Susanne Verstegen is een werkpleknomade. Ze reist de hele campus over, op zoek naar een betere werkplek. Dat gaat gepaard met veel ergernissen.
De irritatie begint klein. Een plakkerig toetsenbord, bureaus bedekt met kruimels en te weinig stopcontacten. Gedurende de dag spelen grotere problemen op. De luchttoevoer die altijd lijkt te disfunctioneren, de te lage banken die je rugpijn bezorgen en de ergernis aan die paar studenten die blijkbaar liever WK kijken op de universiteit dan thuis. Ik was vergeten hoe erbarmelijk een werkplek op de TU kon zijn.
Ik voel me een nomade van de werkplekken. Ik kan niet hechten, raak snel uitgekeken op een locatie, en reis dan weer door in de hoop op een betere plek. Het is ook niet makkelijk, een goede werkplek te vinden. TBM, CiTG, BK, UB, de Aula, DOK. Ik ken er elke hoek. Ik ben misschien kieskeurig, maar elke student heeft het moeilijk door het tekort aan (goede) werkplekken. Vervelend voor studenten, maar wat dacht u van medewerkers van de TU? Veel zitten nog veilig in een eigen kamer, maar de TU barst uit zijn voegen dus steeds meer personeel moet eraan geloven: flexwerken.
Als student-assistent maak ik de flexwerkdynamiek van dichtbij mee, en dat levert tenenkrommende momenten op kan ik u vertellen. We werken in ‘vlekken’. Elke ‘vlek’ is een eiland van bureaus waar medewerkers van hetzelfde departement zitten. Officieel heeft niemand een eigen plek. Toch zijn er plekken waar je ver vandaan blijft. Gewoontebeesten als we zijn, trekt iedereen namelijk altijd weer naar ‘zijn eigen’ bureau.
Je moet extra op je hoede zijn als het druk is. Er wordt geïrriteerd gereageerd als de vlek vol zit, al helemaal wanneer er iemand van een andere vlek een bureau bezet (‘Hoe dúrft ‘ie?!’). Ook blijkt warmteregeling een crime met veel mensen in dezelfde ruimte. De één wil graag de verwarming in de zomer aan, terwijl de ander ramen openzet wanneer het vriest. Het is een waar broednest van ergernissen. Het lijkt alsof mensen inflexibeler worden van al dat geflexwerk!
Flexwerkers en studenten zitten wat dat betreft in hetzelfde schuitje. Geen eigen plek, te weinig bureaus en de bijkomende effecten die daarbij opspelen. Onder andere het ‘handdoekeffect’ is een hardnekkig probleem. Zoals mensen met een handdoek een strandstoel aan het zwembad ’s morgens veiligstellen, wordt een werkplek behendig gereserveerd door wat schriften, een etui en waterfles uit te stallen (een laptop zou immers gestolen kunnen worden).
Kortom, het is altijd wat. Ik zal blijven werkplekhoppen in de zoektocht naar de beste plek. Tot die tijd zal ik niet meer hardop zeuren, want uiteindelijk heb ik maar weinig écht nodig: een tafel, stoel, koffie en internet.
De rest is bijzaak.
Susanne Verstegen is masterstudent engineering and policy analysis bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
Susanne Verstegen / Student, columnist en freelancer voor Delta
Comments are closed.