Onderwijs

College wil soepeler subsidiepotje

Het college van bestuur wil de criteria voor toekenning uit het Onderwijs Stimulerings Fonds verruimen. Daarnaast moeten de projecten betaald uit dit potje voor verbetering van het onderwijs meer een voorbeeldfunctie krijgen.

Maar volgens de voorzitter van de u-raadscommissie voor onderwijs en onderzoek kan het fonds net zo goed op de helling. Hij vindt het een te ingewikkelde manier om geld onder de faculteiten te verdelen.

Faculteiten die maatregelen treffen voor de verbetering van het onderwijs kunnen daarvoor aankloppen bij het OSF, het Onderwijs Stimulerings Fonds waaruit jaarlijks 3,5 miljoen gulden te verspijkeren valt. Van zo’n project, dat vooral in geval van een onderwijskundige vernieuwing op financiële steun kan rekenen, moeten alle faculteiten iets opsteken, maar die voorbeeldfunctie komt tot op heden niet echt uit de verf.

Het college wil daarom de uitkomsten van projecten beter over de TU verspreiden, waarvoor twee voltijdsfuncties uit het fonds moeten worden betaald. Hiervan gaat anderhalve dagtaak naar extra ondersteuning voor ontwikkeling en verspreiding van computerondersteund onderwijs (COO), zodat de faculteiten dit onderwijs sneller kunnen invoeren. Op dit moment wordt ongeveer de helft van het fonds aan COO uitgegeven. De extra ondersteuning wordt ondergebracht bij de sectie didactiek en onderwijsontwikkeling van de faculteit Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen.

Prof.dr. W.M.G. Jochems, hoofd van deze WTM-sectie, over de extra middelen: ,,Hiermee moeten we voorkomen dat er 88 verschillende systemen ontwikkeld worden. Daarom maken wij nu een nieuwe inventarisatie van de bestaande mogelijkheden binnen en buiten de TU. Dan kunnen wij beter helpen bij het toepassen van COO.” Ook zal software die speciaal voor een OSF-project gemaakt is, voor algemeen gebruik geschikt worden gemaakt.

Computerondersteund onderwijs is niet de enige manier om de kwaliteit van onderwijs te verbeteren, geeft ook Jochems aan. ,,Veel hangt af van de mentaliteit van de bestuurders van de faculteit; of ze voldoende belang hechten aan onderwijskwaliteit en aan het evalueren van het onderwijs en of ze ook een op onderwijs gericht personeelsbeleid voeren.” Deze zaken zijn volgens hem nog lang niet bij alle faculteiten doorgedrongen.
Cosmetisch

Juist daarom stelt prof.dr.ir. K. van der Werff, voorzitter van de universiteitsraadscommissie voor onderwijs en onderzoek (urcoo), het bestaansrecht van het OSF ter discussie: ,,In deze financieel moeilijke tijden moeten de faculteiten hun geld doelmatig kunnen besteden. Hen eerst korten om het OSF te vullen, zodat ze daarna aanvragen uit het fonds kunnen doen, is te ingewikkeld en omslachtig.”

Van der Werff verdeelt het geld het liefst direct onder defaculteiten, die dan bijvoorbeeld extra personeel kunnen aanstellen om het onderwijsprogramma beter af te stemmen. Hoe faculteiten met dit geld omspingen, kan het college controleren via de convenanten, de jaarlijkse beleidsafspraken tussen college en faculteitsbestuur.

Daarnaast vindt Van der Werff de projecten vaak ‘cosmetisch’. Ze verbloemen de werkelijke oorzaak van slecht onderwijs: te weinig inspanning op het gebied van onderwijs.

Ondertussen wil het college de criteria voor toekenning uit het fonds juist verruimen. Het grondig aanpakken van een heel curriculum moet bijvoorbeeld ook uit het fonds kunnen worden gesubsidieerd. Zo ook faculteitsoverstijgende projecten en projecten die ,,de onderwijskundige infrastructuur van de TU in stand houden”, bijvoorbeeld een symposium over de onderwijskwaliteit, zo schrijft het college.

De cvb-plannen worden volgende week woensdag in de Urcoo besproken. Voordat het zover is bespreekt voorzitter Van der Werff van TH Akkoord zijn ideeën eerst binnen zijn eigen u-raadsfractie, want ,,ze leggen immers een bom onder een potje dat de U-raad destijds zelf graag wilde”. (S.H.)

