[Column] Fanmail

Een mail van Joanne: “Beste meneer Hartmann, Ik heb op internet uw column over de pabo gelezen (Dom, dommer, pabo) en vind het respectloos, generaliserend en ongenuanceerd wat u zo hier en daar verteld over de pabo.” Hmmm… ‘wat u verteld’ met een d… ?! “Op de pabo zitten ook maar mensen die er het beste van maken en de mensen die niet goed voldoende kunnen rekenen of aan andere competenties niet voldoen vallen toch wel af.”

Wat zou dat zijn, ‘niet goed voldoende kunnen rekenen’? En je ‘voldoet’ toch niet aan competenties? Je voldoet ergens aan, en je hebt bepaalde competenties. “Ik hoop niet dat u in het echte leven ook zo uit de hoogte doet, ik wordt er in ieder geval niet blij van.” Doe ik ‘uit de hoogte’ als ik vind (met een d) dat ‘ik wordt’ echt niet kan? Ik had het in die bewuste column over het niveau van de pabostudenten. Misschien is het niet helemaal eerlijk om de kleine Joanne daarop aan te vallen. Waarom windt (met dt) zij zich daar eigenlijk zo over op, ruim anderhalf jaar na het verschijnen van die column?

Google biedt (met dt) uitkomst. Joanne is dit jaar zelf op de pabo begonnen. Misschien was het een opdracht voor een werkstuk of een spreekbeurt: kijk op internet wat er voor lelijks over onze prachtopleiding wordt (met dt) beweerd (met een d). Joanne vond mijn column en stuurde een pissige e-mail fol met vouten, en een welgemeend ‘Aju paraplu en Gods zegen’.

Gods zegen rustte blijkbaar niet op haar e-mail. Want wie zich beklaagt (met een t) dat ik te hard oordeel over ‘mensen die er het beste van maken’ – is hier wellicht de toevoeging ‘proberen te’ vergeten, want ze maken er toch aantoonbaar niet het beste van – zorg er dan in godsnaam voor dat er geen fouten in staan. Ik antwoordde (dubbel d) Joanne vriendelijk dat zij luid (met een d – instinkertje!) en duidelijk het niveau van de gemiddelde pabostudent bevestigt (met een t), en dat ik als atheïst niet zoveel kan met Gods zegen. Haar reactie was foutloos: “Ik ben ziek, ik heb koorts (griep). Iedereen heeft wel eens een slechte (taal)dag. Ga de bijbel lezen.” Ik wenste Joanne beterschap en sprak de hoop uit dat, mocht ze het ooit tot juf schoppen, ze dat vermaledijde sprookjesboek buiten de klas zou houden. Hierop bleef het stil.

Van een geheel andere orde was de fanmail van Robbert uit Eindhoven. Hij had met instemming mijn opiniestuk over de vrijheid van meningsuiting gelezen, en e-mailde: “Overigens krijgt het door mij genoemde stuk een plaats naast de column ‘Seks’ dat eerder van uw hand in de Delta verscheen, helaas wel op onze wc.” Helaas op de wc? In mijn ervaring hangen mensen alleen de beste cartoons en de leukste krantenknipsels op de wc. Ik beschouw het derhalve als een grote eer dat twee van mijn stukken een wc in Eindhoven opluisteren. Ik beloofde Robbert dat ik mijn uiterste best zal doen om het ooit nog eens tot een derde wc-waardig stuk te schoppen. Wie weet is dat nu reeds gelukt.

Dap Hartmann is astronoom. Hij is werkzaam als docent bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.