Onderwijs

Conducteurs doen niet moeilijk

Studenten konden deze week zonder grote problemen reizen met het openbaar vervoer, ondanks de vertraagde invoering van de OV-chipkaart. Dat meldt de Landelijke Studenten Vakbond.

Mijn kaarten op tafel: de uitdagende interactieve colleges wetenschapsfilosofie van De Vries hebben mijn opleiding academisch verbreed en verdiept. ‘Dat is makkelijk, want je doet IO’, is daarbij te kort door de bocht.
Het zou ten eerste elke ingenieur sieren te weten hoe ‘zijn’ techniek de levens van mensen kan beïnvloeden. Op mijn faculteit wordt daar veel onderzoek naar gedaan en in onderwezen. Het ontbreekt er om goede redenen aan fundamenteler onderwijs in hoe mijn denken ‘mijn’ techniek beïnvloedt. Toch gebeurt dat; ik probeer bijvoorbeeld bij te dragen aan duurzaamheid en al te gemakkelijk afval te vermijden. Waarom doe ik dat? Bij De Vries leerde ik deze vraag stellen.
Het zou ten tweede elke wetenschapper sieren te weten hoe zijn vooronderstellingen zijn wetenschapsbeoefening beïnvloeden. We denken (als het goed is) na voordat we iets doen, en de aanvaardbaarheid van onze gedachten wordt uiteindelijk getoetst aan onze vooronderstellingen. Wat logisch is, is daar maar een klein onderdeel van. Onze vooronderstellingen geven ons namelijk ook de nodige motivatie en passie om te doen wat we doen – steeds beter, zoals we graag zien aan de TU Delft.
Hartmanns argument tegen de leerstoel is gebaseerd op het aanvaarden van ‘gezag van de bijbel’ door de reformatorische wijsbegeerte. Dat lijkt redelijk: reformatici huldigen de vooronderstelling dat de bijbel (helemaal niet simpelweg, maar toch) waar is. Wetenschapsfilosofen bestuderen nu juist de vooronderstellingen van de wetenschap. De combinatie ‘reformatorische wetenschapsfilosofie’ kan dus niet volgens Hartmann, maar toch is ook dat wat te kort door de bocht.
Eens kijken of wat ik van De Vries leerde hier van pas komt: Hartmann huldigt de vooronderstelling dat wetenschap wars moet zijn van vooronderstellingen die bepaalde geschriften gezag toekennen. Dit is een vooronderstelling van hem, want het is niet te bewijzen. Hij heeft het misschien ergens gelezen en de inzichten uit die geschriften bruikbaar geacht. Net als De Vries met zijn (veel oudere en meer gebruikte) geschriften.
Nu onderzoekt de wetenschapsfilosofie dus wat de samenhang is tussen vooronderstellingen en de consequenties daarvan. Blijkbaar is de consequentie van Hartmanns vooronderstelling dat hij het college van bestuur oproept andermans vooronderstelling te verbieden. Volgens mij nogal onlogische respectloze intolerantie. Het siert hem niet, en dat is jammer.
Hij zou zo kunnen genieten van de diversiteit aan collega’s en de academische breedte en diepte die dat oplevert. Als hij in de colleges van De Vries zijn vooronderstellingen eens wat beter onderzocht, zou hij vast met meer motivatie en passie zijn werk kunnen doen. Er misschien zelfs elke dag fluitend mee kunnen beginnen, want zoals de Smurfen al zongen: ‘Wie ‘s morgens vroeg al fluit doet alles beter’.

Simon Frans de Vries is zevendejaars student strategic product design (Industrieel Ontwerpen) en werkt momenteel aan zijn afstuderen. Hij is lid van de christelijke studentenvereniging C.S.R, waarvan hij ook preses is geweest.

Voor zover bekend kreeg een enkele student een boete voor het reizen zonder geldige OV-kaart. Verder hielden alle conducteurs zich aan de instructie die ze van de Nederlandse Spoorwegen hadden gekregen: niet moeilijk doen.

Reden voor de vereiste souplesse is dat veel studenten nog geen geldig vervoersbewijs hebben. Sommigen kunnen hun nieuwe OV-chipkaart niet opladen, doordat de oplaadautomaten overbelast raakten en ermee ophielden. Anderen hebben de kaart überhaupt nog niet gekregen. Er zijn verhalen van studenten die al zes keer hun pasfoto hebben opgestuurd en nog altijd geen kaart hebben ontvangen.

Klagen over de gang van zaken valt niet mee. De speciale hulplijn van de vervoersbedrijven staat roodgloeiend en veel studenten komen er niet tussen. Bij de Landelijke Studenten Vakbond rinkelt ook de hele dag de telefoon, zegt voorzitter Gerard Oosterwijk.

Voor 1 februari moet alles in orde zijn. Volgens OCW heeft 97 procent van de studenten de kaart al in huis. Dat is een groot deel van de studenten, want de oude kaart werd voorheen door slechts 93 procent van de studenten opgehaald.

Wie nog geen OV-kaart heeft en bovendien geen oude kaart heeft, kan het best zijn bewijs van inschrijving meenemen en een brief van de IB-groep, adviseert Oosterwijk. “En loop eerst even naar de conducteur toe om het uit te leggen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.