Steven Hubeek

Het college van bestuur wil de criteria voor toekenning uit het Onderwijs Stimulerings Fonds verruimen. Daarnaast moeten de projecten betaald uit dit potje voor verbetering van het onderwijs meer een voorbeeldfunctie krijgen. Maar volgens de voorzitter van de u-raadscommissie voor onderwijs en onderzoek kan het fonds net zo goed op de helling. Hij vindt het een te ingewikkelde manier om geld onder de faculteiten te verdelen.

Faculteiten die maatregelen treffen voor de verbetering van het onderwijs kunnen daarvoor aankloppen bij het OSF, het Onderwijs Stimulerings Fonds waaruit jaarlijks 3,5 miljoen gulden te verspijkeren valt. Van zo’n project, dat vooral in geval van een onderwijskundige vernieuwing op financiële steun kan rekenen, moeten alle faculteiten iets opsteken, maar die voorbeeldfunctie komt tot op heden niet echt uit de verf.

Het college wil daarom de uitkomsten van projecten beter over de TU verspreiden, waarvoor twee voltijdsfuncties uit het fonds moeten worden betaald. Hiervan gaat anderhalve dagtaak naar extra ondersteuning voor ontwikkeling en verspreiding van computerondersteund onderwijs (COO), zodat de faculteiten dit onderwijs sneller kunnen invoeren. Op dit moment wordt ongeveer de helft van het fonds aan COO uitgegeven. De extra ondersteuning wordt ondergebracht bij de sectie didactiek en onderwijsontwikkeling van de faculteit Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen.

Prof.dr. W.M.G. Jochems, hoofd van deze WTM-sectie, over de extra middelen: ,,Hiermee moeten we voorkomen dat er 88 verschillende systemen ontwikkeld worden. Daarom maken wij nu een nieuwe inventarisatie van de bestaande mogelijkheden binnen en buiten de TU. Dan kunnen wij beter helpen bij het toepassen van COO.” Ook zal software die speciaal voor een OSF-project gemaakt is, voor algemeen gebruik geschikt worden gemaakt.

Computerondersteund onderwijs is niet de enige manier om de kwaliteit van onderwijs te verbeteren, geeft ook Jochems aan. ,,Veel hangt af van de mentaliteit van de bestuurders van de faculteit; of ze voldoende belang hechten aan onderwijskwaliteit en aan het evalueren van het onderwijs en of ze ook een op onderwijs gericht personeelsbeleid voeren.” Deze zaken zijn volgens hem nog lang niet bij alle faculteiten doorgedrongen.
Cosmetisch

Juist daarom stelt prof.dr.ir. K. van der Werff, voorzitter van de universiteitsraadscommissie voor onderwijs en onderzoek (urcoo), het bestaansrecht van het OSF ter discussie: ,,In deze financieel moeilijke tijden moeten de faculteiten hun geld doelmatig kunnen besteden. Hen eerst korten om het OSF te vullen, zodat ze daarna aanvragen uit het fonds kunnen doen, is te ingewikkeld en omslachtig.”

Van der Werff verdeelt het geld het liefst direct onder defaculteiten, die dan bijvoorbeeld extra personeel kunnen aanstellen om het onderwijsprogramma beter af te stemmen. Hoe faculteiten met dit geld omspingen, kan het college controleren via de convenanten, de jaarlijkse beleidsafspraken tussen college en faculteitsbestuur.

Daarnaast vindt Van der Werff de projecten vaak ‘cosmetisch’. Ze verbloemen de werkelijke oorzaak van slecht onderwijs: te weinig inspanning op het gebied van onderwijs.

Ondertussen wil het college de criteria voor toekenning uit het fonds juist verruimen. Het grondig aanpakken van een heel curriculum moet bijvoorbeeld ook uit het fonds kunnen worden gesubsidieerd. Zo ook faculteitsoverstijgende projecten en projecten die ,,de onderwijskundige infrastructuur van de TU in stand houden”, bijvoorbeeld een symposium over de onderwijskwaliteit, zo schrijft het college.

De cvb-plannen worden volgende week woensdag in de Urcoo besproken. Voordat het zover is bespreekt voorzitter Van der Werff van TH Akkoord zijn ideeën eerst binnen zijn eigen u-raadsfractie, want ,,ze leggen immers een bom onder een potje dat de U-raad destijds zelf graag wilde”. (S.H.)

Steven Hubeek

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.