Campus

Course evaluation krijgt nieuwe kans

Door slechts de vragenlijst aan te passen moet er een einde komen aan het kwijnende bestaan van de course evaluation. De studentenraad ziet het als een wapenfeit dat ze de in het slop geraakte systeem van cursusevaluatie opgepakt heeft om het te verbeteren.

Vanaf de invoering in 1994 leidde de Delftse cursusevaluatie een kwijnend bestaan. Faculteiten hadden kritiek omdat de vragen niet voldoende toegesneden waren op hun opleiding. Dat leidde gemakkelijk tot foute interpretaties, waardoor de course evaluation een misleidend controlemiddel in handen van het cvb werd. Reden voor de studentenraad om in een symposium een nieuwe cursusevaluatie te presenteren.

Collegevoorzitter De Voogd zei vorige week donderdag op het symposium dat de TU haar voordeel moet doen met minder goede beoordelingen. Hij refereerde aan het onderzoek in Der Spiegel, waarin de universiteit niet verder komt dan de middenmoot. ,,Dat moet je zien als een kans om jezelf te verbeteren.”

Maar dan moet je wel de goede vragen stellen, vindt prof.dr. H.G. Meijer van Technische Wiskunde. Hij zette vraagtekens bij de methodologie van de huidige cursusevaluatie. ,,Er wordt gevraagd of tenminste tachtig procent van de colleges is gevolgd. Hoe kun je daarop een betrouwbaar antwoord verwachten als je die vraag stelt tijdens een college?” Onbetrouwbaar worden de resultaten volgens Meijer pas echt als ze worden vereenvoudigd. ,,Als studenten aangeven dat ze de leerstof niet te moeilijk vinden, krijgt dat vak een minnetje. Dat is absurd: de leerstof zou dus per definitie te moeilijk moeten zijn.” In zijn ogen is de course evaluation zo steeds lachwekkender geworden.

Hoe het wel moet weet prof.dr. R. van der Voo van de universiteit van Michigan. Daar gebruikt men al dertig jaar met succes hetzelfde systeem voor cursusevaluatie. Van der Voo pleitte voor een uitbreiding van de keuzemogelijkheden en een indeling in verschillende categorieën, waarvan slechts een deel openbaar is. Met die beperkte openbaarheid komt de cursusevaluatie tegemoet aan de angst van veel docenten om door de resultaten publiekelijk aan de schandpaal genageld te worden.

Die adviezen kwamen grotendeels overeen met de bevindingen van de werkgroep Course Evaluation Nieuwe Stijl (Cens), die de bestaande cursusevaluatie heeft geanalyseerd. Woordvoerder H.C.J. Schoffelen concludeerde dat er een thematische ordening moet komen, minder vragen, meer antwoordschalen en stellingen in plaats van vragen. Vernieuwing van de course evaluation is daarmee eigenlijk niet meer dan een aanpassing van de bestaande vragenlijst. Bij die concrete vaststelling had het kunnen blijven, want het vervolg van zijn betoog verzandde in ongrijpbare kwaliteitsterminolgie van docenten als probleemeigenaren, diffuse doelen, afzwakkende protocollen, signaleringsfuncties en zorgsystemen. Schoffelen had zich meer rekenschap kunnen geven van zijn eigen motto voor de vernieuwing van de cursusevaluatie: ‘Let’s make Cens’.

De studentenraad ziet het als een wapenfeit dat ze de in het slop geraakte systeem van cursusevaluatie opgepakt heeft om het te verbeteren. Vanaf de invoering in 1994 leidde de Delftse cursusevaluatie een kwijnend bestaan. Faculteiten hadden kritiek omdat de vragen niet voldoende toegesneden waren op hun opleiding. Dat leidde gemakkelijk tot foute interpretaties, waardoor de course evaluation een misleidend controlemiddel in handen van het cvb werd. Reden voor de studentenraad om in een symposium een nieuwe cursusevaluatie te presenteren.

Collegevoorzitter De Voogd zei vorige week donderdag op het symposium dat de TU haar voordeel moet doen met minder goede beoordelingen. Hij refereerde aan het onderzoek in Der Spiegel, waarin de universiteit niet verder komt dan de middenmoot. ,,Dat moet je zien als een kans om jezelf te verbeteren.”

Maar dan moet je wel de goede vragen stellen, vindt prof.dr. H.G. Meijer van Technische Wiskunde. Hij zette vraagtekens bij de methodologie van de huidige cursusevaluatie. ,,Er wordt gevraagd of tenminste tachtig procent van de colleges is gevolgd. Hoe kun je daarop een betrouwbaar antwoord verwachten als je die vraag stelt tijdens een college?” Onbetrouwbaar worden de resultaten volgens Meijer pas echt als ze worden vereenvoudigd. ,,Als studenten aangeven dat ze de leerstof niet te moeilijk vinden, krijgt dat vak een minnetje. Dat is absurd: de leerstof zou dus per definitie te moeilijk moeten zijn.” In zijn ogen is de course evaluation zo steeds lachwekkender geworden.

Hoe het wel moet weet prof.dr. R. van der Voo van de universiteit van Michigan. Daar gebruikt men al dertig jaar met succes hetzelfde systeem voor cursusevaluatie. Van der Voo pleitte voor een uitbreiding van de keuzemogelijkheden en een indeling in verschillende categorieën, waarvan slechts een deel openbaar is. Met die beperkte openbaarheid komt de cursusevaluatie tegemoet aan de angst van veel docenten om door de resultaten publiekelijk aan de schandpaal genageld te worden.

Die adviezen kwamen grotendeels overeen met de bevindingen van de werkgroep Course Evaluation Nieuwe Stijl (Cens), die de bestaande cursusevaluatie heeft geanalyseerd. Woordvoerder H.C.J. Schoffelen concludeerde dat er een thematische ordening moet komen, minder vragen, meer antwoordschalen en stellingen in plaats van vragen. Vernieuwing van de course evaluation is daarmee eigenlijk niet meer dan een aanpassing van de bestaande vragenlijst. Bij die concrete vaststelling had het kunnen blijven, want het vervolg van zijn betoog verzandde in ongrijpbare kwaliteitsterminolgie van docenten als probleemeigenaren, diffuse doelen, afzwakkende protocollen, signaleringsfuncties en zorgsystemen. Schoffelen had zich meer rekenschap kunnen geven van zijn eigen motto voor de vernieuwing van de cursusevaluatie: ‘Let’s make Cens’.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.