportpsychiaters hebben het vaak over positive thinking. Kletspraat. Na vele jaren ben ik in gaan zien dat topprestaties je overkomen. Wanneer je je daar bewust van wordt, geeft dat een berusting waar je enorme kracht uit put. Er ontstaat een symbiose met je omgeving en met jezelf. Misschien wordt het niks, denk ik als ik naar een toernooi ga, maar wat ben ik dankbaar dat ik dit mag meemaken. Juist dan, vanuit die berusting, lever je topprestaties. Dat ben ik gaan inzien nadat mijn vader overleed. Sindsdien ben ik op een heel andere manier gaan sporten. Ik ben veel gelukkiger en geniet eigenlijk van alles.”

Schaats-Oostenrijker Marnix ten Kortenaar (27) is terug uit Nagano. Door toedoen van de Delftse aio schaatsten zijn concurrenten met de speedstrips wereldrecords aan flarden. Ten Kortenaar heeft inmiddels ook het geestelijke geheim van topprestaties ontsluierd: ,,Totale berusting.”


Olympische Spelen

Hij werd tiende in Nagano, maar ‘had achtste kunnen zijn’ zonder Japans virus onder de leden op de tien kilometer. Desondanks had Ten Kortenaar over belangstelling van de vaderlandse media weinig te klagen. Vanwege zijn unieke, soms onnavolgbare commentaren; vanwege het boek dat hij schrijft; en vanwege het feit dat hij indirect verantwoordelijk was voor de recordtijden.

Het was immers Ten Kortenaar die een jaar geleden schaatsmaat en jeugdvriend Bart Veldkamp meelokte naar de Delftse windtunnel. Zodra de officiële Oranje-rijders er lucht van kregen, togen ook zij naar Delft om hun luchtweerstand te verlagen. De beroemde strips hebben hun diensten bewezen, maar wetenschapper Ten Kortenaar experimenteert verder. Hij zoekt naar de optimale schaatshouding. De handen plat op de bil, levert volgens hem seconden op.

Afgelopen zomer trainde Ten Kortenaar in het diepste geheim met een zogenaamde prisma-bril. Door de periscoopwerking kon hij het hoofd pal naar beneden houden: minder luchtweerstand. ,,Met die bril op heb ik mijn scriptie ingetikt, omdat je hersenen eraan moeten wennen dat je alles omgekeerd ziet.” Praktische problemen staan een doorbraak van de bril nog in de weg. Ten Kortenaar verwacht ondertussen meer heil aan een ander front: het glijvlak van de schaats. ,,Dat is nu van glad staal. Maar misschien dat het met groefjes of met een wax-laag veel minder weerstand geeft.”

Maar waar doet de scheikundige het voor? Toen hij twee jaar geleden de ijzers opnieuw onderbond, wist hij dat hij de top niet meer zou bereiken. En binnen afzienbare tijd stopt hij definitief. ,,Mijn eigen limiet bereiken”, geeft hij als antwoord. ,,En voor de rijkdom aan ervaringen en indrukken.”
Eerzuchtig

Dit is niet de Ten Kortenaar bij wie ik zes jaar lang in de klas gezeten heb. De puber die na schooltijd gelijk doorging naar de ijsbaan. Je eigen grenzen verleggen? Hij zou er om gelachen hebben. De Nederlandse juniorenkampioen wilde de rest van de wereld verslaan. Op je negentiende of twintigste blijkt of je echt naar de top doorgroeit, vertrouwde hij me een keer toe. Het leek mij een risicovolle onderneming. Voor Ten Kortenaar was het een reden nog harder te trainen.

,,Supereerzuchtig”, beschrijft hij die periode nu. ,,Maarzonder dat doorzettingsvermogen had ik geen vwo gedaan, en was ik geen doctorandus geworden. Wie echt heeft afgezien bij trainingen, vindt tot diep in de nacht leren om tentamens te halen een lachertje.”

Na de middelbare school heb ik de schaatssport nog enige jaren gevolgd om te weten hoe het Ten Kortenaar verging. Sporadisch viel zijn naam. Bij landelijke kampioenschappen werd hij zevende, soms zesde. Uiteindelijk verdween de naam Ten Kortenaar helemaal uit beeld.

,,Ik ben tweemaal Nederlands kampioen junioren geworden, en op mijn zeventiende kwam ik bij Jong Oranje”, zegt Ten Kortenaar nu. ,,Toen dacht ik: ik kom er wel. Maar er was te veel talent. Jongens die misschien nog eerzuchtiger waren dan ik zelf.” Het laatste jaar was hij misschien de sterkste van de vijf kroonprinsen, schat Ten Kortenaar nu. Maar pech achtervolgde hem. Ziekte en een valpartij vloerden hem tweemaal op een NK, het belangrijkste evenement. De twee plaatsen in de kernploeg gingen naar Ritsma en Zandstra; Ten Kortenaar ging terug naar ‘het gewest’. Minder begeleiding, minder geld, minder trainingsfaciliteiten: Ten Kortenaar gleed langzaam af naar de subtop om uiteindelijk helemaal te stoppen.

De dood van zijn vader een aantal jaren geleden vormde een keerpunt. ,,Dat greep me heel erg aan. Ik ging mijn leven eens op een rijtje zetten, en kwam tot de conclusie dat ik het schaatsen niet had afgemaakt.” En zo trok inmiddels-aio-Ten Kortenaar twee jaar geleden de schaatsen opnieuw aan. Maar er stond een andere jongen op het ijs. Eén die spreekt over liefde en warmte voor zijn omgeving, en spontaan tranen in zijn ogen krijgt bij het binnenlopen van de Olympische Hal.

Het verbeteren van zijn persoonlijk record is Ten Kortenaar in Nagano ruimschoots gelukt. Maar zijn herintrede had nog een reden: ,,Ik wilde nog één keer het leventje leiden van vliegtuig-in-vliegtuig-uit; babbelen met Willem Alexander in de pub; sponsor-contracten tekenen met Japanners; een column in het AD; en bellen met Martin Ross over mijn nieuwe boek. Indrukken die je nooit krijgt als je elke dag op en neer rijdt tussen Zoetermeer en Delft.”

‘Op weg naar Nagano’, heet zijn inmiddels veelbesproken boek. Komend najaar ligt het in de boekhandel. Grappige schaatsverhalen, volgens Ten Kortenaar. Maar dat is slechts de oppervlakte. Het boek is tevens een zoektocht naar het geheim van topprestaties. ,,Sportpsychiaters hebben het vaak over positive thinking. Kletspraat. Na vele jaren ben ik in gaan zien dat topprestaties je overkomen. Wanneer je je daar bewust van wordt, geeft dat een berusting waar je enorme kracht uit put. Er ontstaat een symbiose met je omgeving en met jezelf. Misschien wordt het niks, denk ik als ik naar een toernooi ga, maar wat ben ik dankbaar dat ik dit mag meemaken. Juist dan, vanuit die berusting, lever je topprestaties. Dat ben ik gaan inzien nadat mijn vader overleed. Sindsdien ben ik op een heel andere manier gaan sporten. Ik ben veel gelukkiger en geniet eigenlijk van alles.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.